VPRO Gids 26

27 juni t/m 3 juli
Pagina 10 - ‘Zomerse letteren’
papier
10

Zomerse letteren

Katja de Bruin

Wie dit jaar liever in eigen land blijft, reist dankzij ons zomerboekenoverzicht van Schotland naar Panama en van Egypte naar de Gazastrook voor ontmoetingen met een stekelige grootmoeder, een Indiaans weesmeisje, een charmante sjacheraar en een huis vol slapende mannen.

Laura FreudenthalerFantoomliefde (AmboǀAnthos)

De Franse Anne woont al twintig jaar in Wenen met haar Oostenrijkse geliefde Thomas. Ze is vijftig en geeft al jaren pianoles, maar nu heeft ze een jaar vrijaf genomen om een lesboek te schrijven en weer plezier te krijgen in haar instrument. Ze moet zichzelf opnieuw leren spelen, ‘haar gehoor is geprikkeld door de vele valse tonen van haar leerlingen’. Maar het lukt niet, spelen noch schrijven, want Anne raakt er steeds meer van overtuigd dat Thomas een affaire heeft. De Oostenrijkse Freudenthaler weet stapje voor stapje onder je huid te kruipen met deze verstilde roman.

Tove DitlevsenKindertijd (DasMag)

‘Je kunt niet aan je kindertijd ontsnappen, die hangt om je heen als een vieze stank,’ schrijft Tove Ditlevsen in Kindertijd. In dit eerste deel van wat de Kopenhagen-trilogie heet, schrijft ze over de volkswijk waar ze in 1918 werd geboren als dochter van een zachtmoedige vader die twaalf uur per dag als stoker werkt en een grillige moeder die haar slaat. Een hartverscheurend portret van een gevoelig, intelligent kind dat opgroeide tot een vrouw die weliswaar ging schrijven, maar zich toch nooit wist te ontworstelen aan het milieu dat ze zo verafschuwde. Laten we hopen dat de vertaling van de twee volgende delen niet lang op zich laat wachten.

Alexis SchaitkinSaint X (Signatuur)

Schreeuwerig omslag, non-descripte titel, onbekende auteur; dit is zo’n boek dat je makkelijk links laat liggen. Niet doen, want dit is het ideale zomerboek. Het is 1995, de vakantie van een Amerikaans gezin op een Caribisch eiland eindigt met de moord op de oudste dochter, de achttienjarige Alison. Jaren later ontmoet haar zusje Claire, die destijds pas zeven was en haar grote zus adoreerde, bij toeval de man die toen verdacht werd van de moord. Wat op het eerste gezicht een trashy thriller lijkt, ontpopt zich tot een slimme en spannende roman over white privilege en sluimerend racisme.

Deborah OrrMotherwell (Lebowski)

Het Schotse stadje Motherwell werd tussen 1959 en 1992 gedomineerd door een staalfabriek, ‘twee keer zo groot als Monaco’. Daar groeide Deborah Orr, tot haar dood in 2019 columniste voor The Guardian, op in een klassiek arbeidersgezin, met een moeder die de hele dag niks anders deed dan schoonmaken, en een vader die bij de fabriek werkte. Deze prachtige memoir gaat niet alleen over opgroeien in een bekrompen milieu, maar is ook een sociologisch portret van de Britse arbeidersklasse die in de jaren tachtig werd geraakt door de ene ontslaggolf na de andere.

Albert CosseryDe luiaards in de vruchtbare vallei (Jurgen Maas)

Hij noemde zichzelf een écrivain, geen romancier. Het verhaal dient om te kunnen zeggen wat hij denkt. Geboren Egyptenaar Cossery schreef in het Frans, maar zijn romans spelen zich af in zijn vaderland. Zoals deze klassieker over Hafiz en diens drie zoons, die hun leven zo veel mogelijk slapend doorbrengen. Hun lethargische bestaan wordt opgeschud als Hafiz overweegt te hertrouwen, en jongste zoon Siraag het onzalige idee heeft opgevat om te gaan werken. Een komische klassieker waarin luiheid als religie wordt beleden.

Ane RielBeest (Prometheus)

De stille boerenzoon Mirko raakt in de ban van zijn zinnelijke buurvrouw Danica, met haar haar dat als ‘zachte, roodgouden hars’ over haar rug valt. Maar Mirko is nog maar veertien en hij moet tandenknarsend toezien hoe de gespierde dagloner Karl bij Danica intrekt. Hars, het vorige boek van de Deense Riel, werd overladen met lof en Beest is een waardige opvolger. Ook dit is een verhaal dat zindert van de (erotisch geladen) spanning, die nog versterkt wordt doordat het perspectief steeds wisselt. Dat er iets ernstig misgaat, wordt al duidelijk op de eerste pagina, waar de simpele Leon vertelt dat hij ‘iets te hard’ heeft geknepen. ‘Het kwam omdat ze gilde. Het meisje.’

Ottessa MoshfeghDe dood in haar handen (De Bezige Bij)

Als er één boek is dat weerklank zal vinden bij al die eenzame zielen die al maanden in isolatie doorbrengen, is het de derde roman van de briljante Moshfegh wel. Weduwe Vesta betrekt een eenvoudig huisje op een verlaten vakantiepark. Tijdens haar dagelijkse wandeling met hond Charlie vindt ze een briefje: ‘Haar naam was Magda. Niemand zal ooit weten wie haar heeft vermoord. Ik was het niet. Hier is haar lijk.’ Alleen is er geen lijk. Vesta raakt geobsedeerd door deze boodschap en gaat op onderzoek uit. Een razendknap, creepy verhaal over een eenzame vrouw die de greep op de werkelijkheid steeds meer verliest.

Roy JacobsenDe onzichtbaren (De Bezige Bij)

Stel je een door God en de wereld verlaten eilandje voor de Noorse kust voor, waar de vijf bewoners voortdurend in gevecht zijn met de elementen. Op dat eilandje wordt Ingrid geboren. Ze maakt het dons van de eidereenden schoon, ziet hoe de kat door een adelaar wordt meegenomen en belandt in een zwerm papegaaiduikers op de eerste dag dat haar moeder haar naar school roeit. Jacobsen schildert zonder groots drama het harde bestaan van de familie die al blij is met een bord gefermenteerde koolvis en breien in bed als verwennerij beschouwt.

Richard RussoEr is een kans (Signatuur)

We laten ons de kans niet ontnemen weer eens een lans te breken voor de meesterlijke Richard Russo, met wiens werk je een complete zomer zoet kan zijn, want hij is geen schrijver van de korte baan. Sinds Mohawk (1986) schreef hij een plank vol heerlijke romans en verhalenbundels over doodgewone Amerikanen uit doodgewone stadjes wier levens hij met liefdevolle spot beschouwt. Drie jeugdvrienden, zestigers nu, komen in 2015 bijeen en blikken terug op 1 december 1969, de dag die hun leven voorgoed veranderde omdat toen werd bepaald welke jongens naar Vietnam werden gestuurd en welke niet. Russo, zelf uit 1949, brengt niet alleen die roerige tijd tot leven, maar geeft ook impliciet commentaar op de verkiezing van Donald Trump.

Amity GaigeOverstag (Meulenhoff)

Juliet is alleen maar ‘ooit aan boord geweest van een veerpont’ als haar man Michael aankondigt dat hij zijn baan wil opzeggen om met een zeiljacht langs de kust van Panama te gaan varen. Hun huwelijk sprankelt niet erg meer sinds ze twee jonge kinderen hebben, dus wagen ze zich aan dit onbezonnen nautische avontuur. Wat er vervolgens gebeurt, wordt door Juliet verteld vanuit een inloopkast en door Michael in zijn scheepslogboek. De vorige roman van Gaige, Schröder, vonden we zeven jaar geleden al zeer de moeite waard en ook dit scheeps- en huwelijksdrama boeit vanaf het eerste hoofdstuk.

Elvira SastreDagen zonder jou (Prometheus)

Deze jonge Spaanse schrijfster begon op haar twaalfde een poëzieblog en publiceerde in de jaren daarna zes dichtbundels. Dit is haar eerste roman, waarmee ze gelijk de Premio Biblioteca Breve won, een belangrijke Spaanse prijs. Beeldhouwer Gael, vernoemd naar zijn flamboyante Cubaanse opa die jong overleed, heeft een bijzondere band met zijn grootmoeder Dora. Terwijl Gael treurt om het verlies van de onstuimige maar onberekenbare Marta, vertelt abuela Dora hem over haar relatie met haar betreurde Cubaan.

Tove JanssonZomerboek (AtlasContact)

Het boek met de simpelste titel uit deze lijst is gelijk het mooiste zomerboek dat je zult lezen. Sophia’s moeder is dood en haar vader heeft weinig tijd voor haar, dus is ze voor aandacht aangewezen op haar grootmoeder. Die heeft niet altijd zin in Sophia. Ze wil liever lezen of slapen of gewoon alleen over het strand of door het bos dwalen. Weeïg sentiment is ver te zoeken op het stille Finse eiland waar Sophia bij haar grootmoeder logeert. Precies om die reden is dit zo’n onvergetelijk boek. De dialogen tussen het onvermoeibare kind en haar stekelige oma zijn onovertroffen.

Nayrouz QarmoutDe zeemantel en andere verhalen (Orlando)

Een Palestijnse vluchteling die de eerste tien jaar van haar leven in een Syrisch vluchtelingenkamp woonde en daarna in Gaza terechtkwam; van zo iemand wil je wel eens iets lezen. Qarmout werkt inmiddels voor het ministerie van Vrouwenzaken en woont nog altijd in Gaza, dat ze in een van deze elf verhalen omschrijft als ‘een jong meisje dat de kunst van de elegantie nog moet leren’. Het leven hier wordt niet alleen geregeerd door angst voor zoemende drones en Apachehelikopters die dreigend boven de stad cirkelen, maar ook voor broers, vaders en echtgenoten die hun zussen, dochters en vrouwen met straffe hand in het gareel houden.

Gianfranco CalligarichDe laatste zomer in de stad (Wereldbibliotheek)

Toen deze roman in 1973 verscheen, werd het niet onmiddellijk een bestseller. Een jongen uit Milaan (‘die naargeestige stad’ waar ’s winters altijd een ‘lucht van mist en rokend afval’ hangt) ontsnapt aan het duffe leven dat hem wacht door zonder enig perspectief op werk naar Rome te verhuizen. Als charmante uitvreter houdt hij het hoofd boven water, totdat hij op een feestje op een bank van wit velours zijn lotsbestemming aantreft in de vorm van de breekbare Arianna, die alles drinkt zolang er ten minste veertig procent alcohol in zit. In Italië werd dit boek recentelijk herontdekt en wie het leest snapt waarom.

Riikka PulkkinenDe kinderplaneet (Arbeiderspers)

Het voelt niet zo zomers om midden in de Finse winter een kerstboom te gaan kopen met Frederika en Henrik, die net besloten hebben dat hun huwelijk voorbij is. Nu de beslissing is genomen, kunnen ze de praktische gevolgen naar begin januari doorschuiven. Maar zodra Henrik de kerstboom op 8 januari op een groen dekzeil legt (‘alsof hij een bejaarde in bed helpt’) en de kamer uit heeft gesleept, begint de scheidingsellende. Frederika wil hun driejarige dochter niet de helft van de tijd afstaan. Henrik wordt woest als ze met ‘een vaag kloteonderzoek’ over de gevolgen van co-ouderschap aankomt. Universeel, indringend gezinsdrama.

Sebastian BarryDuizend manen (Querido)

Deze grandioze Ierse schrijver werkt aan een reeks historische romans over zijn voorvaderen die losjes met elkaar verbonden zijn. Bijfiguren uit het ene boek worden de hoofdpersoon van het volgende. Zo ook Winona, het indianenmeisje uit Duizend manen, die in Dagen zonder eind al even opdook. In dat boek was Thomas McNulty nog een Ierse jongen van zeventien die dienst nam in het Amerikaanse leger, nu woont hij samen met zijn wapenbroeder, twee vrijgemaakte slaven en Winona op een klein boerderijtje in Tennessee. Barry’s boeken zijn uitstekend los van elkaar te lezen, maar wie tijd heeft begint lekker bij de eerste.

André AcimanUit Egypte (AmboǀAnthos)

Zijn beide grootmoeders spraken zes talen vloeiend, zijn oom was een tot Italiaan genaturaliseerde Turkse Jood die onder Mussolini zowel voor de Engelsen als voor de Italianen spioneerde en zelf groeide hij op in Egypte, Italië en Frankrijk. Inmiddels woont André Aciman alweer jaren in New York. Een paar jaar geleden veroverde hij een nieuw publiek dankzij de verfilming van zijn roman Call Me by Your Name. Deze kostelijke kroniek van zijn kosmopolitische familie, waarin het wemelt van de charmante sjacheraars, verscheen al in 1994, maar wordt nu opnieuw uitgegeven. Volkomen terecht, want het is een groots boek.

Munir HachemiLevende dingen (Wereldbibliotheek)

Waarschuwing: dit is geen boek voor tere zieltjes. Het gaat over het onmetelijke leed in de vleesindustrie en over uitbuiting van rechteloze arbeidsmigranten. Roemenen, Marokkanen, Algerijnen maar ook Spanjaarden. Zoals de vier studenten uit Madrid die naar Zuid-Frankrijk gaan om wat bij te verdienen met druiven plukken. In plaats daarvan belanden ze in een kokendhete kippenschuur waar ze zo veel mogelijk kippen in kooien moeten stoppen. Dit is niet alleen een aanklacht, maar ook een heel grappig, filosofisch en literair boek over een ambitieuze jongen die schrijver wil worden en in de leer gaat bij grootheden als Jorge Luis Borges en Roberto Bolaño.

Curtis SittenfeldRodham (AtlasContact)

Nooit heeft ze spijt gehad van haar huwelijk met Bill, althans, dat beweert Hillary Clinton zelf. Maar wat was er gebeurd als ze nee had gezegd tegen die man met zijn onweerstaanbare glimlach en zijn ‘warme, hese, zuidelijke stem’? Die gedachte inspireerde Curtis Sittenfeld, die tien jaar geleden met De echtgenote al een geslaagde roman over Laura Bush afleverde, tot deze what if-roman over Hillary Rodham. Geen biografie dus, geen historisch verhaal, maar fictie. Over Hillary die niet trouwt, geen kinderen krijgt en op televisie toekijkt hoe Bill met een huilend, dociel vrouwtje aan zijn zijde verantwoording aan de natie moet afleggen over zijn ontrouw.