Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →
Schrijvers aan de praat krijgen
In het nieuwe VPRO-boekenprogramma Brommer op zee interviewen Ruth Joos en Wilfried de Jong elke week schrijvers en dichters over hun werk. ‘Wij zijn niet bang om het over een boek te hebben met degene die het geschreven heeft.’
Dat Wilfried de Jong (1957) en Ruth Joos (1976) voordat ze collega’s werden al vrienden waren, blijkt uit de aanstekelijke manier waarop ze elkaar in de rede vallen, aanvullen, vliegen afvangen en lof toezwaaien. Joos heeft het over ‘een sprankel’ tussen hen, die zij niet alleen zelf voelen, maar die kennelijk ook zichtbaar is wanneer er camera’s aan staan want na een geslaagde screentest waren de omroepbobo’s het erover eens dat dit duo een eigen boekenprogramma moest krijgen: Brommer op zee.
Hoewel ze een generatie schelen, vertaalt zich dat niet in vaderlijk gedrag van De Jong of bewonderende blikken van Joos. Zij is sowieso niet iemand die zich de kaas van het brood laat eten, dus we moeten niet gek opkijken als ze straks in de uitzending Wilfried op z’n nummer zet. Of hij haar.
We zitten aan de grootste vergadertafel die het VPRO-gebouw rijk is. Zojuist is hier voor het eerst de redactie van Brommer op zee live bijeengekomen. De presentatoren zijn enthousiast over de kennismaking met hun jonge redactie. Het voelde goed.
Voor De Jong is dit na programma’s als Holland sport, Zomergasten en Fotostudio De Jong een terugkeer op het oude nest, voor Joos betekent het een welkom uitstapje over de grens. In eigen land is ze een beroemdheid, hier weet niemand wie ze is. ‘Op je 44ste zonder geschiedenis opnieuw beginnen, niet op basis van je merites van vroeger. Heerlijk is dat. Dat wens ik iedereen toe.’
Eerbaar voorstel
Omdat we er niet aan ontkomen, eerst maar even het verhaal van hun vriendschap. Dan hebben we dat maar vast gehad. ‘We gaan elke keer iets anders vertellen,’ lacht Joos. Waarna De Jong zich herinnert hoe Ruth hem een jaar of zeven geleden belde om hem uit te nodigen. ‘Nee, ik stuurde je een mailtje waarin ik je een eerbaar voorstel deed.’
‘O ja, en ik antwoordde toen: eerbaar mag.’ Hoe dan ook, hij mocht dus een uurtje vinyl komen draaien in haar radioprogramma en was onder de indruk van haar kwaliteiten. ‘Er lag geen velletje papier met vragen, het ging zo associatief. Na afloop dacht ik: die maakt radio zoals het gemaakt moet worden.’
Radio maakt Joos al twintig jaar lang, elke dag. Ze presenteert De ochtend op de Vlaamse Radio 1. Daarnaast interviewt ze mensen op festivals en literaire avonden. Het is in de eerste plaats hun liefde voor het vak, interviewen, waarin Joos en De Jong elkaar vonden. Eindeloos kunnen ze het tijdens hun wandelingen langs Maas of Schelde hebben over waarom je soms al je vragen overboord moet durven gooien, hoe een gesprek soms een totaal onverwachte wending kan nemen en waarom je altijd pas na afloop bedenkt hoe het anders had gemoeten. Over het mysterie van het interview raken ze nooit uitgepraat.
Als het de liefde voor het interviewen is die hen bindt, hadden ze dus net zo goed een programma over iets anders kunnen maken? ‘Voetbal. Auto’s. Planten. Stoelen. Alles,’ zegt Joos, ‘alleen gaat de liefde voor literatuur nooit voorbij. Dat is een constante bij mij. Elke dag.’ Niet voor niets staat in haar Twitterbio: ‘Lezen en interviewen. Veel.’
Hoeveel is veel? ‘Ik lees tachtig pagina’s per uur. Als het Engelstalig is gaat het trager. In de laatste weken zit ik wel op anderhalf boek per dag. We hebben allebei het verlangen alles wat in het afgelopen halfjaar is verschenen toch even te lezen om te weten in welk bad we ons nu begeven.’
Vrouwen
De Jong is al sinds zijn schooldagen een lezer. ‘Maar ik heb ook periodes gehad dat ik manisch naar muziek luisterde. Daar kan ik me totaal in verliezen. Op een gegeven moment begon het boek de plaat in te halen. Inmiddels gaat het gelijk op. Je ziet het ook in mijn werkkamer. Boeken en platen leven naast elkaar. Nu winnen de boeken het, vanwege dit programma.’ Vanuit Antwerpen stuurt Joos graag boekentips richting Rotterdam, waarna De Jong, aangestoken door haar enthousiasme, meteen naar de boekhandel op de hoek loopt. ‘Zo heb ik bijvoorbeeld Deborah Levy gelezen. Dankzij Ruth heb ik best veel vrouwen gelezen.’ Joos: ‘Ja, sorry hè!’
De Jong: ‘Ik heb een periode gehad waarin mannen mij iets brachten wat ik blijkbaar nodig had in mijn ogen. Ruth heeft dat wel veranderd. Wat ons bindt in het lezen is dat we allebei heel erg op stijl vallen. Het gaat me vaak niet om de plot, maar om de zinnen. Hoe het geschreven is. Bij mij wordt lezen of wegleggen bepaald door stijl. Ruth wees me onlangs nog op Johan de Boose, wat een goeie schrijver is dat!’
Joos is een oeuvrelezer. Op sommige schrijvers is ze zuinig. ‘Marguerite Duras spaar ik echt op. Ik mag elke zomer een Duras lezen. Ik ben er laat toe gekomen, dus ik heb nog wat voor de boeg. Zij haalt mij elke keer onderuit.’
De Jong heeft geen literaire helden, maar heeft wel fases gekend waarin hij alles van een bepaalde schrijver wilde lezen. ‘Ik was een hele tijd in de ban van Paul Bowles. Die las verder niemand, maar ik zat helemaal in de mood van die Amerikaanse schrijver die in Tanger in vrijwillige ballingschap zat. Ik moest alles van die man lezen. Een hallucinante schrijver. Met David Vann heb ik ook zo’n periode gehad.’
Joos veert op. ‘Caribou Island, wat een boek was dat! Die scène waarin met een dood hert door de sneeuw werd gesleept! Of was dat toch een andere Vann?’
Lichtstraaltje
Terug naar Hilversum. Zijn ze ondanks hun sprankel toch niet een beetje beducht voor de risico’s van duopresentatie? Dat pakt immers lang niet altijd goed uit. De Jong heeft er veel ervaring mee, zowel in het theater als op televisie. ‘De ene keer werkt het wel, de andere keer wat minder. Als het duo klopt, kan het een meerwaarde zijn. Bij Holland sport hebben Matthijs [van Nieuwkerk, red.] en ik vijf jaar samengewerkt zonder dat we het ooit over de rolverdeling hadden. Het ging eigenlijk vanzelf.’
Voor Joos wordt het de eerste keer dat ze samen met iemand anders een programma gaat presenteren. ‘Ik heb altijd alles alleen gedaan. Maar ik zou dit programma niet alleen willen doen. Presenteren is een heel eenzaam bestaan. Het is prachtig achter die microfoon te zitten, maar de eindverantwoordelijkheid ligt altijd bij jou. Als het goed gaat is het prachtig, als het niet goed gaat rij je alleen naar huis en pieker je over dat gesprek en vraag je je af wat je fout hebt gedaan.’
De Jong: ‘Ruth zegt dat ze het niet alleen wil doen. Dat geldt dan ook voor mij. Zo’n programma samen doen geeft een combinatie van veiligheid en spanning. Dat je je gesteund weet en gedekt voelt, maar ook af en toe een tik op je neus kan krijgen. Dat vind ik leuk.’
Over de inhoud van Brommer op zee kunnen ze nog niet zo veel zeggen, ze zitten nog volop in de voorbereidingen, maar gezien de geldende reisbeperkingen zullen de gasten vooralsnog van eigen bodem komen.
Joos: ‘Wij gaan ook manieren vinden om mensen die dood zijn nog een pluimpje te geven, of buitenlandse schrijvers die niet hier kunnen komen.’
Uitgevers juichen omdat er weer een boekenprogramma is, maar er zijn helaas meer schrijvers dan plekjes aan tafel en de presentatoren laten zich niet gek maken, zegt Joos. ‘Wij maken een programma en zijn niet bezig met verkoopcijfers van de uitgeverij. Wij hoeven niet met iemand getrouwd te zijn.’
Hoewel schrijvers mensen van het woord zijn, komt niet elke schrijver even vlot uit de verf voor een camera. Geen bezwaar, volgens De Jong. ‘Hoe je iemand aan de praat krijgt, dat is ons vak. Soms moet je ander gereedschap gebruiken om ergens te komen. Als iemand de deur met een stevige schoen dichthoudt en jij weet een gaatje in die deur te boren zodat je toch een klein lichtstraaltje naar binnen laat schijnen kan dat interessanter zijn dan een deur die wijd openstaat. Er zijn zat stiltes in televisieland die legendarisch zijn.’ Joos: ‘Ja, maar dan moet er na die stilte wel een antwoord komen waar je even mee voort kan.’
Meningencircuit
Namen noemen van schrijvers die ze graag aan tafel zouden zien, doen ze in dit stadium liever niet. Ze zijn nog volop aan het lezen en willen geen valse hoop wekken. Joos: ‘We streven naar een paar goeie gesprekken aan een tafel. Dat is de basis. Dan zit je zeker in deze tijd met Nederlandstalige auteurs. Daarvan heb ik de meeste al eens geïnterviewd. Zo groot is ons taalgebied nou ook weer niet. Dus ik ga even internationaal. Wilfried zei net dat hij vooral mannen las. Hij zou naar Paul Auster grijpen en ik zou naar zijn echtgenote Siri Hustvedt grijpen. Ik vind dat een zeer slimme, intuïtief verstandige vrouw die een aantal heel goede boeken heeft geschreven. Zij vermengt heel veel kennis uit verschillende velden met elkaar.’
Klopt het dat De Jong eerder naar Paul Auster zou grijpen? ‘Ik heb wel een flink rijtje van hem staan. Wat ik interessant aan hem vind, behalve dat hij een mooie stilist is, is dat hij dingen uitprobeert. Neem 4321, dat hele dikke boek van hem, daarin wordt hetzelfde verhaal vier keer op een andere manier verteld. Ik ben ook een enorme Johan Harstad-fanaat. Max, Mischa & het Tet-offensief vond ik echt geweldig. De fijnste boeken zijn boeken waarvan je niet kunt vertellen waar ze nou precies over gaan. Iets niet begrijpen vind ik eigenlijk altijd spannender, zoals je bij freejazz de muziek niet kunt begrijpen omdat die niet logisch is. Dat heb ik bij dat boek ook. Is het een liefdesgeschiedenis? Gaat het over iemand die ontworteld raakt? Of over de theaterwereld? Het is een heel grillig boek waar je echt een maand in kunt wonen.’
Hoewel ze natuurlijk primair schrijvers van pas verschenen boeken zullen uitnodigen, zijn ze volgens De Jong niet van plan zich louter door de actualiteit te laten leiden. ‘Van de Librisshortlist hadden we allebei vijf van de zes genomineerden al gelezen, dus dat is een goed teken. En we hebben allebei Sander Kollaard nog even gelezen, want je wilt toch ook de winnaar van vorig jaar gelezen hebben. Vonden we allebei heel goed trouwens. Maar actualiteit hoeft wat mij betreft geen agendapunt te zijn. Ik denk dat wij niet heel erg in het meningencircuit gaan zitten.’
Joos: ‘Het zou raar zijn om te beginnen met een boek dat vier maanden geleden is verschenen, maar het belangrijkste is of het iets voor ons is. Puur journalistieke onderwerpen zijn beter voor een ander programma, en we gaan het ook niet over een proefschrift hebben. Laten we vooral ook durven om diegenen die niet zo vlot of fotogeniek zijn uit te nodigen. Een gesprek kan een hoog literair gehalte hebben of een halve roddelrubriek zijn. Het kan allemaal, als je er maar onbeschroomd en onverschrokken in gaat. Dikwijls wordt geprobeerd alles in rubrieken te gieten om het maar niet over boeken te hebben. Wij zijn niet bang om het over een boek te hebben met de man of vrouw die het geschreven heeft. Mijn ervaring is dat mensen het leuk vinden als je er zelf zin in hebt.’
Brommer op zee
NPO 2, zondag 18 april 19.20-20.20 uur
Cadeautje!
Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →