VPRO Gids 22

30 mei t/m 5 juni
Pagina 5 - ‘De retorische boemerang’
papier
5

Cadeautje!

Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →

De retorische boemerang

Arnout Jaspers

Volgens Planet of the Humans is de duurzame energietransitie een hoax, en de Amerikaanse milieubeweging gecorrumpeerd door het grote geld. De milieubeweging is woedend, maar krijgt eigenlijk een koekje van eigen deeg.

Dat Planet of the Humans velen woedend maakt, is precies de bedoeling van Michael Moore, de uitvoerend producent van deze documentaire, die gratis op zijn Youtube-kanaal te zien is. Maar dat het juist Moore is die deze frontale aanval op de milieubeweging opent, maakt het voor velen extra kwetsend. De maker van Fahrenheit 9/11 en Bowling for Columbine was altijd de kampioen van links die het rechtse establishment tegen de schenen schopt. Maar nu zet Moore al zijn overgewicht achter een documentaire die invloedrijke milieuclubs als de Sierra Club en 350.org een knietje geeft.
De vraag is: serveert Planet of the Humans de milieubeweging hier niet een koekje van eigen deeg? Gebruiken de makers niet dezelfde trukendoos die eerder de makers van documentaires als Gasland of Into Eternity veel prijzen en bewondering opleverde? 
Planet of the Humans betoogt dat de transitie naar duurzame energie slechts greenwashing is voor grote bedrijven die op de oude voet verder willen. Regisseur Jeff Gibbs stelt dat de Sierra Club – ongeveer de Amerikaanse Vereniging Natuurmonumenten – op schoot zit bij miljardairs als Michael Bloomberg, en miljoenen dollars heeft aangenomen van een bedrijf dat met fracking naar gas boort. Al die zonnepanelen en windturbines en biomassacentrales zouden een rookgordijn zijn om ons het zicht te benemen op ‘het enige wat ons zou kunnen redden: greep krijgen op onze ongebreidelde menselijke aanwezigheid en consumptie’. Maar minder mensen op aarde, die minder consumeren, aldus Gibbs, dat is slecht voor de winst van grote bedrijven, dus daar heeft de milieubeweging het niet over.
De grondtoon van de documentaire is een bijna feitenvrije afwijzing van alle technologie. Gibbs  laat Nina Jablonski, een antropoloog van Penn State University zeggen: ‘Zoeken naar technologische oplossingen zal ons simpelweg op een nieuw niveau van rampzaligheid brengen.’ Dat is een vrij wankele onderbouwing voor de stelling dat overbevolking een probleem is. Maar het raakt blijkbaar een open zenuw, want critici deden dit meteen af als ‘imperialistisch’, en klimaatactivist Ketan Joshi zei er dit over: ‘De film voert een stoet van uitsluitend witte Amerikanen op, de meesten man, die benadrukken dat de planeet haar bevolking moet verminderen. Er wordt niets gezegd over welke mensen op de wereld moeten ophouden met neuken, maar op grond van de demografie van de mensen die dit eisen, kunnen we dat wel raden.’ 
Een belangrijk thema van de documentaire is dat zonnepanelen en windturbines méér CO2-uitstoot zouden veroorzaken dan ze besparen. Zulke beweringen zijn te factchecken, en uit alle life cycle-analyses blijkt dat windturbines en zonnepanelen op zich wel degelijk veel meer CO2-uitstoot voorkomen dan nodig is voor hun productie en onderhoud. Pas als zon en wind een groot deel van alle elektriciteit moeten gaan leveren, is steeds meer gasgestookt back-upvermogen nodig om te compenseren voor de grillige pieken en dalen in zon en wind. Geheel in de stijl van Michael Moore walst Planet of the Humans over zulke context heen en beperkt het zich tot oneliners, suggestieve beeldtaal en provocaties.

Familieruzie

Je zou allicht in de verleiding komen om je te verkneukelen over deze familieruzie: nu merken ze eens hoe het voelt als Michael Moore de andere kant op gaat trappen. Bill McKibben, een milieuactivist van 350.org die hier als kop van Jut fungeert, twitterde dan ook: ‘Ik ben gewend aan onophoudelijke aanvallen door de fossiele industrie, en ik heb m’n best gedaan om een leven lang doodsbedreigingen van rechts-extremisten te negeren. Aangevallen worden door anderen die zichzelf als milieuactivisten beschouwen doet meer pijn.’
Bij nader inzien valt er inderdaad weinig te lachen over de retoriek in dit debat. De demagogie van Planet of the Humans zou bij de neutrale toeschouwer precies dezelfde irritatie op moeten wekken als veel wat de milieubeweging de afgelopen decennia verkondigde over gentech, pesticiden en kernenergie. Feiten, context en nuance doen er minder toe dan de kijker of lezer meetrekken in een pakkend verhaal. Ted Nordhaus van het ‘ecomoderistische’ Breakthrough Institute noemde Planet of the Humans op zijn website ‘het spiegelbeeld van de desinformatie die de anti-kernenergiebeweging decennia lang heeft uitgevent’.
De retorische wapens die de milieubeweging decennialang zonder scrupules heeft ingezet tegen grote bedrijven, ‘foute’ wetenschap en rechtse politici, worden nu een keer tegen henzelf gebruikt
Een veel geprezen voorbeeld van dat laatste is de documentaire Into Eternity, over de bouw van Onkalo, de ondergrondse eindberging voor kernafval. Maker Michael Madsen spreekt hierin tot onze afstammelingen over 100.000 jaar, om ze te waarschuwen voor ‘het vuur dat daar tot in eeuwigheid zal branden’; voor de plek ‘die je je voor altijd moet herinneren te vergeten’. Kijkers getuigden diep onder de indruk te zijn van deze film, maar dat is vooral te danken aan hoe handig Madsen met kleur- en geluidseffecten hun emoties bespeelt. Het feit dat nucleair afval – anders dan asbest, lood of cadmium – juist niet eeuwig gevaarlijk blijft, maar al na een eeuw negentig procent van z'n radioactiviteit kwijt is, en na een paar duizend jaar nauwelijks gevaarlijker is dan natuurlijk uraniumerts – dat zal de kijker van Madsen niet te weten komen. 
Toch is van de factcheckers weinig vernomen nadat Into Eternity uitkwam. De film is in 2010 vertoond op het Idfa-festival en in 2014 op tv uitgezonden door de Ikon, en wordt nog steeds opgevoerd als argument dat het probleem met kernafval principieel onoplosbaar is.

Links-liberale hobby

Karsten de Vreugd, samen met Hidde Boersma maker van de pro-gentech documentaire Well Fed vindt dat er met twee maten gemeten wordt: ‘Als je tegen gentech of tegen kernenergie bent, kun je zo ongeveer roepen wat je wilt, maar als je daar tegenin gaat, dán moeten alle feiten kloppen.’ Boersma: ‘Laten we reëel wezen: documentaires maken is een links-liberale hobby. Kijk maar op Idfa. Ik ken zeker tien anti-gentech films, die zijn allemaal wel zo'n beetje uit hetzelfde hout gesneden.’
Well Fed is het verhaal van een moleculair bioloog (Boersma) die gelooft in de voordelen van genetische modificatie van landbouwgewassen, en zijn beste vriend (De Vreugd) die bijna alleen maar linkse en milieubewuste vrienden heeft en ‘dus’ ook tegen gentech is. Uiteindelijk gaan ze samen in Bangladesh kijken hoe succesvol de toepassing van gentech daar uitpakt.
Als je zo tegen de progressieve hoofdstroom in gaat, stuit je op weerstand. Hun film was eerst geaccepteerd door het festival Movies that Matter, maar zodra de organisatoren beseften wat de strekking was, werd deze alsnog afgewezen. De Vreugd: ‘We konden niet eens een zakelijke rekening openen bij de Triodos bank, omdat ze “geen steun verlenen aan gentech”.’ De kritiek op Well Fed ging volgens Boersma vooral over wat er niet in voorkomt: ‘Ik krijg altijd het verwijt: jij pakt één succesvol project in Bangladesh als voorbeeld, maar waarom heb je het niet over Monsanto en Round-Up? Maar daar ben ik wel achter gekomen bij het maken van Well Fed: je kunt in een documentaire eigenlijk helemaal niet zo veel vertellen. Je moet de informatie heel voorzichtig doseren, want de kijker kan niet even terugbladeren. Een flinke docu bevat ongeveer even veel informatie als een artikel van 1500 woorden (iets korter dan dit artikel, AJ).’
Into Eternity bevat een curieus moment: nota bene een voorlichtster van de Zweedse organisatie voor nucleair afval beweert, dat je vanaf nu de komende twintig jaar drie kernreactoren per dag zou moeten opstarten om China en India met kernenergie van elektriciteit te voorzien. Dat komt neer op in totaal bijna 22.000 nieuwe kernreactoren. Dit getal van drie per dag slaat nergens op, maar Madsen filmt het en knipt daarna meteen het interview af.

Intellectuele integriteit

Is een documentairemaker het niet aan zijn publiek verplicht om zulke feitelijke miskleunen te verwijderen, of op zijn minst in de film zelf ter discussie te stellen? Boersma: ‘Ik zou dat er niet in laten zitten, dat soort dingen wilde ik echt voorkomen in Well Fed.’ De Vreugd: ‘Er zijn makers die daar heel puur in zijn, ik sta daar wat anders in. Ik zie een documentaire als een beginpunt om het ergens over te hebben. Als de camera draait, dan is dat de waarheid die op dat moment gemaakt wordt. Dus ik zou het er, denk ik, wel in gelaten hebben.’
Je kunt je in theorie een wereld vol rationalisten voorstellen, die liefst documentaires krijgen voorgeschoteld in de vorm van een technische briefing. Maar bij de meeste echte mensen komt informatie pas echt binnen in de vorm van een meeslepend verhaal. En dat verhaal vatten ze dan op als de hele werkelijkheid en niets dan de werkelijkheid. Boersma: ‘Het is ongelooflijk hoeveel waarde mensen aan een documentaire hechten. Met Well Fed heb ik meer emoties aangewakkerd dan met tien jaar lang journalistieke artikelen schrijven.’ 
Uiteindelijk komt het neer op iets bijna ongrijpbaars, de intellectuele integriteit van de  maker. Die creëert met camera, microfoon en een arsenaal aan audio- en videogereedschap altijd een eigen werkelijkheid. Is dat de werkelijkheid waarin je je kijkers naar eer en geweten mag laten geloven?  In die zin serveert Planet of the Humans de milieubeweging een koekje van eigen deeg. De retorische wapens die de milieubeweging decennia lang zonder scrupules heeft ingezet tegen grote bedrijven, ‘foute’ wetenschap en rechtse politici, worden nu een keer tegen henzelf gebruikt, en vreemd genoeg is men zwaar geschokt.     
Inmiddels heeft Josh Fox, maker van Gasland,opgeroepen om Planet of the Humans van YouTube te verwijderen. Dat is ironisch, aangezien Gasland ook bepaald geen toonbeeld van nuance is en zich bedient van hetzelfde retorische arsenaal. De Vreugd: ‘Sinds wanneer heeft “links” zulke lange tenen?’

Langs de retorische meetlat

Well Fed betoogt dat gentech in de landbouw wel degelijk kansen schept en voordelen oplevert, zeker ook voor ontwikkelingslanden. Well Fed volgt de persoonlijke ontwikkeling van iemand die aanvankelijk zeer sceptisch staat tegenover gentech, maar door zijn vriend, een moleculair bioloog, tenslotte overtuigd raakt van het tegendeel. De kijker wordt geacht te geloven dat hij of zij daar live bij is, maar dat is grotendeels fictie. Boersma: ‘Die ontwikkeling heeft wel echt plaatsgevonden, maar in het jaar voordat we met filmen begonnen. Dus voor een deel zijn het inderdaad nagespeelde scènes.’

Into Eternity

Een 'mythische vertelling' over de eindberging voor hoogradioactief afval, Onkalo. Deze eindberging, 450 meter diep in de Finse ondergrond van massief graniet, is nog in aanbouw, maar zal vanaf circa 2025 de eerste containers met kernafval opnemen. Hoe artistiek mag een documentairemaker zijn eigen waarheid inkleuren? Alle scènes in de tunnels zijn achteraf in een spookachtig blauw licht gezet: de kleur van de Cherenkov-straling die gebruikte splijtstofstaven in hun waterbassins afgeven. Sleutelende technici worden gefilmd in slow motion, beeldtaal voor: ‘nu gaat er iets rampzaligs gebeuren’. De soundtrack bestaat grotendeels uit geluidseffecten van het genre griezelfilm, of klassieke treurmuziek. Over de  interviews is een Oost-Duitse grauwsluier gelegd, waardoor de experts er soms bij zitten als opgegraven lijken.

Gasland
 

Deze documentaire zette in één keer de milieueffecten van fracking op de kaart, een vorm van gaswinning die in de jaren daarvoor in de VS een explosieve groei had doorgemaakt. Gasland is vooral bekend geworden door de scène waarin stromend water uit de kraan in brand vliegt als iemand er een aansteker bij houdt. Iconisch, maar het bewijst niets. In sommige streken komt aardgas van nature veel in grondwater voor. Het is heel onwaarschijnlijk dat gas uit de diepte waarop fracking plaatsvindt in zo korte tijd het grondwater aan de oppervlakte heeft bereikt.