Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →
Tot Venetië en niet verder
Na zijn reis rond de Noordzee gespte Arnout Hauben opnieuw zijn rugzak vast, ditmaal om de Middellandse Zee te verkennen. Halverwege brak de pandemie uit. ‘Ik vond het wel goed om te worden ingehaald door de geschiedenis.’
In het voorjaar van 2019 keken wekelijks bijna een miljoen mensen hoe de Vlaamse documentairemaker Arnout Hauben samen met cameraman Philippe Niclaes en geluidsman/dronefilmer Ruben Callen voor de VPRO en VRT rond de Noordzee reisden. Amper een jaar later hing hetzelfde trio opnieuw de rugzak om voor alweer een filmische zeereis: Dwars door de Middellandse Zee. Vanaf Gibraltar zouden ze grote en kleine eilanden verkennen om tenslotte in Jeruzalem te eindigen. Tot de pandemie halverwege het feestje kwam verstoren.
Hauben: ‘Het tweede deel is opgenomen tussen de coronagolven door. Voor mij was dat wel een wake-upcall. In die eerste afleveringen zie je nog hoe tactiel we zijn. Taal is altijd een barrière als je reist. Als fysiek contact dan niet meer mag, wordt dat een handicap. Het klinkt banaal, maar het is zo belangrijk. Samen eten, een handdruk, een schouderklopje, het zijn bijna dierlijke behoeften. Als je die ineens moet controleren terwijl je reist, creëert dat afstand. Ik vond het wel boeiend dat dit op onze weg kwam.’
‘Het toerisme is als een sprinkhanenplaag die dat gebied aanvreet. In Venetië, waar jaarlijks 35 miljoen toeristen komen, is dat heel erg uitvergroot. Normaal wordt de stad uitgewoond door stromen volk, nu waren wij de enige toeristen. Er zijn nog maar 50.000 authentieke Venetianen. Zij worstelden ineens met hun identiteit nu de toeristen, met wie ze een haat-liefdeverhouding hebben, er niet meer waren. Als reportagemaker was dat wel tof. Zeker als je reportages maakt over geschiedenis en dan ineens zelf midden in de geschiedenis staat. Ik heb helemaal alleen op het San Marcoplein gestaan. Dat is enkel gebeurd tijdens de pestplagen, 800 jaar geleden. En Zucchero heeft het ooit gedaan voor een videoclip. Dat heeft waarschijnlijk honderdduizenden euro’s gekost. Nu stonden wij er helemaal alleen met onze rugzakjes.’
‘Aan de ene kant is het een grote tegenslag dat je je einddoel niet bereikt, maar het is bijna een metafoor voor wat wij doen. Veel reisseries vertrekken met een vastomlijnd doel en als dat niet gehaald wordt, blokkeren de makers. Terwijl reizen voor een deel zit in het aanpassen van je plannen, dus in die zin is het een heel groot cadeau geweest. Ik was wel blij met dat einde en ik vond het ook weleens goed voor ons soort programma’s om te worden ingehaald door de geschiedenis. We stonden met onze voeten midden in de realiteit. Daarmee is het ook een tijdsdocument geworden.’
‘Nee, ik denk dat je nergens meer kunt komen zonder toerisme te vinden. Alleen al door er een serie over te maken, werk je eraan mee. De drang van toeristen naar het onaangetaste is al het probleem benoemen. Het is overal. We moeten zelf nadenken hoe we daarmee omgaan, op welke manier we willen reizen. De oplossing is niet om niet meer te reizen. Ik heb een zoon van zeventien, die gaat nu ook een reis door Europa maken. Reizen is een zeer boeiende bezigheid die je blik op de wereld verruimt en je in staat stelt andere mensen te ontmoeten. Over de manier waarop kun je wel vragen stellen. Dat die grote cruiseschepen niet langer welkom zijn in de Venetiaanse binnenstad is bijvoorbeeld een heel goede zaak.’
‘Onze serie toont dat kleinschalig reizen verrijkend is. Door die rugzak om te doen, maak je kenbaar: ik ben toerist, ik hoor hier niet thuis. Op veel plekken kun je nog altijd een beroep doen op de wetten van de gastvrijheid. Mensen bieden je een tas koffie of een stuk taart aan, je mag in hun tuin kamperen. In Venetië zag je hoe verweesd mensen zich voelden toen er ineens geen toeristen meer waren. De inwoners worstelen ermee, de stad gaat eraan ten onder, want er is geen andere economie meer. Het is hun bestaansrecht. Het was wel schoon hoe mensen op ons reageerden, de laatste drie toeristen in de stad.’
‘Ik heb daar goed over nagedacht. Het gevaar is dat je alles tegelijk wilt vertellen. Die Middellandse Zee herbergt zo’n schat aan verhalen, maar is ook heel actueel. Daardoor kun je verkrampen. Over vluchtelingen heb ik een aflevering gemaakt. We reizen van Palermo naar Lampedusa en uiteindelijk naar Malta. Dat thema heb ik in die aflevering echt aangepakt. Het moet af en toe ook een beetje wringen en schuren, anders maak je het magazine van het reisbureau. Wij babbelen met de vissers van Lampedusa, gewone mensen die worden geconfronteerd met boten vol vluchtelingen. En we ontmoeten een kunstenaar die een museum heeft gemaakt met brieven, foto’s en persoonlijke voorwerpen van vluchtelingen. Hij vond die spullen op de bootjes waarmee ze op het eiland aankwamen. Zo’n jonge gast die daar woont hierover horen vertellen is aangrijpend, heel anders dan een expert aan het woord laten.’
‘Tachtig procent is niet voorgeproduceerd. De rest wel en dat is vaak niet het beste, maar dat heeft te maken met toestemming die je nodig hebt om ergens te mogen filmen. We proberen mensen onbevangen te benaderen. Als je het toeval probeert te helpen, zijn die mensen al dagen zenuwachtig dat er een filmploeg komt, en als die dan komt zijn ze gedesillusioneerd dat het maar zo’n kleine camera is en dat het er niet professioneel uitziet. Het echte is altijd beter dan het voorbereide.’
‘Dat is soms een moeilijk evenwicht. Wij proberen het verhaal vanuit die mensen te laten vertrekken en dan is die kritische noot niet altijd gemakkelijk. Omdat wij op een zachte manier proberen bij mensen binnen te komen, met heel veel respect en luisterbereidheid, schuiven we die hete kaart vaak door naar de kijker zonder die te verwoorden of te belichamen. Ik kan daar ook een mening over hebben, maar ik vind dat een heel moeilijke kaart om te trekken. Die visser met zijn langoustine had drie hotels op Mallorca, maar is gevlucht voor het toerisme. Hij wilde terug naar de basis en heeft voor een heel ander leven gekozen. Voor mij gaat dat verhaal niet over visserij maar over toerisme. Die gast is gevlucht van zijn eigen eiland voor het toerisme. Het was raar geweest om in te zetten op die visserij. Als ik daarover was begonnen, zou ik hem gestoord hebben in zijn eigen verhaal en ik probeer altijd mensen zo veel mogelijk hun eigen verhaal te laten vertellen. In die zin ben ik ook geen journalist. Een journalist heeft die kritische kaart altijd in zijn portefeuille. Dan is een interview een spanningsveld waarin een probleemstelling wordt bevraagd. Daar zit altijd een stukje conflict in. Maar dat conflict wil ik niet als kaart in mijn zak hebben.’
‘Zeker sinds de pandemie worden we overspoeld met regeltjes en leven we in een heel gecontroleerde maatschappij. Mauro symboliseerde voor mij dat iemand in onze tijd nog steeds alle regels aan z’n laars kan lappen en zo’n leven leidt, in een wereld die kapot gereisd is. Hij had op dat eiland willen sterven, maar is nu toch weggestuurd vanwege nieuw beleid van het nationaal park. Dat vind ik heel erg.’
‘Dat heeft inderdaad iets tragisch. Op Sardinië ontmoette ik een herder. Echt zo’n mooie herder met een dubbelloopsgeweer op z’n schouder, tussen al die schapen. Een prachtig beeld. Die had een gsm en was online verliefd geworden op een vrouw in Cuba. Z’n hele leven stond op z’n kop. We stonden daar in de ruige bergen van Sardinië, omringd door eeuwenoude geschiedenis, en dan heb je zo’n herder, een schitterende gast, die zit te verlangen naar een meiske aan de andere kant van de wereld. Maar oké, het is zo hè?’
Arnout Hauben en Marijn Sillis
Dwars door de Middellandse Zee
Uitgeverij Pelckmans/Balans
Dwars door de Middellandse Zee
NPO 2, Zaterdag 19 juni 20.35-21.15 uur
Cadeautje!
Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →