VPRO Gids 27

3 juli t/m 16 juli
Pagina 24 - ‘Moeders zonder kind’
papier
24

Moeders zonder kind

Inge ter Schure

In Goede moeders volgt documentairemaker Jorien van Nes verloskundige Sylvia van Kospoth, die veel vrouwen begeleidt die bang zijn dat hun baby uit huis geplaatst zal worden. ‘Hun zwangerschap verloopt onder voortdurende stress en dreiging.’

De Afghaanse peuter Rouani laat vrolijk lachend haar kamer zien aan filmmaker Jorien van Nes en verloskundige Sylvia van Kospoth. Een kamer die ze deelt met haar ouders, want Afghanen vinden het een vorm van kindermishandeling om een klein kind in een eigen kamer te laten slapen. Gefascineerd kijkt Rouani toe als Sylvia met een doptone naar het hartje van de baby in haar moeders buik luistert.

Maanden later zijn Sylvia en Jorien weer op bezoek. Rouani kruipt op schoot bij oma en kijkt met angstige ogen naar de camera. Ze weigert om met Sylvia en Jorien te praten. Het levendige meisje van een paar maanden eerder is nergens meer te bekennen. ‘Misschien is ze bang,’ zegt oma, ‘dat jullie haar mee willen nemen.’

Sylvia van Kospoth werkt als verloskundige in Friesland. Ze is de vroegere verloskundige van filmmaker Jorien van Nes. ‘Een verloskundige komt in allerlei soorten gezinnen en huizen, van kastelen tot driehoog achter. Het leek mij interessant om daar een film over te maken,’ vertelt Van Nes. Maar het liep anders. ‘Het viel mij op dat Sylvia meerdere vrouwen begeleidde van wie de oudere kinderen uit huis waren geplaatst. De vrouwen zijn opnieuw zwanger geraakt en zijn doodsbang dat ze ook deze baby kwijtraken. Dat levert veel stress op. De dreigende uithuisplaatsing werd de focus van de film.’

Anonieme meldingen

Het eindresultaat is de documentaire Goede moeders, en de kans is reëel dat de film u een slapeloze nacht gaat bezorgen. De verhalen van de moeders die Sylvia bezoekt zijn schrijnend. Stuk voor stuk hebben de zwangere vrouwen hun levens op orde, maar hun uit huis geplaatste kinderen krijgen ze niet terug. Zo is er Ramona, die een conflict kreeg met haar gewelddadige ex. Hij doet talloze anonieme meldingen bij Veilig Thuis, het advies- en meldpunt voor huiselijk geweld. Volgens haar ex zou Ramona lijden aan borderline en andere persoonlijkheidsstoornissen. De kinderen worden op verzoek van jeugdzorg onder toezicht gesteld. Een paar maanden later is er plotseling commotie bij school. Ramona ziet dat de politie haar drie kinderen uit de klas haalt en in een busje stopt. ‘Een agent had mijn zoon onder zijn arm. Hij was in paniek en riep om mij, maar ik mocht niet in de buurt komen,’ vertelt Ramona in de film. ‘Ze werden meegenomen naar het politiebureau, dat is het enige wat mij verteld werd. Verder wilde niemand mij te woord staan.’

‘Waarom krijgen deze vrouwen levenslang? Waarom mogen ze hun kinderen niet terug als ze nu goede moeders zijn?’

Jorien van Nes

Veilig Thuis en jeugdzorg namen de aantijgingen van de anonieme melder serieus, zonder diagnostisch onderzoek uit te voeren. Daarop besluit Ramona om zich bij een gespecialiseerd bureau te laten onderzoeken. Daar stelt men vast dat er geen sprake is van psychische stoornissen. ‘Dan leg ik dat neer bij hen, maar het wordt niet uit de stukken gehaald. Er staat nog steeds in mijn dossier: “moeder heeft een persoonlijkheidsstoornis, moeder heeft borderline.”’ Terwijl jeugdzorg nu, vier jaar later, geen enkele aanleiding ziet om de nieuwe baby van Ramona uit huis te plaatsen, krijgt ze haar drie oudere kinderen niet terug. Ramona vertelt in de film: ‘Ze zouden gehecht zijn in het pleeggezin, dat is nu het argument, terwijl de kinderen zelf zeggen dat ze naar huis willen. Maar daar wordt niets mee gedaan.’

Noodstop

De verhalen van andere moeders zijn vergelijkbaar en scheppen een ontluisterend beeld van de situatie: diagnoses komen tot stand op basis van subjectieve observaties, niet op basis van onderzoek. Er worden zelfs stukken tekst uit het dossier van de ene moeder in het dossier van de andere geplakt. Soms staat de verkeerde naam er nog in. Moeders die het niet eens zijn met het ingezette traject krijgen achter hun naam een vinkje bij ‘wil niet meewerken’. Emoties over de uithuisplaatsing worden aangezien voor agressieproblemen. ‘Die slordigheid is onbegrijpelijk,’ stelt Van Nes. ‘Bij een ondertoezichtstelling moet de situatie honderd procent duidelijk zijn en zou je niet overgeleverd moeten zijn aan de nukken van medewerkers van een organisatie. Als een moeder eenmaal als ‘moeilijk’ of ‘ongeloofwaardig’ is bestempeld, krijgt zij nauwelijks meer een kans om het tegendeel te bewijzen. De rechter neemt in 95 procent van de gevallen het advies van de Raad voor de Kinderbescherming over. Er is geen noodstop.’

Wat ook niet geholpen heeft, denkt Van Nes, is de overheveling van de jeugdzorg naar gemeenten in 2015. ‘Het was de bedoeling dat het aantal uithuisplaatsingen hiermee zou afnemen. Maar de gemeenten konden de zorg helemaal niet aan en kregen bovendien minder geld. Je ziet dat het aantal ondertoezichtstellingen de afgelopen jaren juist is toegenomen.’

Vertrouwen

Nu kun je denken: waar rook is, is vuur. Kinderen worden toch niet zomaar uit huis geplaatst? ‘Dat krijg ik in mijn omgeving ook veel te horen,’ zegt Van Nes, ‘maar we focussen op het heden. Waarom krijgen deze vrouwen levenslang? Als ze nu goede moeders zijn, waarom mogen hun kinderen dan niet terug naar huis komen?’

Het zal toch geen doel van de Raad voor de Kinderbescherming of Jeugdzorg zijn om zo veel mogelijk kinderen uit huis te plaatsen? ‘Nee,’ zegt Van Nes. ‘Als er daadwerkelijk iets mis is, moet je uiteraard ingrijpen. Maar een uithuisplaatsing zou, als het even kan, een tijdelijke situatie moeten zijn. Vervolgens ga je kijken hoe de thuissituatie weer gerepareerd kan worden. Daar zou het over moeten gaan, maar dat gebeurde hier niet. Veel gezinsvoogden gaan lijnrecht tegenover de ouders staan. Jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming zeggen de belangen van kinderen voorop te stellen, maar van een uithuisplaatsing knappen de meeste kinderen echt niet op.’

Dat zie je bij de Afghaanse Rouani. Ze werd tijdelijk van haar ouders gescheiden omdat jeugdzorg de woning te klein vond. Bovendien werd het als ongezond gezien dat Rouani bij haar ouders op de kamer sliep. Als ze weer thuis is, wantrouwt Rouani de twee Nederlandse vrouwen op de bank. Verloskundige Sylvia probeert het ijs te breken: ‘Ik kom jou niet halen. Dat gaat niet meer gebeuren.’

Maar het lukt haar niet om het vertrouwen van het meisje weer te winnen.

2Doc: Goede moeders
NPO 2, woensdag 7 juli 2021 om 19.50 – 21.30 uur