The season to be jolly lijkt Geerten Meijsing niet per se op het lijf geschreven, maar dat weerhield hem er niet van in de afgelopen vijftien jaar Zeven kerstvertellingen (De Arbeiderspers) te scheppen, oorspronkelijk bibliofiel verschenen bij Avalon Pers. En, ja, daarin vieren stilistisch verfijnd gekanker en pittoreske bohemienmisère hoogtij. Met Meijsing en/of alter ego Erik Provenier die zich zwierig suïcidaal door de donkere dagen worstelen, zich de bourgeoisie epaterend hopen te troosten met ‘Noord-, Zuid-Limburgse amateurmodellen’ of, in het slotverhaal, bezweren: ‘Nooit meer Kerstmis’. Maar er zijn ook bommeliaanse warme herinneringen aan hoe Meijsings ‘goede en eerbiedwaardige vader’ zich in driedelig pak over haardvuur en kersteend ontfermde. En ‘De kerstpijp’ draait zowaar om een oprecht ontroerend goedegavenwondertje.
DIRK-JAN ARENSMAN