Isidore Mazal, de elfjarige verteller in Camille Bordas’ Loop nooit weg zonder helm (Nieuw Amsterdam) is de uitzondering in een uitzonderlijke familie. Zijn broers en zussen lijken allemaal leden van J.D. Salingers genieënfamilie Glass verdwaald op het Franse platteland. Berenice, Aurore en Leonard werken aan proefschriften, Jeremie is een briljant cellist en Simone (13) weet zó zeker dat ze beroemd wordt dat ze ‘Dory’ alvast tot haar biograaf benoemd. En Isidore zelf? Die is ‘gewoon’ superslim, als enige empathisch genoeg om vriendschappen te sluiten (met anorectisch buitenbeentje Denise, bijna-oudste-vrouw-van-Frankrijk Daphne en leraar Duits Herr Coffin) en, wanneer rampspoed het gezin treft, degene tot wie iedereen zich wendt ‘op zoek naar hoop en troost’. Gerald Durrell-achtig geestig en ontroerend.
DIRK-JAN ARENSMAN