VPRO Gids 21

22 mei t/m 28 mei
Pagina 26 - ‘Achter de magie’
papier
26

Achter de magie

Hugo Hoes

In De magie van Studio Aalsmeer beschrijft tv-regisseur Bert van der Veer de plek waar Joop van den Ende met zijn sterrenshows de televisiewereld voorgoed veranderde. Als regisseur liep Van der Veer er zelf ook jaren rond. ‘In Hilversum zijn beloftes geen reet waard.’

Rudi Carrell in 1-2-3 show

Het is begonnen met Roland de Groot, wiens decors te groot waren voor Hilversum.

Bert van der Veer (1951): ‘En met Joop van den Ende, omdat hij de formule van de 1-2-3 show niet wilde aantasten. Die show kwam uit Spanje, Un, dos, tres en daar werden enorme decors gebruikt. Alleen was er in Hilversum geen enkele studio waar dat in paste. Dat was een probleem en Joop, die de show maakte voor de KRO en de Zonnebloem, wilde per se dezelfde grote aanpak. Tot hij langs de leegstaande veilinghal reed. Daar was het koud, het stonk en er was een watergang, zodat de bootjes met bloemen naar binnen konden varen. Best wel vies. Maar in retrospectief een buitengewoon vermetele actie om daar een studio te beginnen, want er kon heel veel.’

Als eerste werd de 1-2-3 show daar opgenomen.

‘Uítgezonden, niet opgenomen. Het was live. Voor mij is dat een heel belangrijk verschil. Ik erger me altijd dood als mensen zeggen: de opname van Jinek heeft plaatsgevonden in Amsterdam. Néé, dat was een live-uitzending.’

Rudi Carrell werd presentator. Was hij de eerste keus?

‘Ik geloof het wel. Het was een gewaagde keuze. Rudi floreerde in Duitsland en wilde wel voor een paar maanden naar Nederland. Hij was nooit zonder ambitie en had nog een punt te maken. Want hoewel hij in Duitsland enorm succesvol was, kreeg hij hier geen applaus.’

Beetje rancuneus.

‘Ja, maar dat is een goede motor. Joop van den Ende heeft dat ook wel gekend.’

‘Ik ben journalist, geen regisseur. Een regisseur volgt iets. Ik wil bijdragen aan de overdracht van meningen, emoties en gedachten’

Bert van der Veer
Carrell komt in uw boek niet over als een makkelijke man.

‘Het was een klootzak. Niet makkelijk is een enorm eufemisme. Die man was vreselijk! Een dictator. Een schreeuwlelijk en een ruzieschopper als het niet ging op de manier zoals hij wenste. Als journalist van de Tubantia ben ik ooit in Bremen geweest bij een uitzending van zijn Am laufenden Band. Was een prima show, en in Nederland gaat dan na afloop de muziek aan en de bar open. Beetje feest. Tot mijn verbijstering werd daar echter een kwartier na afloop iedereen bijeen geroepen om op de tribune met Rudi de hele show terug te kijken. Met de complete ploeg inclusief kandidaten, en dan wees Rudi ze op hun fouten. Zelfs de kandidaten kregen op hun flikker waarom ze niet dit of dat hadden gezegd.’

Verschrikkelijk.

‘Zo was het dus niet in Aalsmeer, maar als een karretje te laat kwam of een figurant stond niet op de juiste plek ontplofte hij. Rudi had ook clashes met Joop, die zijn eigen opvattingen had over hoe zo’n programma gemaakt moest worden. Rudi weigerde bijvoorbeeld de Zonnebloem te noemen. Hij vond dat hij er niet was om een charitatief programma te maken, maar om de show te doen. Anderen moesten maar geld binnenhalen. Ook was er een enorme discussie over de omgang met de kandidaten. Hij wilde afstand bewaren, vousvoyeren, terwijl Joop vond dat hij iedereen moest tutoyeren. In Duitsland was het ook nooit Rudi, maar immer Herr Carrell.

Bert van der Veer

De 1-2-3 show werd een succes.

‘Ja en het is daarna nog een seizoen doorgegaan met Ted de Braak. Was nog succesvoller. Vond Rudi niet leuk.’

U deed de shows van Henny Huisman.

‘Henny was drummer bij Lucifer en had een playbackshow bedacht waarmee hij door het land trok. Maar omdat hij dolgraag iets bij televisie wilde doen nodigde hij iedereen in Hilversum die hij kon bereiken uit om in zijn jury plaats te nemen. Al was het de portier van de NCRV-studio. Was wel slim van hem en als regisseur van Toppop was ik hoog in rang. Ik naar discotheek Studio 54 in Rotterdam, waar ik een geweldige avond had. Henny was zo grappig. Fel, dan weer vilein of aardig. Je kon hem alleen met Paul de Leeuw vergelijken. Later kwamen we elkaar weer tegen. Hij was toen inmiddels door Joop ontdekt en zei: als ik ooit het lef heb om Joop aan te spreken en eisen te stellen, vraag ik of ik jou als regisseur kan krijgen. Maar, en dat weet jij ook, in Hilversum zijn beloftes geen reet waard. Loyaliteit bestaat niet. Is echt onzin, dat gebeurt nooit. Maar het gebeurde toch! Hij belde met de vraag of ik de Miniplaybackshow wilde regisseren.’

Klinkt klein, maar dat was een groot programma.

‘Showtrap, jury, winkeltje waar de kandidaten werden ontvangen en 600 man op de tribune. Niet echt ingewikkeld. Iedere show had een showtrap en ballet en zo. Joop was daar gek op, ik iets minder.’

‘Als Joop niet lachte was de grap niet leuk. Al pieste iedereen op de tribune in de broek’

Wat maakt regisseren wel ingewikkeld?

‘Regisseren is regisseren. Destijds had ik vijf camera’s tot mijn beschikking en je moet doet wat je moet doen. Neem de Soundmixshow. Stel, jurylid Jacques d’Ancona heeft een lullige opmerking gemaakt over een kandidaat die net geprobeerd heeft Elvis Presley te imiteren. Dan is het niet belangrijk om d’Ancona in beeld te hebben, maar de imitator, want die krijgt de dreun. Dáár zit de emotie. Niet bij d’Ancona. Die hoef je alleen maar te horen. En als Henny Huisman daarna zegt “joh, trek het je niet aan, want wat weet die clown uit Groningen er nu van” dan moet je een two shot hebben van het moment dat de innigheid tussen Henny en die kandidaat toont. Dat is een beetje waar het op neerkomt. Kortom: er zo veel mogelijk uit halen. Het is niet zo gek dat ik daarna al die talkshows ben gaan doen, zoals Barend & Van Dorp, Pauw & Witteman en Jinek. Ik ben journalist, geen regisseur. Een regisseur volgt iets. Ik wil bijdragen aan de overdracht van meningen, emoties en gedachten. Dat maakt het vak talkshowregisseur interessanter. Ik had ook een ander pad kunnen inslaan en dan had ik nu The Voice geregisseerd. Moet er niet aan denken. Daar gebruiken ze wel twaalf camera’s, zou ik duizelig worden.’

De sessies van Van den Ende bij Huisman thuis zijn om te smullen.

‘Vreselijk. Samen kijken. Met de VCR-videorecorder, zonder afstandsbediening, steeds maar vooruit- en weer terugspoelen. Zo’n show duurde misschien anderhalf uur, maar op zondagavond zat Joop wel vijf uur lang bij Henny in de huiskamer het programma te bespreken. Elk detail. Zo is hij gevormd tot de Henny die iedereen kent. Met dat Paul de Leeuwerige eraf geschaafd, meer middle-of-the-road. Lief zijn tegen de kandidaten, ze optillen en zelf bescheiden blijven.’

Wat maakt Brandsteder, Brink en Huisman geschikt voor hun shows? Wat hebben ze gemeen?

‘Het is een vorm van exhibitionisme. Het zijn aandachttrekkers. Dat moet je zijn, anders ben je niet gemotiveerd. Het zijn ook mensen die houden van mensen, of heel goed kunnen doen alsof ze van mensen houden. En aan de kant van de kandidaten staan. Henny had dat heel erg, Ron ook wel, Jos minder. Willem Ruis ook. Die was briljant en eigenlijk de beste, maar die zat niet in Aalsmeer.’

Er is meer.

‘Ze hebben de wil tot scoren en durven daar ook ver in te gaan. Soms ook te ver, zoals het bad met tomatensoep uit Ron’s honeymoonquiz waarin de bruid kon belanden. Vrij smakeloos.’