‘Als jongetje van twaalf schreef ik Tonke Dragt een fanbrief nadat ik De brief voor de koning had gelezen. Ik stuurde een zelfgemaakte linoleumsnede mee van de Zwarte Ridder met het Witte Schild. Die wordt in het begin van het boek aangevallen en zegt dan tegen Tiuri: “Je mag mij niet wreken, je moet alleen mijn bode zijn.” Dat maakte zo’n indruk, dus die tekst staat in de linoleumsnede.
Een paar maanden later, op mijn allereerste schooldag op het gymnasium, zat ik aan mijn allereerste huiswerk toen mijn ouders riepen dat er telefoon voor me was: Tonke Dragt. Ik heb wel een uur met haar aan de lijn gehangen. We hadden het over de verfilming van De zevensprong, en dat ze zo graag wilde dat De brief voor de koning ook verfilmd zou worden, maar dat het veel te duur was om zo’n middeleeuws verhaal te verfilmen.
Ze vertelde ook dat er mensen waren die hun kind Tiuri hadden genoemd en dat ze die kinderen op hun verjaardag altijd een cadeautje stuurde.
Op een gegeven moment riepen mijn ouders: “Denk je eraan dat je je Latijn nog moet leren?” Toen ze dat