Vanuit Bibliotheek Neude in Utrecht gaat de VPRO weer een wekelijks boekenprogramma maken. De presentatie is in handen van Lotje IJzermans, die per aflevering twee literaire gasten interviewt. ‘Natuurlijk ga ik het anders doen dan mijn voorgangers.’

Wie begin jaren negentig naar de wc ging in de VPRO-kantine zag dat er met zwarte stift iets op de binnenkant van de deur was gekalkt: ‘Lotje is een dotje.’

Die Lotje, dat was natuurlijk Lotje IJzermans. Radio 3-boegbeeld voor de generatie die opgroeide in de jaren tachtig met legendarische programma’s als De wilde wereld, Nozems-a-gogo en Villa 65. Daar zat ze als twintiger achter de microfoon om de heren van Nirvana en Red Hot Chili Peppers te ondervragen. Van Radio 3 verhuisde ze naar de televisie, waar ze voor Lola da musica reportages maakte over grootheden als Nick Cave en Patti Smith, om na zes jaar terug te keren naar de radio, naar De avonden. Om, nadat dat programma ter ziele was gegaan, door te schuiven naar Radio 1 met het door haar bedachte Nooit meer slapen. Jarenlang was ze eindredacteur van het programma, dat onlangs zijn tienjarig bestaan vierde. Daarnaast initieerde ze de verhalenwedstrijd Duizend woorden, schreef ze filmscenario’s en maakte ze de podcast Psychocandy. Maar ze miste het interviewen, en dus kroop ze op vrijdagnacht weer lekker achter die vertrouwde radiomicrofoon om Nooit meer slapen te presenteren.

Bij haar mooie stem kunnen we met ingang van deze week ook het gezicht zien, want na 35 VPRO-jaren maakt Lotje IJzermans nu haar tv-debuut als presentator van het nieuwe boekenprogramma dat, net als vroeger, gewoon weer VPRO Boeken gaat heten.

In haar huis aan het Amsterdamse IJ zijn cd’s en elpees nergens te bekennen, maar boekenkasten zijn er in overvloed. Man Michiel heeft ze eigenhandig getimmerd, tot in het trappenhuis aan toe. Al die Knausgårds, wijst Lotje IJzermans in het voorbijgaan, die zijn van hem, want Michiel is ook een lezer. Het zijn prachtige kasten, maar de indeling is na vluchtige inspectie niet onmiddellijk te doorgronden. ‘Dat klopt,’ lacht IJzermans, ‘maar zelf kan ik alles vinden.’

‘Ik lees graag boeken waarvan je even moet afkicken, dat je een beetje verdrietig bent dat het uit is’

Lotje IJzermans

Boomdiagrammen

Voor iedereen die zich afvraagt waarom uitgerekend zij een boekenprogramma gaat presenteren, legt ze bij gemberthee en een bakje noga uit dat grote liefdes best naast elkaar kunnen bestaan.

‘Muziek is altijd heel belangrijk voor mij geweest, net als film. Maar ik ben ooit Nederlands gaan studeren vanwege mijn liefde voor de literatuur. Als zeventienjarige was ik helemaal bezeten van de Tachtigers. Couperus, Emants, Van Deyssel, Van Eeden. De romantiek van het fatale, daar hield ik toen enorm van. Ik dacht: als ik later een kind krijg, noem ik hem Ritsaert.’

De studie viel tegen. Zeventiende-eeuws vertalen (‘ik heb zó veel Hooft vertaald’), de boomdiagrammen van Noam Chomsky (’daar zat ik dan, als punker’) – nee, het was niet echt inspirerend. Daarna was ze meteen klaar met de Nederlandse literatuur.

‘Ik ben vooral Amerikanen gaan lezen. Volgens mij heb ik bijna geen enkele schrijver compleet, maar van Philip Roth heb ik wel flink wat staan. Amerikaanse pastorale en Het complot tegen Amerika behoren tot mijn all-time favourites, maar die Zuckermanboeken, en dan vooral zijn kijk op vrouwen daarin, zijn inmiddels wel een beetje gedateerd. Begin jaren tachtig kwam John Irving op mijn pad. Bij hem voelde ik een soort vrijheid en vrolijkheid die ik miste bij Nederlandse schrijvers. Irving lees ik ook allang niet meer, ik lees nu veel meer jonge vrouwen, maar toen was het een openbaring. Ik hou trouwens nog steeds van Amerikanen. Jonathan Franzen is trouwens iemand van wie ik wel alles heb. Dat zijn van die boeken waar je in kunt wonen, over de dynamiek binnen gezinnen. Ik kom uit een gezin met zeven kinderen en Franzen schrijft over de invloed die je familie heeft op de rest van je leven. Daar lees ik heel graag over. Van die boeken waarvan je twee dagen moet afkicken, dat je een beetje verdrietig bent dat het uit is.’

‘Soms is het zó belangrijk dat een verhaal wordt verteld dat de literaire kwaliteit van ondergeschikt belang is’

Missionarisdrang

Gaandeweg werd lezen werk. Voor Nooit meer slapen interviewde ze veel schrijvers. ‘Daardoor las ik dingen die ik anders nooit gelezen zou hebben, want ik kies mijn eigen gasten niet uit. Ik lees wat ik toebedeeld krijg, maar dat vind ik juist leuk. Je krijgt gewoon iets en je maakt er maar een leuk uur van. Dat is een fijne opdracht.’

Nu treedt ze als presentator van VPRO Boeken in de voetsporen van Wim Brands, met wie ze jarenlang samenwerkte bij De avonden. ‘Wims passie voor boeken was gigantisch. Dat is heel inspirerend. En dan deed hij het ook nog eens allemaal alleen. Iedereen leest anders. Ik lees om verrijkt te worden, om andere werelden te leren kennen. Maar soms ook om herkenning te vinden, of een andere blik op het leven. In die reis wil ik mensen meenemen. Daarnaast heb ik een soort missionarisdrang, ik wil graag doorgeefluik zijn tussen de kunstenaar en het publiek. Natuurlijk ga ik het heel anders doen dan mijn voorgangers. Wim heeft ooit iets gezegd wat ik altijd heb onthouden: je moet nooit slachtoffer worden van je eigen doctrines. Dus je moet soms ook uitzonderingen durven maken. VPRO Boeken wordt allereerst een literair programma, dus literaire kwaliteit is essentieel. Maar dat is tegelijkertijd een rekbaar begrip. Soms is het zó belangrijk dat een verhaal wordt verteld dat de literaire kwaliteit van ondergeschikt belang is. Ik vind ook dat je af en toe je nek moet uitsteken. Dus gewoon lekker een debutant uitnodigen die nog niet is doorgebroken, en ook aandacht besteden aan poëzie. Verder proberen we divers te zijn in de gasten die we uitnodigen, maar niet te geforceerd. We hadden het over de tweede aflevering, waar misschien twee vrouwen in zouden zitten. De vraag is dan of dat erg is. Nou, volgens mij niet, want ik ken wel een paar talkshows waar de complete tafel vol zit met mannen.’

Dapper

Twee schrijvers per aflevering, dat komt neer op zo’n twaalf minuten per gesprek. Voor een presentator die een uur de tijd had, zal dat even wennen zijn.

‘Daar ligt mijn grootste uitdaging. Het doel van dit programma is dat je in alle rust kunt praten, dus de kunst is om dingen uit dat boek te pikken die zich in die tijdspanne laten bespreken op een rustige, interessante manier. Dat betekent dat ik veel keuzes moet maken en dat ik bepaalde dingen niet kan bespreken. Los daarvan is televisie als medium natuurlijk ook spannend. Er staan vier cameramensen om je heen en er is publiek. Bij Nooit meer slapen zitten we in een leeg kantoorcomplex, dat is een soort schil tegen de buitenwereld. Je voelt je afgeschermd van het dagelijks leven. Nu zitten we midden in de stad, in een grote, indrukwekkende ruimte, omringd door camera’s.’

Die camera’s zijn straks niet alleen op de gasten gericht, maar ook op haar. Het moet haast wel een Hilversums unicum zijn om als vrouw van 64 je televisiedebuut te maken.

‘Ik vind het heel dapper van de hoofdredactie dat ze mij deze kans geven, want de roep om jong en divers klinkt luid, en terecht. Maar oude vrouwen zijn ook een minderheid op televisie. Dus dat ze mij dit laten doen is heel verfrissend. Vrouwelijke presentatoren worden meestal ruim voor hun vijftigste gedumpt, terwijl mannen van die leeftijd gewoon mogen blijven zitten. Ik had nooit televisieambities, maar toen ik hoorde dat dit programma er ging komen, dacht ik ineens: ik heb Nederlands gestudeerd, ik interview al jarenlang schrijvers in diverse programma’s en daar breng ik het redelijk van af. Ga ik het op televisie goed doen? Geen idee. Is het mijn missie om op televisie te komen? Nee. Is het mijn missie om goede gesprekken te voeren? Ja. Is het leuk, zo’n oude vrouw op televisie? Nou, wie weet!’

In de eerste aflevering van VPRO Boeken zijn Murat Isik en Rinske Bouwman te gast. Isik, die in 2018 de Libris Literatuur Prijs won met Wees onzichtbaar, komt vertellen over zijn grote nieuwe roman In de mist van Golden Gate Park, die zich afspeelt in het San Francisco van 2001. Bouwman is theatermaker en debuteert met de verrassend originele roman Een soort eelt, waarin een Nederlands meisje dat in Mongolië is opgegroeid tussen de yaks in Utrecht gaat studeren en bij de koel-vriesafdeling van de Dirk gaat werken.

VPRO Boeken

zondag 25 februari

NPO 2 17.40-18.15

de boekengids in je mailbox?