De dokter zegt dat wandelen een vijand van de aftakeling is. Omdat ik vanuit m'n bed ongehinderd door straatstenen of asfalt het bos in kan lopen, noem ik me een bosloper. M'n kortste rondje loop ik in drie kwartier, ik zie bijna nooit iets nieuws. Als ik iets nieuws zie, heeft het altijd met gevaar of dood te maken. Tot nu toe niet mijn eigen gevaar of dood, het speelt zich gewoonlijk af in het dierenrijk, wat weer eens duidelijk maakt dat je beter geen dier kunt zijn.
Steen
Ik ben een bosloper – niet uit keuze maar uit noodzaak.