Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →
Aletta leeft
Op 9 mei is het honderd jaar geleden dat het actieve kiesrecht voor vrouwen in de Nederlandse wet werd opgenomen, mede dankzij Aletta Jacobs. De serie Aletta’s reis volgt een aantal van haar voetsporen wereldwijd. Kennisinstituut Atria huisvest Jacobs’ bewaard gebleven archief.
Een gedenksteen, een buste, een prijs in haar naam. Een stichting, een college, een spreekkamer. En daar komt een standbeeld aan de Hofvijver in Den Haag bij. Aletta Jacobs is in vele facetten terug te vinden in Nederland, helemaal nu er dit jaar diverse festiviteiten plaatsvinden om een van haar grootste wapenfeiten te vieren: de invoering van het vrouwenkiesrecht in 1919. Onder andere een tentoonstelling en een tv-serie zetten deze ongewone dame die haar tijd ver vooruit was in het licht (zie kaders). En nog altijd doet zij van zich spreken: ze twittert.
‘Van mijn zesde jaar af heb ik steeds met de meest mogelijke beslistheid verklaard, dat ik, net als Pa en Julius, dokter wou worden. Geen oogenblik is toen of later de gedachte bij mij opgekomen, dat dit voor een meisje moeilijk zou gaan. Hoe kon dat ook? Thuis werd immers tusschen jongens en meisjes geenerlei verschil gemaakt.’ Aldus Aletta Henriëtte Jacobs (1854-1929). Lang voordat zij zich zou wijden aan de strijd voor kiesrecht voor vrouwen was haar levensloop al ongewoon te noemen.
Geboren in Sappemeer in een groot, liberaal doktersgezin. De eerste vrouw die de hbs en een universitaire studie (medicijnen) succesvol afrondde, de eerste Nederlandse vrouwelijke gepromoveerde arts. Ze zette zich in voor geboortebeperking en verstrekte pessaria, had lang een liefdesrelatie met een medevrijdenker zonder te trouwen en gaf in 1883 de gemeente Amsterdam ‘met verschuldigden eerbied’ iets te kennen. Graag zou ze zich op de kieslijst geplaatst zien om te kunnen deelnemen aan de ophanden zijnde gemeenteraadsverkiezingen. Ze voldeed immers aan de in de wet vastgelegde vereisten daarvoor: ze was een Nederlandse ingezetene die belasting betaalde. Nergens stond dat je tevens man moest zijn.
De brief die Jacobs schreef, is te zien bij Atria. Dit Kennisinstituut voor Emancipatie en Vrouwengeschiedenis in Amsterdam beschikt over het persoonlijk archief van Jacobs, bestaand uit talloze documenten, een aantal foto’s en voorwerpen. Susanne Neugebauer is er archivaris en leidt rond langs een deel van de collectie. Die bevindt zich in vitrines in de bibliotheek en in grote lades in een gekoelde ruimte, en is grotendeels ook digitaal beschikbaar. Sinds 2017 staat het op de werelderfgoedlijst van Unesco.
Nieuw licht
We zien geschriften van Jacobs’ voorgangster Wilhelmina Drucker, naar wie de Dolle Mina’s zich veel later zouden noemen, en een foto gemaakt tijdens een internationaal vrouwencongres in Berlijn. Er is een geel vlaggetje met de oproep iedereen het recht te geven te stemmen en een jugendstilaffiche waarop een vrouw op de gesloten deur van een stemlokaal klopt: ‘Laat mij binnen, ik breng nieuw licht.’ De roep om verandering, om gelijke rechten die rond het begin van de twintigste eeuw gaandeweg aanzwol, is hier bijna te horen.
‘Er waren veel dames uit de gegoede burgerij die zich voor de zaak inzetten,’ vertelt Neugebauer, ‘waar Drucker en Jacobs zelf overigens niet toe behoorden.’ De zwart-witfoto’s tonen figuren in kloeke fluwelen jurken en met hoofddeksels zo groot en plat als pizza’s. ‘Die hadden geld en konden er tijd voor vrijmaken. Arbeidersvrouwen ondertussen plunderden schepen vol aardappels die tijdens de Eerste Wereldoorlog voor het leger bestemd waren. Want kiesrecht was mooi, maar je kon er je maag niet mee vullen. Gaandeweg kwam er steun uit meer lagen van de bevolking. Ook van mannen; in 1909 werd de Mannenbond voor Vrouwenkiesrecht opgericht.’
Verzet was er eveneens. Zo spraken 38.000 vrouwen zich gezamenlijk uit vanuit confessionele hoek: ‘Geef ons het kiesrecht niet.’ Neugebauer: ‘Het zou de kleinste eenheid waaruit de maatschappij bestaat, het gezin, kunnen splijten wanneer er verschillende stemmen onder één dak zouden blijken te huizen.’
Van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht (VVK), opgericht in 1894, werd Jacobs in 1903 voorzitter, toen zij ook nog steeds arts was. ‘Voorheen had ze zich voor allerlei zaken sterk gemaakt, zoals het recht voor vrouwen op scholing en arbeid en de beschikking over het eigen lichaam, maar vanaf toen werd haar hoofddoel het bereiken van passief en actief vrouwenkiesrecht. ‘“Daarna gaan we verder,” zei ze.’ De VVK organiseerde demonstraties en congressen, aanhangers gingen over straat met vaandels en sjerpen of betoogden in stilte bij het Binnenhof. ‘Om de mannen die daar werkten te laten zien: wij zijn er.’
Hoe woelig de jaren waren en hoe volhardend Jacobs en de haren moesten zijn, bewijst een detail als een handgeschreven commentaar in een exemplaar van De Groene Amsterdammer uit 1916. Het staat in de kantlijn van de getekende samenvatting van een kiesrechtoptocht: ‘In hoeveel huisgezinnen zet de vrouw een goede kop koffie? Welnu, is een kookcursus dan niet nuttiger dan vrouwenkiesrecht?’ Er was vrees voor de vrouw in de politiek, zegt Neugebauer: ‘Voor hun gedachte onkunde: zou het voortaan over voor mannen onbelangrijke zaken gaan in de gemeenteraden? Tegelijkertijd bestond er interesse voor de grote hoeveelheid nieuwe stemmen die er voor partijen te winnen was.’
Zwarte plekken
De dingen die Neugebauer laat zien, vormen onderdeel van de Kiesrecht Tour die bij Atria te volgen is; een van de thema-activiteiten in Nederland tijdens dit jubileumjaar. Op ikviermijnstem.nl staat een compleet overzicht, van debatten en workshops tot een theatraal bezoek van ‘Aletta Jacobs’ aan scholen.
De wereldreis die Jacobs van 1911 tot 1912 maakte, was ook een kiesrechttour. Het ervoor benodigde visum ligt bij Atria in de ladekast. Met haar vriendin en Amerikaanse collega in het feminisme Carrie Chapman Catt trok Jacobs gedurende bijna anderhalf jaar per boot en trein van west naar oost en deed onder andere Zweden, Egypte, India en Japan aan. Neugebauer: ‘Het was een missie voor verbreding van de invloed van de vrouwenkiesrechtbeweging in werelddelen die nog niet waren bereikt.’ De dames bezochten zwarte plekken op de kaart, wijst Neugebauer. ‘Daar was nog geen vrouwenkiesrecht. In roze gebieden gedeeltelijk en waar het wit was al helemaal, zoals in Nieuw-Zeeland, Australië en Finland.’
Onderweg deed Jacobs verslag van haar bevindingen voor De Telegraaf. Daarvan verscheen later een bundeling met de titel Reisbrieven uit Afrika en Azië. Benevens eenige brieven uit Zweden en Noorwegen. ‘Zooals men goede vrienden op de hoogte houdt van wat men ziet en ondervindt op een langdurige reis door vreemde landen, zoo schreef ik 's avonds, dikwijls na een vermoeienden dag, mijne wedervaringen neder.’ Dat zij vooral veel over de lokale positie van de vrouw berichtte, vond Jacobs logisch: ‘De reisgidsen en meeste beschrijvingen over de landen die wij bezochten, die mijne reisgezellin en mij in handen kwamen, spreken over de vrouwen van het land niet of slechts zeer oppervlakkig. Wij moesten daardoor zelf datgene onderzoeken, wat ons het meeste belang inboezemde.’
Jacobs en Chapman Catt richtten zich op de vrouwen in de toenmalige koloniën; om stemrecht voor inlanders was het hun vooralsnog niet te doen. ‘Aletta was zelfs enigszins verontwaardigd dat mulatten in Zuid-Afrika al wel kiesrecht hadden en zij nog niet.’
Beetje bij beetje bewoog de Nederlandse wetgeving mee. In 1917 kregen vrouwen passief kiesrecht, het jaar erna werd Suze Groeneweg het eerste vrouwelijke kamerlid. Op 9 mei 1919 bereikte Jacobs eindelijk waar het haar om begonnen was: de Tweede Kamer nam het wetsvoorstel Vrouwenkiesrecht aan en in 1922 kon ze voor het eerst naar de stembus. De rest is geschiedenis.
Aletta’s reis
NPO 2, Zondag 3 april 2019 21.15-21.55 uur
Cadeautje!
Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →