Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →
Voorbij het spandoek
De straat op gaan om te demonstreren mag dan weer mode zijn, het is maar de vraag of het ook effectief is. Jan Beddegenoodts onderzocht voor VPRO Tegenlicht nieuwe vormen van activisme.
Hoe ziet de toekomst van protest eruit? Die vraag stellen regisseurs Jan Beddegenoodts en Jos de Putter in de eerste aflevering van een nieuw seizoen VPRO Tegenlicht. Wij spraken de Vlaamse Beddegenoodts, die al tien jaar lang films maakt over de wereld van protesten en raves en zich onder meer onderdompelde in de undergroundscenes van Palestina en Tbilisi.
De aanleiding voor het Tegenlicht-onderzoek naar de toekomst van protest was covid-19, vertelt Beddegenoodts. In april van dit jaar verzamelden demonstranten zich massaal, maar op keurige afstand van elkaar, op het Rabinplein in Tel Aviv om te demonstreren tegen premier Netanyahu. Beddegenoodts: ‘Je associeert protesteren toch met massa’s mensen die schouder aan schouder de straat op gaan. Bij het zien van die beelden dachten we: op welke manieren gaat dat evolueren? Als je vervolgens verder onderzoek doet, kom je bij denkers uit die al veel langer bezig zijn met de vraag of de gangbare manier van protesteren nog wel effectief is.’
Het is namelijk niet alleen de huidige pandemie die de effectiviteit van ‘gewoon’ demonstreren – dus met borden en leuzen de straat op gaan – ter discussie stelt. In de Tegenlicht-uitzending komen mensen aan het woord die al hun hele leven met protest bezig zijn. Zij stellen tegenover rondlopen met een spandoek een aantal alternatieve strategieën: van directe actie tot performancekunst.
Wat is er mis met de straat op gaan om verandering te eisen?
Jan Beddegenoodts: ‘De mensen die wij spraken denken na over de grenzen aan de effectiviteit daarvan. Neem Micah M. White, een van de oprichters van Occupy. Dat was een van de breedst gedragen protestbewegingen van de afgelopen jaren, en toch is de ongelijkheid in de wereld alleen maar groter geworden. Blijkbaar is het voor machthebbers veilig om massaprotesten te negeren. White raakte gedesillusioneerd en schreef het boek The End of Protest, over hoe demonstreren eigenlijk niet langer werkt. De kunstenaar-activist John Jordan gaat nog verder en zegt: politici vinden demonstraties helemaal niet erg. Ze zijn er zelfs door gevleid: mensen vragen hun iets, het bevestigt hun macht.’
Wat stellen zij daartegenover?
‘Verschillende dingen. John Jordan gelooft in directe actie. Hij noemt de massale antioorlogsprotesten in 2003. Miljoenen mensen gingen de straat op, maar de Irakoorlog ging gewoon door. Als een drietal actievoerders zich had vastgebonden aan een vliegdekschip, had dat misschien meer impact gehad, zegt hij. Jordan woont op ZAD, Zone À Défendre: een bos in Frankrijk waar activisten met succes de bouw van een vliegveld hebben tegengehouden. Zij hebben in dat bos een collectieve leefgemeenschap opgericht: een anarchistisch experiment gebaseerd op het idee van de commons. Carola Rackete, die we kennen als kapitein van een van de Sea Watch-schepen, deed iets vergelijkbaars in Duitsland. Ze is betrokken bij de boombezetting in Dannenröder Forst om de bouw van een nieuwe snelweg te voorkomen. Zij zeggen allebei: vragen om verandering werkt niet meer, je moet gewoon handelen.’
Directe actie levert ook meer gewelddadige confrontaties op.
‘Inderdaad. De Franse regering stuurde tot drie keer toe het leger af op ZAD om de bezetting op te breken. Er zijn ook mensen die een hele andere weg kiezen. Micah M. White besloot bijvoorbeeld op het World Economic Forum in Davos te komen spreken en de dialoog aan te gaan met de elite. Dat is controversieel in activistenkringen, maar hij zegt: we staan nu voor zo’n grote uitdaging, dat een tijdelijke wapenstilstand noodzakelijk is. Het is een poging om een positieve kracht voor verandering in stand te houden en niet in wanhoop te vervallen. Dat is iets waar activisten sowieso moeite mee hebben: hoe maak je protest duurzaam? Hoe blijf je gemotiveerd terwijl je ziet dat er eigenlijk weinig verandert?’
‘Een andere weg is die van kunstenaar Artúr van Balen. Wat hij doet gaat meer richting performancekunst. Hij maakt opblaasbare sculpturen die een speelse en poëtische laag toevoegen aan protesten. In de uitzending laten we een actie zien waarbij mensen met lichtgevende sculpturen op hun rug in een choreografie door de openbare ruimte bewegen, verspreid over de hele stad. Zo wordt protest een spektakel. Dat is visueel erg sterk, waardoor het online en via de media wordt opgepikt. Dat kan effectief zijn, maar tegelijkertijd hebben sommige activisten er moeite mee. Spektakels worden volgens hen “opgezogen door het systeem” en dat kan contraproductief werken. Bij de Black Lives Matter-demonstraties deze zomer zag je dat grote corporaties de antiracismeboodschap gretig omarmden. Protest is tegenwoordig overal, maar verandert er ook echt iets? Daarover spraken we bijvoorbeeld met de Franse Black Lives Matter-activist Assa Traoré.’
John Jordan zegt: activisme is nooit zelfopoffering, het is plezier. Mag protest een feest zijn?
Cadeautje!
Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →
‘Het is dubbel. Ik denk niet dat alles altijd alleen maar leuk moet zijn. Maar wat ik mooi vind in Jordans betoog is dat hij zegt: er moet een duidelijk “nee” zijn, maar ook een duidelijk “ja”. Nee, wij willen in dit bos geen vliegveld. Maar ja: wij laten ook zien dat er een andere manier van samenleven mogelijk is met een onafhankelijke, zelfsturende gemeenschap. Daarin zit een levensvisie, een utopisch denkbeeld. Het spreekt tot de verbeelding, en dat is wat we nu nodig hebben.’
VPRO Tegenlicht
NPO 2, zondag 10 januari 22.10-23.00 uur