VPRO Gids 10

11 maart t/m 17 maart
Pagina 10 - ‘De Grote Literaire Boekenweekquiz ’
papier
10

De Grote Literaire Boekenweekquiz

De twintigste editie van De Grote Literaire Boekenweekquiz verdiende natuurlijk een extra feestelijke quizmaker, maar het leek een kansloze missie om Boekenweekessayist Raoul de Jong (1984) te strikken. En inderdaad, hij had vanwege zijn vele Boekenweekverplichtingen helemaal geen tijd. Toch zei hij ja en daar kreeg hij geen spijt van, want ‘het was heerlijk om me via deze quiz tussen de drukte door even te kunnen richten op waar ik het ook alweer allemaal voor deed’.

Dat Raoul een man met een missie is wordt wel duidelijk uit zijn gepeperde quiz, waarin hij naast Surinaamse schrijvers als Anton de Kom, Edgar Cairo en Leo Ferrier minder bekende landgenoten als Julius Gustaaf Koenders, Thea Doelwijt en Rita Rahman opvoert.

In het kielzog van onze globetrottende boekenquizauteur reizen we niet alleen naar Paramaribo, maar ook naar Berlijn, Antwerpen en natuurlijk zijn eigen thuishaven Rotterdam.

Die stad verwelkomt de uitgeputte quizwinnaar graag op de SS Rotterdam, een voormalig schip van de Holland-Amerika Lijn dat nu dienstdoet als luxe hotel.

Raoul de Jong schreef het Boekenweekessay Boto Banja.

Als troostprijs loven we daarnaast vijf boekenpakketten uit, met daarin het alom bejubelde Jaguarman van Raoul de Jong en Wij slaven van Suriname van zijn grote held Anton de Kom.

Speciaal voor deze jubileumeditie vertellen drie van onze trouwste quizdeelnemers hoe ze jaar in, jaar uit schrijvers lastigvallen, in een plensbui naar de boekwinkel fietsen en zelfs vanaf hun vakantieadres niet verzaken.

Inzenden kan tot en met zondag 19 maart

Oplossingen, wanhoopskreten, foutmeldingen en huldeblijken zijn als vanouds welkom op boekenquiz@vpro.nl.

Vraag 1

Een van de inspiratiebronnen voor mijn Boekenweekessay was Logboek voor ‘dolle dinsdag’ (1956) van Bertus Aafjes, waarin hij zijn tweejarige dochtertje vertelt over zijn zeereis van Rotterdam naar Amerika. Welk mythisch waterwezen ziet hij op de eerste dag als hij over de reling kijkt?

A) een driekoppig monster
B) Neptunus
C) Agwe
D) een zeemeermin

Vraag 2

De roman Banjo (1929), over een groep zwarte avonturiers in Marseille, van de Jamaicaanse schrijver Claude McKay, werd vernoemd naar een van de belangrijkste instrumenten uit de Noord-Amerikaanse folkmuziek. In Suriname leende het instrument zijn naam aan de ‘banja’, een dans waarmee slaafgemaakten, onder anderen, het verhaal van hun gedwongen overtocht over de oceaan naar de nieuwe wereld vertelden, zodat ze ook in de nieuwe wereld niet zouden vergeten waar ze oorspronkelijk vandaan kwamen en dat ze daar vrije mensen waren geweest. Wat wordt er in het Braziliaans Creools bedoeld met het woord ‘banzo’?

A) een vechttraining gecamoufleerd als een dans
B) liederen waarmee Afrikaanse goden werden opgeroepen
C) het verlangen van zwarte mensen naar een voorgoed verloren thuis

Vraag 3

Claude McKay, ca. 1920

Welke Surinamer vertrok op zijn zestiende uit Paramaribo naar New York, was bevriend met Anton de Kom en staat ook op foto’s met de schrijvers Langston Hughes en Claude McKay?

A) Jimmie van der Valk
B) Otto Huiswoud
C) Kid Dynamite

Vraag 4

Voor mijn roman Jaguarman las ik zeven jaar lang alle literatuur die ik kon vinden over Suriname. Uit welk boek komen de volgende regels: ‘De negers welken men koopt moeten niet ouder als 30 jaaren zijn, als dan zijn zij in het beste van hun leven (…) mans van 30 jaaren of daarboven, en vrouwen die in hun land reeds kinderen gehad hebben, konnen het werk en het land nooit gewennen; zij zijn droefgeestig, denken gestadig om het afzijn van hun vaderland en vrienden, en sterven gemeenlijk aan een sleepende ziekte’. 

A) 'Verhandeling over den landbouw, in de Colonie Suriname, volgens eene negentienjaarige ondervinding zamengesteld' (1786) van Anthony Blom
B) 'Noodige onderrichtingen over de slaafhandelaren' (1769) van David Henri Gallandat
C) 'De negerslaven in de kolonie Suriname' (1842) van Marten Douwes Teenstra

Vraag 5

Chop Suey door Edward Hopper, 1929

Welk boek legden Nederlandse vrouwen ooit op tafeltjes in cafés om te laten zien dat ze openstonden voor contact met andere vrouwen?

A) 'Van een vriendin' (1912) van Marie Metz-Koning
B) 'Zondaressen' (1938) van Marie-Louise Doudart de la Grée
C) 'Eenzaam avontuur' (1948) van Anna Blaman
D) 'Laten we vader eruit gooien' (1967) van Mary Dorna

Vraag 6

Robert Louis Stevenson, door Henry Walter Barnett, 1893

In 1878 liep Robert Louis Stevenson, schrijver van onder andere Strange Case of Dr Jekyll and Mr Hyde, met een ezel door de Franse Cevennen in een poging om de liefde van zijn leven te vergeten. Welk dorpje in de Cevennen heeft tegenwoordig een Robert Louis Stevenson-fontein?

A) Saint-Jean-du-Gard
B) Anduze
C) La Bastide-Puylaurent
D) Florac

Vraag 7

‘Luister, zeiden ze in het oude Afrika, alles spreekt, alles is spraak, alles probeert ons kennis over te brengen.’ Zo omschreef de Malinese schrijver Amadou Hampâté Bâ de werkelijkheid waarin hij begin twintigste eeuw opgroeide in Mali, in zijn boek Amkoullel, l’enfant peul (1991). Dat deed me denken aan een zin uit een van mijn favoriete boeken over Nederland, Bibeb in Holland (1958). Halverwege de jaren vijftig reisde de journaliste Bibeb voor Vrij Nederland naar Limburg waar ze sprak met de enige vrouwelijke molenaars van West-Europa: de 21-jarige Betsy en haar moeder. Bibeb vroeg hoe het was om te werken met de wind en de moeder antwoordde: ‘Je moet kunnen horen of er wind komt en wat die wind wil. Dat is net als het luisteren naar muziek.’ Wat was de naam van hun molen?

A) De Hoop
B) De Welvaart
C) De Kormantijn

Vraag 8

Francoise Sagan

Nu we het hebben over Bibeb: in Bibeb in Parijs (1957) vertelt ze hoe ze een afspraak probeert te krijgen met de op dat moment 21-jarige schrijver Françoise Sagan. Françoises uitgever weigert haar te helpen, maar door een vreemd toeval ontdekt Bibeb haar adres, belt aan en Françoise doet open. Welke woorden gebruikt Bibeb om Françoise te omschrijven in het stuk over hun ontmoeting?

A ‘kleiner dan ik dacht’
B ‘geremd, pervers-erotisch’
C ‘een sierlijke en bekoorlijke mannequin’

Vraag 9

Zora Neale Hurston

In zijn proefschrift Winti: Een Afroamerikaanse godsdienst in Suriname. Een cultureel-historische analyse van de religieuze verschijnselen in de Para (1972) schrijft Charles Johan Wooding over de Kromanti, een van de bovennatuurlijke Afrikaanse krachten die ooit zou zijn meegereisd op slavenschepen om slaafgemaakten in Suriname te beschermen.  In welk boek van Zora Neale Hurston, de belangrijkste vrouwelijke schrijver van de Harlem Renaissance, valt terloops de term ‘Karamante-songs?’

A) 'Tell My Horse: Voodoo and Life in Haiti and Jamaica' (1938)
B) 'Their Eyes Were Watching God' (1937)
C) 'Mules and Men' (1935)

Vraag 10

In 1939 schreef Zora Neale Hurston Moses, Man of the Mountain, een hervertelling van het Bijbelverhaal vanuit een Afro-Amerikaans perspectief. Welke Loa (vodou-god), die ook wel wordt afgebeeld als een slang en die volgens het Haïtiaanse vodou de vader zou zijn van alle Loa, wordt in Haïti vaak achter een afbeelding van Mozes verborgen?

A) La Sirene
B) Agassou
C) Damballa

Vraag 11

Ook in het Surinaamse winti wordt gesproken over een belangrijke bovennatuurlijke beschermgeest (winti) die zich kan vertonen als een slang. Wat is zijn naam?

A) Dimbla
B) Anansi
C) Pawinti

Vraag 12

Willem Elsschot Is geboren en getogen te Antwerpen, maar zijn debuut, Villa des Roses, schreef hij in een Nederlandse stad. Welke?

A) Amsterdam
B) Breda
C) Rotterdam

Vraag 13

Slaafgemaakten mochten niet leren lezen of schrijven, dus vonden ze manieren om te spreken op zo’n manier dat de ‘meester’ in zijn dwaling kon blijven leven dat hij daadwerkelijk een meester was. Welke Surinaamse vrouw schreef in 1987 een boekje over de kleding waarmee slaafgemaakte vrouwen geheime boodschappen aan elkaar doorgaven?

A) Christine van Russel-Henar
B) Ilse Henar-Hewitt
C) Thea Doelwijt
D) Gloria Wekker

Vraag 14

Anton de Kom door Hedy Tjin

In 1934 had Anton de Kom per brief contact met de schrijver Eddy du Perron over een mogelijke Franse vertaling van Wij slaven van Suriname. Du Perron zou voor De Kom in Parijs op zoek gaan naar literatuur over het buurland van Suriname, Frans-Guyana. Welke schrijver uit Frans-Guyana publiceerde in 1937 een dichtbundel die door de Franse overheid verboden werd als ‘een bedreiging voor de veiligheid van de staat’?

A) René Maran (1887-1960)
B) Léon-Gontran Damas (1912-1978)
C) Bertène Juminer (1927-2003)

Vraag 15

The town was covered with Snow and the canals were frozen. But the cozy waterfront taverns were warm and the stone jugs of gin good to the belly, wonderful food served by the ton in the restaurants.’ Welke zwarte Amerikaanse schrijver verbleef in 1923 een week in Rotterdam?

A) Claude McKay
B) James Baldwin
C) Langston Hughes

Vraag 16

Julius Gustaaf Koenders, ca. 1935

'Ik pleit met jullie, in Gods naam, smijt dit geloof in het vuur en strooi de as in het water. Bevrijd je armen, recht je rug, open je ogen en oren en ontstop je verstand.’ Dit schreef de Surinaamse schrijver en onderwijzer Julius Gustaaf Koenders, ook wel bekend als Papa Koenders, in 1947, in een artikel in het door hemzelf uitgegeven en volgeschreven tijdschrift Foetoe-boi. Geïnspireerd door het werk van Papa Koenders begon een groep Surinaamse studenten in 1951 een culturele vereniging in Amsterdam: Wie Eegie Sanie. Wat betekent die naam?

A) Onze eigen dingen
B) Onze eigen gezondheid
C) Een mondje vrijheid  

Vraag 17

De Surinaamse schrijver Edgar Cairo kwam in 1968 naar Nederland om Nederlands en Algemene Literatuurwetenschap te studeren. Hij schreef romans, toneelstukken en had een wekelijkse column in de Volkskrant. Veel van zijn werk schreef hij in een mengvorm van het Sranantongo en het Nederlands. Hoe noemde hij deze nieuwe taal?

A) Edgarinees
B) Cairojaans
C) Cairoini

Vraag 18

Tijdens een afspraak met mijn Surinaamse vader legde ik de boeken op tafel van de Surinaamse schrijvers die ik tot dan toe had gevonden. Mijn vader pakte Atman van Leo Ferrier uit het stapeltje en zei: ‘Deze is leuk voor jou.’ Waarom?

A) Het boek heeft een biseksueel hoofdpersonage
B) Het hoofdpersonage gaat op zoek naar zijn Surinaamse vader
C) Het hoofdpersonage doet ondanks de waarschuwingen van zijn vader onderzoek naar de vloek die op zijn familie zou rusten

Vraag 19

Thea Doelwijt in de jaren zestig

In 1967 debuteerde de Surinaams-Nederlandse schrijver Thea Doelwijt met De speelse revolutie, een in eigen beheer uitgegeven boekje over een groep jonge mensen die met veel schwung een kleine revolutie veroorzaakt. Het boekje zou een vooraankondiging blijken van de culturele revolutie die eind jaren zestig, begin jaren zeventig daadwerkelijk in Paramaribo plaats zou vinden. Wat was de ondertitel van De speelse revolutie?

A) een manifest
B) vergeet niet te dansen
C) een grap

Vraag 20

Allen Ginsberg, 1979

Op zijn 28ste bezocht de Amerikaanse beatdichter Allen Ginsberg een psycholoog die hem vroeg wat hij zou doen als hij vrij was om te doen wat hij werkelijk wilde. Allen antwoordde: over straat slenteren, musea bezoeken, nooit meer werken, poëzie schrijven en samenwonen met een man. Wat zei de psycholoog?

A) Ben je gek geworden?
B) Je weet hoe je vader is geëindigd…
C) Wat houdt je tegen?

Vraag 21

Bezige Bij jubileum, 1966

Op de beroemde foto uit 1969 van de auteurs van De Bezige Bij in de bibliotheek van het Rijksprentenkabinet in het Amsterdamse Rijksmuseum staat ook een auteur die werd geboren in Paramaribo. Wie is dat?

A) Harry Mulisch
B) Albert Helman
C) Leo Ferrier
D) Edgar Cairo

Vraag 22

In Goodbye to Berlin (1939) laat Christopher Isherwood zijn hoofdpersonage, Christopher, naar Berlijn komen om te werken aan een roman. Wat was de werkelijke reden dat Christopher naar Berlijn kwam volgens Isherwoods autobiografische roman Christopher and His Kind (1976)?

A) een spirituele crisis
B) een ruzie met zijn ouders
C) een stukgelopen relatie
D) de leuke jongens

Vraag 23

Rita Rahman

In 1970 won de achttienjarige Rita Rahman de Van der Rijnprijs voor haar korte verhaal ‘Tra-Tamara/Overmorgen’, dat in 1971 door De Bezige Bij werd opgenomen in de bundel I sa mang/ Tra tamara. Samen met haar vriend Bram Behr richtte Rita in 1974 middenin Paramaribo een cultureel centrum op met het eerste terras van Paramaribo, een eigen krant, drukkerij en boekhandel. Hoe noemden Rita en Bram dit centrum?

A) Onze eigen dingen
B) De speelse revolutie
C) Het Anton de Kom Educatiecentrum

Vraag 24

Op 9 mei 1933 publiceerde het tijdschrift Links Richten een speciaal nummer met werk van Anton de Kom, die net tot de redactie was toegetreden, en een gedicht van een schrijver van de Harlem Renaissance, van wie Anton de Kom het werk dus moet hebben gekend. Welke schrijver was dit?

A) Langston Hughes
B) Alain Locke
C) Zora Neale Hurston

Vraag 25

Ten bate van welk dier willen de hoofdpersonen uit Pim Lammers’ Hoe beroof je een bank? de bank overvallen?

A) okapi
B) dodo
C) zwartvoetbunzing
D) adeliepinguïn

Vraag 26

Een droom is werkelijkheid

gelogen is het niet

Het is dus pure waarheid

Gij noemt den droom bedrog

Daar hij niets stoffelijks biedt

Deze regels komen uit de eerste dichtbundel die werd geschreven door een Surinamer. Wat was zijn naam?

A) Paul François Roos
B) George Gerhardus Rustwijk
C) Dobru
D) Shrinivási

Vraag 27

In 1907 schreven de Surinaamse gebroeders Penard De menschetende Aanbidders der Zonneslang, een boek over de cultuur, mythen en legendes, en geschiedenis van een van de inheemse volken van Suriname, de Caraïben. Hoe verlaat, volgens de Caraïben, onze ziel ons lichaam tijdens onze slaap?

A) Via een opening in de schedel
B) Via de mond
C) Via de ribben

Vraag 28

Daphne Huisden

De schrijver Daphne Huisden, dochter van een Surinaamse zeeman, publiceerde in 2021 de fantastische roman Charlatans, waarin het hoofdpersonage Norah de Klerk terugkeert naar haar geboortestad Stokerdam. Welk gerecht bereidt haar opa op de avond van haar thuiskomst?

A) rijst met zoutvlees
B) kip piri piri
C) pindasoep
D) vegetarische roti

Vraag 29

Maria van Daalen is een Nederlandse dichter en de enige vodoupriesteres van Nederland die officieel gewijd werd in Haïti. Door welk boek werd zij ooit geïnspireerd om meer te weten te komen over vodou?

A) 'São Jorge dos Ilhéus' (1944) van Jorge Amado
B) 'American Gods' (2001) van Neil Gaiman
C) 'Mumbo Jumbo' (1972) van Ishmael Reed

Vraag 30

‘Ik ben alles’ is het thema van de Boekenweek en dus ook van het Boekenbal. Wat is de naam van de veelkleurige omslagdoek die tijdens een viering van alle culturen en mensen zou worden gedragen door Surinaamse marrons?

A) alakondre pangi
B) jampanesi pangi
C) ampuku pangi
D) leba pangi

Zo. Dat was niet zo moeilijk, toch?

De quizwinnaar verdient een verblijf op de Rotterdam, een voormalig schip van de Holland-Amerika Lijn dat nu in de Maasstad dienstdoet als luxehotel. Als troostprijs loven we daarnaast vijf boekenpakketten uit, met daarin het bejubelde Jaguarman van Raoul de Jong en Wij slaven van Suriname van zijn held Anton de Kom.

Inzenden kan tot en met zondag 19 maart

Oplossingen, wanhoopskreten, foutmeldingen en huldeblijken zijn als vanouds welkom op boekenquiz@vpro.nl.

naar de boekengids