De kritiek is niet mals, na de grote doorbraak met ‘Waterloo’ op het Songfestival in 1974, met name in hun thuisland. ‘Vorig jaar maakte jullie nog een lied over elkaar opbellen (”Ring Ring”, red.) en dit jaar een over 40.000 gedode mensen,’ schampert een Zweedse tv-journalist. ‘Te commercieel’ en ‘muziek van plastic’ zijn nog milde kwalificaties. De band wordt vanwege de strakke, zilverkleurige glitterpakjes vergeleken met ingeblikte haring. Ook in Engeland is de pers weinig complimenteus: Abba staat voor luminous shit.
‘Progressieve bewegingen noemden ons zelf de antichrist,’ zegt Björn, terugblikkend in de documentaire Against the Odds. Nee, het is niet gering wat de band in de begintijd te verstouwen krijgt. Interviewers hengelen vooral naar privékwesties en artikelen hekelen het commerciële succes. Sommige journalisten maken het wel erg bont; een van brengt – notabene op een persconferentie – de billen van Agnetha ter sprake. Feministe Germaine Greer daarover: ‘Schandalig dat er nooit naar hun muziek werd gevraagd.’
Het is te danken aan de geldingsdrang van manager Stig Anderson en het doorzettingsvermogen van de vier bandleden dat er na Waterloo nog een hele rits aan hits verschijnt. In totaal zal Abba vanaf 1974 zo’n 385 miljoen platen verkopen. Het grote succes begint in Australië, al gauw volgt de rest van de wereld. Alleen in de vs wil het niet echt vlotten: gitaarrock blijft daar populair en in 1979 worden in Chicago zelfs nog massaal discoplaten verbrand.
‘Schrijven jullie nooit iets op?’ vraagt een journalist aan Björn en Benny als de twee in hun zomerhuisje aan nieuwe liedjes werken. ‘Nee, we slaan de melodie op in ons hoofd. Als we die vergeten, is het lied niet goed.’ De tijdloze oorwurmen van Abba in een notendop. Over Frida en Agnetha zegt Björn: ‘Samen klinkt het altijd jubelend, zelfs als ze trieste liedjes zingen.’
Bijzonder aardig is een fragment over de opkomst van punk in Londen. De rebelse muziek lijkt het einde in te luiden van Abba. Dat gebeurt niet, sterker nog: de Sex Pistols blijken tijdens hun tournee onafgebroken een cassettebandje van Abba te draaien. Uiteindelijk gaat blijkbaar iedereen voor de bijl. Tijdens het beroemde optreden in Wembley (1979) zijn dan ook alle voorheen kritische journalisten aanwezig. Ook bandleden van The Who en Led Zeppelin zitten in het publiek. ‘Pete Townsend noemde “sos” de beste popsong ooit,’ zegt Björn trots. Niet slecht voor een blikje haring.