VPRO Gids 49

5 december t/m 11 december
Pagina 90 - ‘vrijdagetalage’
papier
90

vrijdagetalage

Wat moet je op deze dag zien en horen? Lees onze etalage met programmatips, onze filmselectie en de mooiste radio: klassiek, jazz en wereldmuziek.

Kalm, vrij en precies

In dulci jubilo van Buxtehude is een fraaie ritmische zesachtstepuzzel. Een kerstlied voor beroepsmusici.

Vrijdagconcert
NPO RADIO 4 20.00-22.30 uur

In 1998 bracht de Duitse punkband Die Toten Hosen een album uit met kerstliedjes: Wir warten auf's Christkind. Van het in Nederland niet erg gangbare In dulci jubilo maken ze een klein feestje. Eerst oefenen ze nog even vlug het treffen van de eerste zangtoon. Dan galmt een orgel een gedragen voorspel en zingen de punkers het lied in koor. Zo hoort moeder het graag met Kerstmis. Maar ze houden het niet lang vol. Na het eerste couplet klinkt er een luid ‘eins zwei drie vier’ en verandert hun brave kerstzang in stevige punk met een knetterhoog tempo, rauwe stemmen en scheurende gitaren. In dulci jubilo met de nadruk op ‘jubilo’.

Opvallend bij Die Toten Hosen is de geblokte vierkwartsmaat. In dulci jubilo wordt van oudsher gezongen in een vloeiende zesachtste, de maat van veel zeemansliederen. Denk aan ‘Hoe zachtjes glijdt ons bootje’ om haar zoete deining te voelen. De u's van dulci en jubilo zijn zo lang als de a van zachtjes, dan heeft u het ritme ook te pakken.

Hoe lang is lang? Dat is het eerste probleem bij samenzang in zesachtste maat. In de muzieknotatie is het eenvoudig: de lange tonen duren twee keer zo lang als de korte. Maar dat klinkt stijf. Voor een fijne deining dienen de lange tonen net iets uitgerekt of ingekort te worden – het kan allebei en als je niet oppast doet iedereen het net een beetje anders. Het gevolg is een rommeltje waarop een punkband trots zou zijn.

Nog lastiger wordt de samenzang als een van de stemmen nog snellere ritmes zingt. De korte tonen moeten in de deining van de langere passen. Iedere stem moet vrij en golvend klinken, maar wat op dezelfde plek van de maat staat, moet samenvallen. Anders is het ongelijk. Vrij en precies – het is een hele puzzel.

Vanavond is In dulci jubilo van de barokcomponist Dieterich Buxtehude te horen op Radio 4. Hij schotelde drie zangers en enkele instrumentalisten een fraaie ritmische zesachtstepuzzel voor. Je kunt er uit afleiden dat Buxtehude de muziek niet voor de doorsnee kerstvierder heeft gecomponeerd. Een kerstlied voor beroepsmusici.

Luisterend naar enkele opnamen valt op hoe kalmpjes het lied gezongen wordt. Toch nodigt de tekst ook uit tot uitbundige zang. Nun singet und seid froh! spoort de tweede regel al aan. Dat mag niet te lijzig klinken, moeten Die Toten Hosen gedacht hebben.

MARTIN KAAIJ