‘Moeten zij een stem hebben, die eerst ja zegt en dan weer nee?’ zegt acteur Gijs Scholten van Aschat misnoegend in het eerste deel van Romeinse tragedies, een samensmelting van drie Shakespearestukken. ‘Een volk dat niet kan heersen en nooit beheerst kan worden?’ Aan het woord is het personage Coriolanus, die in een senaatscène het vuur na aan de schenen krijgt gelegd door de volkstribuun, ambtenaren die de belangen van het volk zeggen te behartigen. Coriolanus is tegen zijn zin consul gemaakt, een voetstuk waar hij niet veel later vanaf geworpen zal worden. Het volk bewondert zijn daadkracht en militaire leiding, maar later hekelt men diezelfde kwaliteiten juist. Een wispelturige bevolking, een leider die zijn volk niet goed aanvoelt, populisten die zich voordoen als de stem van het volk – het zal ons bekend in de oren klinken.
Romeinse tragedies zijn overal
De VPRO zendt een tiendelige tv-bewerking uit van Romeinse tragedies, een voorstelling die regisseur Ivo van Hove losjes baseerde op werk van Shakespeare. Het stuk lijkt nog actueler dan toen het in 2007 première ging. We spreken Van Hove en acteur Hans Kesting over politiek, media en imago. ‘Er huizen meerdere identiteiten in ons.’
Opmerkelijk, want het stuk werd al in 2007 voor het eerst opgevoerd door Internationaal Theater Amsterdam (ITA). Talloze keren is het met succes hernomen, het reisde de wereld over en kreeg ook in Groot-Brittannië en Amerika lovende kritieken. Nu is er een tiendelige ‘televisieverfilming’ – volgens regisseur en ITA-directeur Ivo van Hove iets anders dan een tv-registratie. ‘Het is een perfecte combinatie van televisie en theater geworden, echt televisietheater, omdat je het stuk vanuit hoeken te zien krijgt die je in het theater niet zou zien.’
Emotionele ontwikkeling
Coriolanus, Julius Caesar, Antonius & Cleopatra – drie tragedies van William Shakespeare die handelen over politiek, macht en bestuurlijke mechanismen. ‘Of je nu jong bent of oud, wel of niet de krant leest – met politiek komt iedereen in aanraking,’ geeft Van Hove als reden waarom hij Romeinse tragedies graag op televisie wilde hebben. We zitten in een kantoorruimte bij ITA, met Ivo van Hove en acteur Hans Kesting, die Marcus Antonius neerzet in het laatste deel. Hoe komt het dat deze stukken zo hyperactueel aanvoelen? ‘Dat is het genie van Shakespeare,’ stelt Van Hove. ‘Je kunt zijn werk in elk decennium spelen, er nieuwe inzichten door krijgen, het koppelen aan de tijdgeest en de mensen van nu. Zijn personages zijn heel modern, omdat ze ambivalent en nooit eenduidig zijn. Dat zit ook heel erg in deze voorstelling.’
‘Het komt ook doordat de thema’s in het stuk van alle tijden zijn en blijven,’ voegt Hans Kesting eraan toe. ‘Directe reflectie op de actualiteit is niet nodig om erdoor geraakt te worden. Zo ligt in deze bewerking de nadruk op de emotionele ontwikkeling van de personages. In het geval van Antonius en Cleopatra draait het om de allesverzengende liefde tussen een Romeins krijgsheer en een Egyptische koningin. De liefde brengt mijn personage in de politiek. Antonius is totaal niet met politiek bezig, totdat hij zijn dierbaarste vriend verliest, Julius Caesar, een toppoliticus. Na diens dood neemt Antonius andere beslissingen. Uiteindelijk is het ook weer de liefde waaraan hij ten onder gaat, verblind door de liefde voor Cleopatra maakt hij in politiek en strategisch opzicht domme moves.’
Mediatisering
De tragedies worden opgevoerd in een non-stop gefilmde liveshow waarin politici met elkaar in de clinch liggen en waarin ons de achterkant van het politieke bedrijf getoond wordt. Er staan camera’s in beeld, een nieuwslezer vertelt verhaallijnen en onder in beeld zien we ticker tape met daarop cliffhangerachtige aankondigingen (‘dood Antonius over dertig minuten!’), maar ook (semi)recent nieuws – van de avondklok en de bestorming van het Capitool tot koffiedrinkende virusontkenners op het Museumplein. Van Hove wilde de mediatisering van de politiek in de voorstelling integreren. Dit zat al in het oorspronkelijke stuk, maar voor de tv-bewerking is het nog evidenter gemaakt. ‘Je moet als politicus tegenwoordig goed met de camera om kunnen gaan,’ licht Van Hove toe. ‘Media zoeken smaakmakers. Dossierkenners zoals Pieter Omtzigt en Rense Leijten zagen we niet vaak op televisie, totdat de toeslagenaffaire een emotionele tragedie werd. Politici kunnen zich ook geen moment meer onbespied wanen, kijk naar dat moment waarop Kajsa Ollongren met haar notulen onder de arm werd vastgelegd en wat daarvan de consequenties waren.’
Kesting heeft het notulendebat dat op deze rel volgde van begin tot eind gebinged – politiek heeft tegenwoordig veel weg van een spannende Netflixserie. ‘Het debat was in zekere zin een vorm van theater, met hoofdrolspeler Rutte, die enorm in zijn element was,’ aldus Kesting. ‘De monoloog van Wilders was ook fantastisch goed verwoord en er zat humor in. Toch vind ik het uiteindelijk onbegrijpelijk dat Rutte dankzij zijn manoeuvreerkunst de volgende dag door kan marcheren. Het gaat om de positie van politici en niet om de betrouwbaarheid van de politiek.’ Tegelijkertijd ziet Kesting dat de mediatisering van de politiek ook positief kan uitpakken. ‘Ik volg Joe Biden op Instagram en vind het fascinerend te zien hoe hij daar als breekbare, bijna tachtigjarige man, juist door het sociale medium goed te gebruiken jonger en vitaler begint te worden. Zijn team publiceert alle beslissingen die Biden neemt op een aantrekkelijke manier, met flitsende filmpjes en sterke teksten. Korte statemens, waardoor hij sterk overkomt en het beeld ontstaat dat hij enorm veel voor elkaar krijgt.’