Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →
Gezin zonder grenzen
Dichter Kira Wuck groeide op bij totaal anarchistische ouders en werd op haar zestiende wees. In haar debuutroman Knikkerkoning maakt ze de balans op. ‘Mijn Finse oma mag dit boek nooit lezen.’
Kira Wuck was elf jaar toen haar moeder overleed aan een fatale combinatie van drank en pillen. Ze was 33 en al jaren alcoholist. Voor haar enige kind kon ze allang niet meer zorgen. Dat deed Kira’s vader. Hij overleed aan kanker toen ze zestien was.
In Knikkerkoning, een roman die ze zelf ‘voor negentig procent autobiografisch’ noemt, reconstrueert Wuck het leven van haar ouders en haar eigen jeugd, die ronduit anarchistisch was, maar waarop ze met meer warmte dan wrok terugkijkt.
In 2012 debuteerde Kira Wuck met Finse meisjes, een dichtbundel die breed werd geprezen. Dat deze nieuwe dichter een Finse moeder en een Indonesische vader had, werd in elke recensie vermeld. Finse meisjes werd vier keer herdrukt en dat zegt alles over het succes dat Wuck van meet af aan had. Ze trad zo vaak op dat ze er min of meer van kon rondkomen. Er zijn maar heel weinig Nederlandse dichters die haar dat na kunnen zeggen.
Na een tweede poëziebundel volgden korte verhalen, en nu dus een roman. Want hoewel flarden van haar ongewone jeugd terugkomen in haar eerdere werk, had ze de ruimte van een roman nodig om het hele verhaal te vertellen. Dat verhaal begint bij haar moeder, Anne, die opgroeit in Finland met een drankzuchtige vader en een overbeschermende moeder. Anne is een figuur van mythische proporties: hyperintelligent en beeldschoon, maar ook ontremd en destructief. Op haar zeventiende vertrekt ze naar Amsterdam, waar ze van het ene naar het andere drugshol trekt en zichzelf in moordend tempo de vernieling in drinkt.
Kira Wucks vader Otto groeit op als een van de vele kinderen van een KNIL-militair. Otto’s moeder sterft jong, zijn vader hertrouwt en krijgt met zijn tweede vrouw nog een huis vol nieuw nageslacht. Hij regeert die almaar uitdijende kinderschare met ijzeren vuist en houdt er ronduit sadistische opvoedmethodes op na. Otto houdt het thuis al jong voor gezien en ook hij vertrekt naar Amsterdam.
Het zijn de wilde jaren zeventig: hippies zitten in het Vondelpark elkaars haar te kammen, hare krisjna’s lopen tamboerijnend door de Kalverstraat, junks zijn in de weer met lepels en zilverfolie en in elk kraakpand kun je als nieuwkomer je mottige slaapzak uitrollen.
Toch maar geen abortus
De liefde tussen Anne en Otto is bepaald geen romantische geschiedenis. Hoe ze uiteindelijk in het stadhuis terechtkomen, is exemplarisch voor hun rommelige leven. Toch komt er in 1978 een baby, nadat Anne in de trein op weg naar de abortuskliniek van gedachten is veranderd.
Inmiddels is hun dochter ouder dan zij ooit zijn geworden en heeft ze geprobeerd hun geschiedenis te vertalen in een roman die ze zelf een eerbetoon noemt. Niet voor niets staan achterin het boek een paar foto’s van haar ouders. Via Skype vertelt Wuck aarzelend en tastend naar de juiste woorden hoe je dat doet, schrijven over je ouders als personages.
Het artikel gaat verder onder de foto's
Kunstenaar Elske Verdoorn liet zich inspireren door Kira Wucks debuutroman. Vanaf 15 februari is haar kunst twee weken te zien bij boekhandel Athenaeum, Amsterdam.
‘Mijn ouders waren bijzondere mensen, bijzonder genoeg om een boek over te schrijven. Maar je wilt niet alleen de positieve dingen vertellen. Ik vond het makkelijker om ze als kind te beschrijven; om over ze te schrijven als volwassenen was moeilijker, omdat dat is hoe ik ze me herinner. Ik wist dat dit verhaal mijn eerste roman moest worden, maar het was wel een lijdensweg. Ik heb veel versies geschreven om de juiste vorm te vinden.’
Om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen van het leven van haar ouders spoorde ze oude vrienden op en ging ze langs bij familieleden. Ze vond oude brieven en, als geschenk uit de hemel, het dagboek van haar vader.
‘In de drie jaar voordat ik geboren werd schreef hij elke dag op wat hij had gedaan: naar welke film hij was geweest, wanneer hij weer eens ruzie had met Anne. Het gaf heel nauwkeurig beeld van zijn dagelijks leven. Van een ex van mijn vader kreeg ik een stapel brieven die hij haar in de jaren zeventig had geschreven. Daarin vertelde hij ook hoe hij Anne ontmoette. Uiteindelijk is mijn moeder het hoofdpersonage geworden.’
Hoewel Wuck liefdevol over haar ‘Mimi’ schrijft, verbloemt ze niet haar onvermogen om voor haar dochter te zorgen. Telkens opnieuw verdwijnt ze zomaar uren, dagen of zelfs weken uit beeld, om ineens weer op te duiken. Er zijn mannen, veel mannen, en er is veel drank.
Gaandeweg vraag je je af hoeveel er klopt van het cliché van de Finse ziel zich alleen staande kan houden met behulp van flinke hoeveelheden alcohol. Volgens Wuck, die een paar keer per jaar in Finland is en er veel vrienden heeft, klopt het aardig.
‘Als je naar Finse verjaardagen gaat, zit iedereen aan het begin van de avond in zichzelf gedoken, maar een paar uur later is iedereen helemaal open en vertellen ze elkaar alles. Dan is er geen enkele schaamte meer. Ik heb wel eens Zoomafspraken met mijn Finse vrienden en dan zit mijn vriend op de achtergrond mee te luisteren. Hij heeft dan het gevoel dat hij naar een begrafenis zit te kijken. Finnen zijn niet snel enthousiast en zitten niet te joelen of te schreeuwen.’
Liftend op vakantie
Hoewel Wuck qua karakter veel meer op haar Indische vader lijkt, voelt ze zich het meest thuis in het land van haar moeder. Ze heeft in de loop der jaren een hechte band met haar oma opgebouwd, die ook in Knikkerkoning voorkomt.
‘Daarom mag het boek echt niet vertaald worden naar het Fins; dat zou ze niet overleven. Mijn oma is al negentig en ze heeft een heel ander beeld van het leven van haar dochter en hoe ze is overleden. Ze heeft daar haar eigen verhaal van gemaakt en dat ook zo aan vrienden en familie verteld. Ik wil daar niet te veel afbreuk aan doen en haar een beetje beschermen.’
Dat ze een nogal ongebruikelijke jeugd had, realiseerde Wuck zich pas toen ze tegen de dertig was. Vriendinnetjes dachten dat het bij haar thuis altijd feest was. Haar moeder danste op elk verjaarsfeestje dronken door de kamer en haar vader stelde weinig grenzen.
Cadeautje!
Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →
‘Hij ging met mij om alsof ik een volwassene was. Ik mocht zo laat opblijven als ik wilde, ik speelde tot ’s avonds tien uur op straat en hij liet me films zien waarvoor ik eigenlijk nog te jong was. 1984 zag ik toen ik tien was, van die ratten heb ik veel nachtmerries gehad. Maar hij nam me ook mee naar het theater. Ik herinner me flarden van toneelstukken die ik in Jeugdtheater De Krakeling heb gezien. Ik heb wel een brede opvoeding gehad.’
Dat begrip moet je ruim nemen. Het gezin ging liftend op vakantie, rijdt altijd zwart en als het geld weer eens op is, lenen of bedelen ze wel wat bij elkaar. In een van de laatste hoofdstukken van Knikkerkoning beschrijft ze hoe ze samen op vakantie gaan naar Boedapest, waar haar vader eerst wordt opgelicht door een illegale geldwisselaar en daarna zijn overgebleven geld verliest met balletje-balletje.
‘O ja, dat was zo’n leuke vakantie! Mijn vader raakte al zijn geld kwijt. Ik zag het als een avontuur. Hij raakte niet in paniek maar gaf mij altijd de indruk dat alles zichzelf wel oplost. Mijn vader was echt streetsmart. Ik zag laatst die film van Miranda July, Kajillionaire. Hij gaat over een stel sjoemelaars die me deden denken aan mijn ouders. In dat filmgezin ontbrak de liefde die ik wel kreeg, maar de manier van overleven was heel herkenbaar. Ik had een hele avontuurlijke jeugd. Voor mij heeft het goed uitgepakt, maar voor kinderen die minder goed grenzen voor zichzelf kunnen stellen had het mis kunnen gaan.’
Kira Wuck
Knikkerkoning
uitgeverij Podium