Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →
De Kift zonder kapstok
Toen Ferry Heijne nummers ging schrijven voor Hoogriet – het twaalfde album van De Kift – had hij er behoefte aan om zonder plan het muziekventiel open te zetten. ‘Zo deed ik het toen ik net begon.’
‘Ik ben een beetje in onbalans de laatste tijd,’ vertelt Ferry Heijne, frontman en medeoprichter van De Kift, door de telefoon. ‘Als componist en verzamelaar van onze teksten ben ik gewend om alleen te werken, maar ik mis de energie van het gezamenlijk muziek maken en optreden.’ Overleg tussen de bandleden vindt noodgedwongen plaats via Zoom, repeteren doet ieder voor zich. ‘Vrijdag hebben we onze eerste onlineborrel. Die was altijd na de repetitie.’
Afgelopen zaterdag stond in Paradiso de release gepland van de nieuwe Kift-cd Hoogriet, maar die ging uiteraard niet door. De band besloot de plaat wel alvast uit te brengen. Heijne: ‘Het culturele aanbod is erg schraal nu. Dan is het voor de mensen fijn dat ze al plezier aan het album kunnen beleven. En voor ons betekent het: een beetje inkomen.’
Net als iedereen in de cultuursector probeert de band uit Koog aan de Zaan de crisis momenteel zo goed en zo kwaad als het gaat door te komen. Heijne bewerkte drie afzonderlijke thuisoptredens tot een onlineclip voor het lied ‘Engelenkoor’. En met zijn neef Pim Heijne, gitarist van De Kift, deed hij een livestream voor het geannuleerde muziekdocumentairefestival In-Edit. ‘Online proberen we zo de bordjes in de lucht te houden. Dit soort zaken is helemaal nieuw voor ons, maar we willen contact houden met ons publiek.’
De band is nog naarstig op zoek naar een geschikte locatie voor het opnemen van onlineconcerten. ‘Onze repetitieruimte is te klein om met acht man die afstand van anderhalve meter te kunnen bewaren.’
Muziekventiel
Op internet circuleert een mooi filmpje waarin De Kift optreedt aan de voet van een verzorgingshuis. ‘Daar woont mijn vader, tevens de vader van Marco [Heijne, zanger en percussionist, red.] en de oom van Pim. Een paar jaar geleden kreeg hij een herseninfarct. Lange tijd speelde hij trompet in onze band. Hij zit op de tweede verdieping, maar ik kon zien dat het hem ontroerde,’ vertelt Heijne. Voor vader Jan Heijne, zijn medebewoners en de zorgmedewerkers bracht De Kift de klassieker ‘Beguine’ als serenade. ‘Het verzorgend personeel vroeg of we aan alle kanten van het gebouw wilden spelen. Toen hebben we maar een tourtje om het verzorgingshuis gedaan.’
Behalve ‘Beguine’ speelde de band, tot groot genoegen van de aanwezigen, ook de Kiftliedjes ‘Tabee’ en ‘Historia de un amor’. Heijne: ‘Eigenlijk zou iedereen die een instrument bespeelt of kan zingen zoiets kunnen doen. Dat wordt zeer gewaardeerd. Als deze crisis nog langer duurt, gaan we het zeker nog een keer doen.’
Van de nieuwe plaat zijn inmiddels twee singles verschenen, ‘Donauboot’ en ‘Engelenkoor’. ‘Hoogriet is bloemrijker en gevarieerder geworden dan onze vorige albums. Eerder werkten we vaak met een vastomlijnd thema, een kapstok. Nu had ik er behoefte aan om zonder plan vooraf het muziekventiel open te zetten, zonder alles af te bakenen. Zo deed ik het ook toen ik net begon. Ik ben voor mijn kast met ordners gaan zitten [Heijne put voor teksten van De Kift uit de wereldliteratuur, mooie tekstfragmenten bewaart hij in ordners, red.], ben gaan bladeren en heb de ideeën zichzelf laten vormen. Al associërend ontstonden zo de nieuwe liedjes.’
Het is niet alleen dankzij de muziek – die theatraal van opzet is, uitbundig dan wel weemoedig getoonzet met invloeden uit punk, fanfare en balkanmuziek – dat de band in Nederland een trouwe schare fans heeft opgebouwd. Ook de met de hand gemaakte albums van De Kift oogsten altijd veel lof. Eerder verscheen werk van de Zaanse formatie al in een sigarendoos, in een fotoalbum en in gerecycled jute. Hoogriet is in de vorm van een heuse ordner gegoten. Heijne: ‘Bij De Kift veranderen dingen vaak op het laatste moment: de teksten, de volgorde van de nummers, et cetera. Wim [ter Weele, drummer en grafisch ontwerper, red.] heeft een vorm bedacht waarbij dit geen probleem is. Je kunt er naar believen iets uit halen of tussen schuiven.’
Woeste zee
Maar ook hierbij speelt de coronacrisis de band parten. ‘Het snijden en plakken van het album is wel een dingetje nu. Normaal doen onze vrijwilligers in Koog aan de Zaan dit, maar dat kan nu niet vanwege die verplichte anderhalve meter afstand. Dus laten we thuiswerkpakketjes bij de mensen bezorgen, zodat ze daar kunnen rillen en vouwen,’ vertelt Heijne. ‘Het echte handwerk dus.’
Op Hoogriet laat De Kift zich bijstaan door een aantal bevriende muzikanten. Zo wordt ‘Donauboot’ gedragen door de ritmesectie van Stuurbaard Bakkebaard. ‘Zij geven dat nummer een fantastische swing mee. Onze drummer speelt altijd iets hoekiger. Het is wel een hele rare maatsoort geworden, met rondjes van vijftien tellen. Maar als je erin meegaat, kun je er geweldig op swingen.’
Ook de band Donnerwetter speelt op een drietal liedjes mee, waaronder ‘Kolken’. ‘Ik heb ze gevraagd om dat nummer te laten ontsporen en een woeste zee te creëren waarin we allemaal ten onder gaan,’ vertelt Heijne. ‘Dat is ze goed gelukt.’
‘Blues voor F’ verwijst naar het aloude nummer ‘St. James Infirmary Blues’. Heijne: ‘Voor dat lied heb ik me laten inspireren door het verhaal “Blues voor Gaston” van de Franse absurdist en filmmaker Roland Topor. Daarin loopt een man door de duinen, hij ziet een schuur en gaat naar binnen. Achter de bar staat een jazzband te spelen. Vervolgens wordt de man door de bandleden gevolgd tot aan zijn huis. De muzikanten laten hem niet meer met rust en een van de nummers die ze spelen is “St. James Infirmary Blues”.’
Heijne ging op zoek naar andere uitvoeringen van deze klassieker en stuitte op de befaamde versie van Louis Armstrong. ‘Die langzame bluesversie met trompet is prachtig. Via dat boek, dat lied en een stuk muziek dat ik had liggen kwam ik uit bij “Blues voor F”.’
Hoepelrokken
Ook het schitterende ‘Engelenkoor’ kwam associatief tot stand. Dit is een bewerking van Marko Haavisto’s lied ‘Paha vaanii’, dat te horen is in Man Without a Past, een film van Aki Kaurismäki. ‘Een van mijn favoriete films. “Paha vaanii” is een Fins countrynummer, ik ben gaan uitzoeken waar de tekst over gaat en heb er vervolgens een Kiftversie van gemaakt.’
Heijne voegde op Hoogriet in een paar liedjes zelfgeschreven fragmenten toe, maar het merendeel van de Kiftteksten is afkomstig uit de wereldliteratuur. Een werkwijze die Heijne al sinds de beginjaren van de band hanteert. ‘Van origine ben ik muzikant. Bij het maken van muziek ken ik geen twijfels. Over het schrijven van teksten voel ik me minder zeker. Om goede teksten af te leveren – proza of poëzie – moet je van nature schrijver of dichter zijn. Dat ben ik niet. En er zijn al zo veel mooie teksten gemaakt waar ik niet aan kan tippen.’
Op Hoogriet zingt Heijne citaten van W.H. Auden, Jan Arends, Paul van Ostaijen, Rodaan Al Galidi, Joseph Brodsky, Anton Tsjechov, W.F. Hermans, en Armando. Eerder kwamen op albums al tekstfragmenten voorbij van onder anderen Baudelaire en Lucebert, en daarnaast putte Heijne vaak uit Russische literatuur.
De liefde voor taal is ook zeker aanwezig. ‘Een goede tekst, het vertellen van een mooi verhaal vind ik heel belangrijk. Als je dan toch op een podium staat… Ik vind het prachtig om mijn muziek te combineren met teksten die aansluiten bij mijn gevoel. Dan biedt het ook een meerwaarde. En volgens mij is De Kift de enige band die deze werkwijze hanteert.’
Wanneer denkt Heijne met het nieuwe album te kunnen touren? ‘In het theater kan ik me nog wel iets voorstellen bij die anderhalvemetermaatregel, eventueel sloop je er een aantal stoeltjes uit. Maar in Paradiso? Je kunt moeilijk dranghekken gaan plaatsen, dan begint het meer op een veemarkt te lijken. Misschien moeten hoepelrokken weer in de mode raken. Ja, die passen inderdaad goed bij onze muziek haha.’