VPRO Gids 42

17 oktober t/m 23 oktober
Pagina 10 - ‘Stof tot nadenken’
papier
10

Cadeautje!

Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →

Stof tot nadenken

Cecile Elffers

Met Dustin, een augmented-reality-game voor de smartphone, probeert VPRO Medialab je te laten meevoelen met een slimme stofzuiger. ‘Dat is een beetje intiem voor Dustin, als er een vastzittende sok uit hem wordt getrokken.’

‘Het is wel een aandoenlijk apparaat,’ zegt Denise de Meijere (24). Samen met haar zus Ena (26) heeft ze net kennisgemaakt met de slimme robotstofzuiger Dustin, in een test van VPRO Medialab. ‘Ja, hij gaf grappige antwoorden,’ zegt Ena. ‘Maar in het echt lijkt het me best eng als een stofzuiger tegen me zou praten.’

‘Wat vindt zo’n slimme stofzuiger er eigenlijk van dat hij de hele tijd je huis moet stofzuigen?’

Niels ’t Hooft

In het Smartlab van het gloednieuwe Forum Groningen, met een weids uitzicht over de stad, houden medewerkers van VPRO Medialab een laatste publiekstest van de augmented-reality-game Dustin, voordat die in première gaat op Dutch Design Week. Hier worden de laatste technische bugs in de app opgespoord.

Met de Dustin-app krijg je de besturing over een virtuele stofzuiger die je virtuele stofjes kunt laten opzuigen en die vooral ook met je in gesprek gaat. Eerst doet hij dat op een lichtvoetige, chatbotachtige manier, maar naarmate het verhaal vordert blijkt Dustin enorm met zijn ziel (als hij die tenminste heeft!) onder zijn arm te lopen. Met als gevolg dat je hem graag wilt helpen. Maar kan dat eigenlijk wel, wanneer een stofzuiger diep vanbinnen geen stofzuiger blijkt te willen zijn?

‘We hechten ons snel aan een mensachtig apparaat, helemaal als er oogjes op zitten’

Deze fascinerende kwestie is ontsproten aan het brein van Niels ’t Hooft (40), die het verhaal van Dustin bedacht. Hybride schrijver, noemt ’t Hooft zich ook wel: hij schrijft romans, maar ook scenario’s voor games en apps. VPRO Medialab nodigde hem uit om een filmscenario te schrijven over de implicaties van kunstmatige intelligentie; in plaats van een film werd dat uiteindelijk de AR-app Dustin.

‘In de toekomst zullen apparaten slim worden, maar nog steeds gaan we ervan uit dat ze een dienende rol zullen hebben; ze zijn immers gemaakt om ons te helpen,’ vertelt ’t Hooft aan de telefoon. ‘We willen niet dat robots slimmer zijn dan wij, dat zij de baas worden en ons gaan onderdrukken. Dus ja, dan moeten wij hen maar onderdrukken. Maar hoe is dat dan voor zo'n apparaat? Je zou apparaten kunnen krijgen met psychologische problemen, en daar neemt Dustin een voorschot op. Want wat vindt zo’n slimme stofzuiger er eigenlijk van dat hij de hele tijd je huis moet stofzuigen? Als ik dat zou moeten doen, zou ik er niet heel blij mee zijn. Dus het lijkt me redelijk aannemelijk dat die stofzuiger daar ook niet blij mee is.’

Grapjes

In Groningen heeft inmiddels ook Gerard Vonk (65) een testritje gemaakt met Dustin, al liep bij hem de Dustin-app door technische mankementen al snel vast. Genoeg te doen dus nog voor VPRO Medialab in de laatste weken voordat Dustin op Dutch Design Week in première gaat. Vonk staat desondanks welwillend tegenover de app. ‘Het was aardig om met Dustin te praten. In zijn conversatie zitten leuke grapjes. Ik kwam alleen niet ver in het verhaal, dus ik ben nu vooral benieuwd hoe het verder gaat. Ik ben erg geïnteresseerd in de toekomst van kunstmatige intelligentie, slimme apparaten en die hele bliksemse boel. Ik denk dat als de communicatie van computers verder verfijnd wordt we er inderdaad een emotionele band mee kunnen krijgen. Of me dat eng lijkt? Nee hoor, leuk juist! Zeker wanneer een computer net als Dustin emoties en meningen heeft: tegengas krijgen van een apparaat lijkt me heel grappig. En bijzonder als ik dat nog meemaak in mijn leven. Ik heb vroeger nog gewerkt met computers zo groot als een huis waar ponskaarten in moesten. Kijk waar we nu staan!’

Eigenaardig bij het spelen van Dustin is het verantwoordelijkheidsgevoel dat je al snel bekruipt voor de met zichzelf worstelende stofzuiger. Maar het menselijk maken van dingen zit nu eenmaal in ons, legt ’t Hooft uit. ‘Daar bestaat veel bewijs voor. Er is bijvoorbeeld een experiment geweest waarin een groep mensen samen een robot bouwt, een heel simpel ding. Vervolgens zegt de onderzoeksleider: oké, nu moet hij weer gesloopt worden, wie gaat dat doen? En niemand wil! Zo snel hechten we ons dus aan een mensachtig apparaat – al helemaal als er bijvoorbeeld oogjes op zitten. Met dat gegeven spelen we ook in Dustin.

Op een gegeven moment zuigt Dustin een sok op: hij stikt erin en jij moet als speler die sok eruit gaan trekken. En dat blijkt dan dus heel gênant voor hem te zijn. Want ja, dat is toch een beetje intiem, als jij als robotstofzuiger wordt opengemaakt en er zo'n obstakel uit je wordt getrokken. Maar dus ook dat jij niet in staat bent om het werk te doen wat je moet doen; je doet al werk wat je niet leuk vindt, en dan lukt het je ook nog eens niet… Ziedaar de mentale crisis van Dustin.’

‘Dustins problemen zijn natuurlijk eigenlijk mijn eigen problemen’

Hoewel ’t Hooft met Dustin dus vrolijk speculeert op de implicaties van emotionele robots, weet hij zo net nog niet of die er nou echt binnenkort aankomen. ‘Ja, er zijn mensen die zeggen dat dit gaat gebeuren. Maar er zijn ook mensen die twintig jaar geleden zeiden dat het over tien jaar zover zou zijn. En als je ziet hoe een computer werkt, als je weet hoe games in elkaar zitten: het is gewoon heel veel menselijk aan-elkaar-knoop- en aan-elkaar-plakwerk. Om die stap naar werkelijk bewustzijn te maken, naar echt een zelflerende agency, dat is zo’n ontzettend grote paradigmaverschuiving… Ik kan me dat eigenlijk niet voorstellen. Maar dat betekent niet dat het er niet komt.’

Sleur

In de computerziel van Dustin kon ’t Hooft ondertussen mooi zijn eigen maar al te menselijke worstelingen kwijt. ‘Dustins problemen zijn natuurlijk eigenlijk gewoon mijn problemen, in die zin is het verhaal helemaal niet exotisch. Zo ben ik zelf best slim, maar leren kan ik niet zo goed. Al vanaf mijn schooltijd worstel ik met de verwachtingen van anderen. Ik heb dat gevoel nooit echt kunnen beschrijven, maar in Dustin heb ik dat nu wel geprobeerd. Ik heb woorden gezocht voor die blokkade, die ontstaat onder druk van verwachtingen, ambities en bijna tastbaar aanwezige tegenzin.’

Cadeautje!

Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →

Zelf heeft ’t Hooft overigens geen slimme apparaten in huis. En daar zal zeker nu corona ons leven beheerst niet zo snel verandering in komen, denkt hij. ‘De verhouding van mensen tot hun huis is de afgelopen tijd heel erg veranderd. Dat idee van home automation komt toch vooral voort uit de gedachte dat je de hele dag op je werk bent, en dan bij thuiskomst gaat het licht vanzelf aan, de was is al gedaan en de boodschappen staan klaar in de koelkast. Nu zijn we voortdurend thuis en dan is dat uitstapje naar de supermarkt ineens heel welkom, want dan beweeg je nog een beetje, en tijdens een werkpauze meteen even stofzuigen blijkt eigenlijk ook wel fijn. Ja, ik denk dat we dat soort taakjes prettig zijn gaan vinden, gewoon om de sleur van alleen maar thuis zijn te doorbreken. We hoeven ze dus misschien helemaal niet meer uit te besteden aan computers.’

Laat Dustin het maar niet horen, want straks stort deze mijmering van zijn schepper hem in weer een nieuwe identiteitscrisis. Wie nieuwsgierig is geworden naar de gevoelige stofzuiger kan de Dustin-app downloaden in de appstore van Apple. Op 20 oktober wordt Dustin ook online gelanceerd op Dutch Design Week, met een talkshow waarin schrijver Niels ’t Hooft, kunstenaar/wetenschapper Koert van Mensvoort, Lonneke Gordijn (Studio Drift) en andere gasten met elkaar gesprek gaan over de relatie tussen mens en technologie.