Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →
‘Waarom moet je eigenlijk uit de kast komen?’
In De roze revolutie kijkt Michiel van Erp terug op de historie van de LHBTQIA+-beweging in Nederland. In de VPRO Gids gaat een vertegenwoordiger van de nieuwe generatie met hem in gesprek. ‘Ben jij een beetje activistisch?’
In de nieuwe vierdelige VPRO-serie De roze revolutie neemt regisseur Michiel van Erp (1963) de LHBTQIA+-beweging in Nederland onder de loep: van de viering van seksuele vrijheid in de jaren zeventig, waarin Nederland als het mekka voor homoseksuelen gold, tot de groeiende intolerantie van nu. Van Erp spreekt met de pioniers van toen en met de nieuwe generatie LHBTQIA+’ers.
Sinds ik – geboren in 2000 – zelf uit de kast ben gekomen als homo hoor ik ook bij deze gemeenschap, waar een vlag in alle kleuren van de regenboog aangeeft dat geen enkele variant van seksuele gerichtheid en genderidentiteit uitgesloten wordt. En omdat ik voor mijn gevoel nieuw ben in deze wereld moet ik daar nog van alles over leren. Of, zoals Van Erp tijdens ons gesprek zei: ‘Je hebt nog veel te ontdekken. Dat is misschien een mooier woord.’
Van Erp: ‘Dat was in 1998. Jij moest nog geboren worden. Het was een soort Olympische Spelen maar dan voor LHBTQIA+-’ers. Die verplaatste zich elke vier jaar naar een ander land en dat jaar was het dus in Amsterdam. En wat toen wonderlijk was; als je over de straat liep in Amsterdam waren de hetero’s gewoon zwaar in de minderheid. Ik heb tijdens het maken van de serie vaak gehoord dat dit voor veel mensen voelde als een soort euforie: “Eindelijk, we zijn in de meerderheid!” Vlak daarna, in 2001, kwam de openstelling van het huwelijk voor LHBTQIA+’ers. Uit de hele wereld wilden mensen hier naartoe, omdat het zo’n vrije stad was. Zó gay-friendly. Dat is nu allang niet meer zo.’
‘Ja, het afgelopen jaar merkte ik dat ik een beetje laconiek was geworden over hoe de heterowereld omgaat met de LHBTQIA+-wereld. De flauwe grappen, de scheldpartijen. Waarom leg ik me daarbij neer? Ik maak deze documentaire dus om een bijdrage te leveren aan onze maatschappij.’
‘Jazeker. En dat het een soort spiegel is voor de gemeenschap. Ik denk dat wij ons, met alle letters van de lettersoep, moeten verenigen om ons te laten zien aan iedereen. Ben jij een beetje activistisch?’
‘Ja, ik vind dat veel dingen voor lief worden genomen. Maar zelf, als LHBTQIA+-community, moeten we ook stelling nemen. Voor onszelf opkomen. Kijk bijvoorbeeld naar dat gedoe met Youp van ’t Hek, die in zijn NRC-column schreef over een “pisnicht”. Dat komt ook maar voorbij alsof het normaal is. Dat is toch raar? En dan moeten we het als een grap zien, maar ik vind het helemaal niet grappig.’
‘Daar heb ik heel veel bewondering voor. Ik kan heel jaloers zijn dat je een beetje op onderzoek mag en daar ook helemaal niet uit hoeft te komen. Dus als je niet weet of je je identificeert als jongen of meisje dan is het ook goed. Dat vind ik heel bijzonder.’
artikel gaat verder onder het kader
Joost Vosman (2000) studeert journalistiek aan Hogeschool Windesheim. In 2019/2020 liep hij stage bij de VPRO Gids en momenteel volgt hij een dragqueen en een cosplayer voor een documentaire over mensen en hun alter ego.
‘In mijn beleving was je vroeger homo, lesbisch, bi, transseksueel of hetero. Maar nu is die waaier aan mensen en identiteiten veel groter. Misschien was dat vroeger ook wel zo hoor, alleen werd het niet benoemd. Dat is een groot verschil met nu.’
‘Ja. Al zijn er nog genoeg dingen om voor te vechten. Daarom vind ik het mooi om te zien dat scholen het initiatief nemen om genderneutrale toiletten te openen of acties organiseren, zoals Paarse Vrijdag, waarbij scholieren de kleur paars dragen om hun solidariteit te tonen met de LHBTQIA+-community.’
‘Ja, dat denk ik wel. Ik heb zelf geen problematisch coming-outverhaal. Sinds mijn veertiende weet ik dat ik homo ben en ik ben altijd een gelukkige homo geweest. Op een gegeven moment heb ik het aan mijn ouders verteld en dat was het dan. Punt. Maar ik denk dat homo’s en lesbiennes nu veel zichtbaarder zijn dan toen. Tegenwoordig zijn mensen veel meer bezig met hun identiteit, ze dragen die ook meer uit. Dat was vroeger minder.’
‘Ik denk wel dat ik dat gemist heb, ja. Het was er gewoon echt niet. Maar nu moeten we op een punt komen dat homostellen ook niet meer opvallen. Eigenlijk nog een stap verder dan representatie.’
‘Dat ben ik helemaal met je eens. Waarom moet je eigenlijk uit de kast komen? Het gaat er vooral om dat je van jezelf houdt. Je moet jezelf vieren, maar dat moet je op je eigen manier doen. Je bent niemand iets verplicht.’
De roze revolutie
NPO 2, maandag 10 mei 20.35-21.30 uur
Cadeautje!
Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →