Alweer is een sociale robot afgedankt en op straat gezet. Afgelopen juni maakte het Japanse bedrijf Softbank bekend dat het stopt met de productie van robot Pepper, een schattige interactieve mensachtige robot die in 2015 met veel tamtam op de markt verscheen. Pepper is één meter twintig groot, heeft een wit, glimmend plastic lijf en rijdt op wieltjes. Hij kan eenvoudige gesprekken met mensen voeren en zijn armen en handen bewegen. In de afgelopen jaren is Pepper onder meer ingezet als receptionist, gastheer, copresentator, museumgids en – in Japan – zelfs als boeddhistische priester. In totaal zijn er zo’n 27.000 Peppers van de productieband gerold voor een verkoopprijs van 1800 dollar per stuk.
Robots met een beperking
Commerciële sociale robots maken de verwachtingen zelden waar en de afgelopen jaren flopten ze dan ook keer op keer. Toch zien robotici Edwin Dertien en Ella Velner nog toekomst voor de sociale robot. ‘We moeten ze vanuit een behoefte ontwerpen.’
Veel tranen lijken er echter niet gelaten om het einde van Pepper. Roboticus professor Noel Sharkey vertelde in een reactie aan de bbc zelfs dat hij blij is: ‘Pepper heeft veel schade toegebracht aan het echte roboticaonderzoek door een valse indruk te wekken van een slim cognitief wezen dat gesprekken kan voeren. Maar Pepper werd vaak op afstand bestuurd door een mens. Het publiek op deze manier misleiden is gevaarlijk en geeft een verkeerde indruk van de mogelijkheden van kunstmatige intelligentie in de echte wereld.’
Het falen van Pepper als commercieel product ligt in het verlengde van het falen van andere sociale robots in de afgelopen jaren. Zelfs niet-mensachtige interactieve robots als Jibo, Kuri en Cozmo, alle drie een speelgoedachtig uiterlijk en een stuk goedkoper dan Pepper, flopten en hun producenten gingen snel failliet. Neem Jibo, een soort dikkige bureaulamp met een rond beeldscherm als gezicht op een bolvormig hoofdje. Jibo heeft een camera met gezichtsherkenning en begrijpt gesproken commando’s. De robot werd ontworpen en gebouwd door een team rondom een van ’s werelds belangrijkste pioniers op het gebied van sociale robots, Cynthia Breazeal van het Massachusetts Institute of Technology (MIT). Zelfs met haar kennis en ervaring lukte het niet om van Jibo een succes te maken.
Verwachtingen
Welke lessen kunnen we trekken uit het falen van Pepper en zijn maatjes? Kunnen sociale robots alsnog een succes worden, en zo ja, hoe?
Ik leg de vragen in een dubbelinterview via Zoom voor aan twee Nederlandse onderzoekers, universitair docent Edwin Dertien en promovendus Ella Velner, allebei werkzaam aan de Universiteit Twente. Dertien onderzoekt hoe we sociale robots moeten ontwerpen en hij bouwt ze zelf, onder meer voor het theater en voor kunstprojecten. Velner bestudeert in haar promotieonderzoek hoe vertrouwen tussen kinderen en sociale robots tot stand komt. Allebei komen ze aan het woord in een aflevering over robots van het NTR-programma De kennis van nu.
Dertien heeft Pepper veel gebruikt in het onderwijs, vertelt hij. ‘Vanuit ingenieursoogpunt is het een mooi ontworpen robot, met state-of-the-art technologie. Maar als je wat beter kijkt dan zie je een goed voorbeeld van overselling. Pepper zet je snel op het verkeerde been doordat je te veel verwacht. Neem zijn armen en handen. Die suggereren dat je hem een hand kunt geven en dat hij dingen kan oppakken, maar het enige wat Pepper met zijn armen en handen kan, is gebaren maken. Het lastigste van robots is ervoor zorgen dat mensen de juiste verwachtingen hebben.’