VPRO Gids 23

5 juni t/m 11 juni
Pagina 14 - ‘Stil zijn’
papier
14

Cadeautje!

Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →

Stil zijn

Esther Gerritsen

Tien jaar lang schreef Esther Gerritsen wekelijks een column in de VPRO Gids, tot ze onlangs besloot dat het tijd werd voor andere dingen. Met pijn in ons hart zien we haar gaan. Dit is haar laatste bijdrage.

Stil zijn

‘Je bent stil,’ zegt mijn lief, ‘heb je niets leuks te vertellen?’

‘Ik weet wel iets,’ zeg ik, ‘maar dat zeg ik niet, want daar ga ik een column over schrijven en als ik het hardop heb gezegd, wil ik het niet meer opschrijven.’ Ik heb dat weleens geprobeerd, vertellen waar mijn column over zou gaan, maar daarna bleek ik elke zin verloren te hebben het nog eens te beschrijven.

Ik wil ook niet vertellen wat ik al heb opgeschreven. Als het eenmaal is opgeschreven is het een gepolijst verhaal geworden, afgerond en opgeborgen. Wanneer ik het mezelf toch hoor vertellen, klinkt het als een ingestudeerde monoloog van een mij vreemd personage. Dan liever stil zijn.

Als ik van mezelf iets niet mag doen, werkt dat alleen als ik iets anders wel mag

Door de stad fietsend in de regen en de wind, zie ik een verkeersregelaar staan, in een stijf geel pak met fluorescerende oranje strepen. Daarover heen draagt hij een dunne, doorzichtige plastic wegwerpjas die wild om hem heen wappert. Het lijkt een zinloze jas, meer een versiersel, een windornament. Ik vraag me af of ik er over zal schrijven. Maar ook overweeg ik om die wegwerpjas voor mezelf te houden. Om die dansende regenjas niet in een verhaal te wrikken, desnoods met geweld, en om hem dan misvormd weg te geven aan de lezers. Of zal ik bij thuiskomst aan mijn lief van die jas vertellen en aan niemand anders?

Het is als een foto van mijn hond nemen en denken: zet ik deze op Instagram of stuur ik de foto naar een vriendin? De meeste mensen zouden zeggen: stuur naar een vriendin. Sociale media hebben een slechte naam. We zouden er allemaal minder aan moeten doen. Maar hoe verleidelijk is het idee dat duizend mensen die foto zien in plaats van één persoon? En iedereen die van zijn hond houdt, weet hoe belangrijk het is dat zo veel mogelijk mensen zien hoe speciaal nou juiste deze hond is.

Ik schrijf over mijn hond, mijn kind, mijn leven, mijn huis. Dingen die ik ook zou kunnen vertellen aan de buurvrouw en verder aan niemand anders. Kan een schrijver verlangen naar minder lezers? Een kleiner publiek? Een interessante gedachte. Met wie zal ik die gedachte delen?

Maar ook is er deze gedachte: diezelfde route fietsen, diezelfde regenjas zien, het niemand willen vertellen, het alleen maar zien. Steeds vaker fiets ik door de stad zonder dat ik iemand iets vertel, zelfs mezelf niet, ik sla geen verhalen op, ik wil geen verhalen opslaan, het is steeds vaker stil in mij en dat wil ik graag zo houden.

‘Wat ben je stil,’ zegt mijn lief.

‘Ja,’ zeg ik tevreden, ‘dat klopt.’ Maar het is slechts stilte aan de oppervlakte. Onder de verzwegen kleine verhalen liggen grote verhalen, die zich niet gemakkelijk in driehonderd woorden laten samenvatten, die zich lastig onder het eten laten navertellen en die langzaam groeien, eerst nog woordeloos.

Ik stop niet met denken, maar ik redirect mijn gedachten naar andere wateren. Ik leid ze om. Dat heb ik uit een hondenopvoedprogramma. Als de hond de schoen pakt om in te bijten, pak je niet simpelweg de schoen af, nee, je geeft hem iets anders waar hij wel in mag bijten. Redirect.

Als ik van mezelf iets niet mag doen, werkt dat alleen als ik iets anders wel mag. Ik mag geen zak chips eten, maar wel drie hondenfilmpjes kijken. Ik mag geen tv kijken, maar wel mijn boekenkast ordenen. Er zijn veel dingen die ik niet mag. Ook dingen waar ik geen zin in heb. Ik kan denken: ik zou de wc wel eens schoon willen maken, maar ik moet nu echt een column schrijven. Als ik van chagrijn een reep chocola en een zak chips wil eten in plaats van een column schrijven, zeg ik: ‘Ga dan maar de wc schoonmaken.’ Zo leid ik mezelf dagelijks om via bizarre paden. Ik lees graag boeken over de Tweede Wereldoorlog, maar ik vind dat een ongezonde gewoonte, dus weer een verbod. Als ik niet te veel mag drinken, kan het zomaar zijn dat ik in plaats van een biertje te nemen de biografie van Himmler ga lezen. Een zogenaamd kiezen uit twee kwaden en de minst erge nemen. Kwaad door mijzelf verzonnen. Het is niet verbazingwekkend dat ik aan het eind van de dag vaak de weg kwijt ben en niet meer weet of ik nou moet schrijven, schoonmaken, lezen of drinken.

Maar ook buiten de verzonnen verboden om probeer ik niet in stoppen te denken, maar in omleidingen. Ik stop met de columns, of: ik leid mijn schrijven om via een andere weg.

Er is een groot voordeel aan verhalen waar je jaren aan schrijft in plaats van dagen. Je kunt je conclusies uitstellen, de betekenissen heel lang niet weten. Je kunt de twijfel langer laten bestaan. Je kunt van mening veranderen. En weer terug.
‘En we ronden langzaam af,’ zei de meester als je nog een minuut had om je opstel af te maken. Elke week zegt hij dat weer tegen mij, nu al tien jaar lang.
Ik verheug mij erop om voorlopig niets af te ronden. Om langer stil te blijven. Te lezen, te kijken en te luisteren. Misschien wel iets te voelen. Niets te weten. Ook niet mijn toevlucht nemen tot dan maar zeggen dat ik niets weet, want ik hoef niets te zeggen. Niets te hoeven zeggen, daar verheug ik mij op.

Cadeautje!

Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →