Het is een fragmentarische dystopie die de eigenzinnige Amerikaan Jesse Ball schetst in zijn nieuwe roman, Het duikersspel (Querido). Na een geopolitieke ramp werd een stroom vluchtelingen in een naamloze maatschappij weliswaar asiel verleend, maar dan wel als achtsterangsburgers. De ‘kwadra’s’ krijgen een gezichtstatoeage (van een rode muts) en een duimamputatie om ze herkenbaar te maken. Ze worden ondergebracht in gettoachtige ‘kwadranten’, omringd door meedogenloze bewakers. Bovendien hebben de gewone burgers (‘patsers’) altijd een gasmasker paraat, en kunnen hen desgewenst straffeloos vergassen. Prekerige allegorie? Balls mengeling van als ijzingwekkend vanzelfsprekend gebrachte staatspropaganda, fantasievolle folkloristische horrorrituelen en empathie voor onderdrukte én onderdrukker maakt het tot een fascinerend geheel. De hongerspelen, maar dan geschreven door een experimentele zendichter.
DIRK-JAN ARENSMAN