Het verhaal van de Hongerwinter van 1944-’45 blijkt een naoorlogse mythe. Hij zou bewust zijn veroorzaakt door de Duitsers, door hongerend West-Nederland passief zijn ondergaan en pas zijn beëindigd dankzij de geallieerde voedseldroppings. Ingrid de Zwarte, historicus te Oxford, zet in De Hongerwinter (Prometheus), de handelseditie van haar proefschrift – alleen de noten en registers beslaan al honderd pagina’s – uiteen dat de toedracht complex was, ‘een noodlottige opeenstapeling van factoren en beslissingen’, ingeluid door de averechts uitpakkende spoorwegstaking. De hongersnood – er vielen zo’n 22.000 doden – was vooral een gevolg van een transportcrisis; de Duitsers vernielden onder meer de havens van Amsterdam en Rotterdam. Burgers en maatschappelijke zuilen toonden juist zelf gezamenlijk initiatief om de nood te lenigen.
MAARTEN VAN BRACHT