Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →
‘Streef geen perfectie na’
Omdat 31 oktober de klimaattop in Glasgow van start gaat, staan veel NPO-programma’s in het teken van milieu en bewust leven. Duurzaamheid heeft een hip imago gekregen dankzij bloggers, vloggers en podcastmakers en drie van hen vertellen hoe zij hun ecologische voetafdruk verkleinen. ‘Ik was erg streng voor mezelf, nu heb ik een betere balans gevonden.’
Geitenwollensokken. In weer en wind op de fiets stappen omdat een auto nu eenmaal te vervuilend is. ’s Avonds op de bank vernikkelen van de kou omdat de verwarming niet te hoog mag. En natuurlijk koud douchen, om gas en water te besparen. Hoe krijg je het dan ooit weer warm? Nou, met die geitenwollensokken dus.
Wie iets goeds wilde doen voor de planeet moest vroeger vooral afzien en jarenlang had duurzaamheid een oubollig imago. De afgelopen tijd is dit beeld in sneltreinvaart veranderd: duurzaamheid is hip geworden. De geitenwollen sok is vervangen door een T-shirt van Tencel en trendy bloggers, vloggers en podcastmakers vertellen alles over zonnepanelen en warmtepompen of leggen uit hoe we kapotte spullen een nieuw leven kunnen bezorgen. Waarom kozen zij voor een duurzaam bestaan en hoe pakt dit uit in hun dagelijks leven?
Jessie Kroon
Het Zero Waste Project
Leven met zo min mogelijk afval. In 2014 begon het als een ludieke uitdaging die Jessie Kroon (27) en haar zus Nicky een maand lang met elkaar aangingen. Nu, zeven jaar later, houden de zussen hun zero-waste-levensstijl nog altijd vol. Zonder, zo zeggen zij zelf, in te leveren op comfort, stijl of leuke dingen.
Jessie Kroon vertelt wat een zero-waste-leven betekent. ‘Met je eigen bakje naar de slager, dat is het beeld dat veel mensen ervan hebben. Zo begon het voor ons ook. Inmiddels is het veel meer dan dat. In al mijn keuzes probeer ik zo min mogelijk impact te hebben op de wereld. Ik kijk van welk materiaal mijn kleding gemaakt is. Naar waar ik mijn bankzaken doe.’ Dat klinkt als een dagtaak. En dat is het ook volgens Jessie. ‘Ik ben er 24 uur per dag mee bezig. Inmiddels gaat dat onbewust, het is onderdeel van mijn leven geworden.’
Jessie en haar zus delen hun tips en kennis op een blog en ook schreven ze twee boeken voor mensen die zelf aan de slag willen. De meestgestelde vraag aan Jessie en haar zus: kost het niet ontzettend veel tijd om zo te leven? ‘Dat valt wel mee. Ik heb ook een drukke baan en een actief sociaal leven,’ vertelt Jessie. ‘Daarom herkennen mensen zich in mij, denk ik. Leven zonder afval is iets wat je moet ervaren om te geloven dat het kan.’
Een belangrijke tip van Jessie: ‘Streef geen perfectie na. Dan raak je gefrustreerd.’ Dat is een les die ze zelf ook heeft geleerd. ‘Ik heb een fase gehad waarin ik me helemaal verloor in leven met minder afval. Het werd een obsessie voor me.’ Dan zadel je jezelf al snel op met een enorm schuldgevoel, want perfectie bestaat niet. En het is niet voor iedereen haalbaar, erkent Jessie. ‘Niet iedereen heeft het geld om naar een duurdere speciaalzaak te gaan waar verpakkingsvrije producten zijn. Maar dan zeg ik: kijk wat er wél kan. Misschien lukt het om in de badkamer andere zeep te gebruiken. Uiteindelijk hebben veel kleine stappen van veel consumenten ook een grote impact.’
Jessie heeft door de jaren heen geleerd om mild te zijn voor zichzelf. ‘Ik lig er niet meer wakker van wanneer ik een keuze heb moeten maken die niet zo duurzaam is. Waar ik nog wel wakker van lig, is het grote geheel. Waarom is het nog altijd zo moeilijk om sommige producten onverpakt te krijgen?’
In de wegwerpindustrie is grote winst te behalen, denkt ze. ‘Kijk naar waterflesjes. Die kun je van gerecycled plastic maken, maar eigenlijk moeten we toe naar watertappunten waar je je eigen fles kunt vullen. Of het gebruik van apparaten, die nu vaak gemaakt zijn om stuk te gaan, zodat de consument iets nieuws koopt. Sommige bedrijven zijn al bezig met een omslag: betalen voor het gebruik in plaats van betalen voor het product. Dat is een omslag in denken waar we naartoe moeten.’
Stefan Panhuijsen
Systeem op de schop
In de podcast Systeem op de schop praten hosts Stefan Panhuijsen (36) en Willemijn Verloop met ondernemers die willen bijdragen aan een betere wereld en ideeën hebben over systeemveranderingen. Panhuijsen noemt een concreet voorbeeld: ‘In de meest recente aflevering spreken we met Laura Hoogland van Sunt Food. Zij wil verspilling van bananen tegengaan. Dat is namelijk het meest verspilde fruit ter wereld. Stel dat er één banaan op een pallet verrot is, dan wordt direct dat hele pallet afgekeurd en weggegooid. Laura koopt die bananen op en maakt er bananenbrood van. Alleen moet zij evenveel invoerrechten betalen als op gave exemplaren. Stel dat de overheid zou besluiten dat de invoerheffing op afgekeurde producten omlaaggaat, dan wordt het ook voor andere ondernemers veel aantrekkelijker om te onderzoeken of ze van de buitenbeentjes toch nog iets kunnen maken.’
Het zijn pioniers, de mensen waar Panhuijsen mee spreekt. ‘Jaap Korteweg van De Vegetarische Slager bijvoorbeeld, die vertelt wat de overname door Unilever voor zijn bedrijf betekent.’ Dit zijn ondernemers die zich realiseren dat ze niet in hun eentje de wereld kunnen veranderen, maar die wel hopen dat ze anderen kunnen inspireren met hun verhaal. Dat je, de volgende keer dat je in de supermarkt staat, op zoek gaat naar een bananenbrood van geredde bananen of een plantaardige burger.
Ook nemen de makers zichzelf onder de loep. ‘Het is soms moeilijk om duurzaam te leven,’ stelt Panhuijsen. ‘Ik ben afgelopen zomer niet met het vliegtuig op vakantie geweest, maar wel met een vervuilende auto. Door daarover te vertellen wil ik laten zien dat zuiver duurzaam leven onmogelijk is. Als consument maak je keuzes en doe je je best. En het is makkelijker om duurzame keuzes te maken wanneer systemen veranderen.’
Panhuijsen maakt de podcast onder de vleugels van Social Enterprise NL, een platform voor sociaal ondernemers dat in 2012 is opgericht. Het doel is het creëren van een circulaire, inclusieve economie met respect voor mensenrechten. ‘In de beginjaren moesten we constant uitleggen wat sociaal ondernemen betekent,’ vertelt hij. ‘Dat is de afgelopen jaren totaal gekanteld. Ondernemers die nu beginnen hebben bij de start vaak al een duurzame missie. Het hergebruik van materialen om kleding te maken bijvoorbeeld. Duurzaamheid is cool geworden.’
De voedseltransitie is op het moment een groot thema, merkt Panhuijsen. ‘Veel ondernemers proberen voedselverspilling tegen te gaan, zijn bezig met vleesvervangers, lokaal voedsel of kortere ketens. Buurtbedrijven zijn momenteel ook enorm in opkomst. Dat zijn ondernemers die zich bijvoorbeeld vestigen in een oud, leegstaand pand en nieuw leven in de buurt brengen. Social Enterprise NL probeert ze, samen met andere organisaties, een boost te geven.’
Sara Dubbeldam
When Sara Smiles
Sara Dubbeldam (34) onderging de afgelopen tien jaar een flinke metamorfose: van koopverslaafde tot duurzaam modejournalist en activist. ‘Kleding kopen was voor mij jarenlang een manier om mezelf te belonen en mijn onzekerheid te verbloemen,’ vertelt Sara. Iedere week belandden er verschillende pakketjes van fast-fashion-ketens op haar deurmat, die ze net zo snel weer afdankte. Tot het in 2013 begon te wringen. ‘Herinner je je de Rana Plaza-ramp? De textielfabriek in Bangladesh die instortte? Daarbij kwamen meer dan duizend mensen om het leven en toen zag ik voor het eerst een connectie tussen mijn eigen hebberigheid en de invloed van mijn inkopen op de planeet. Toch bestelde ik twee weken later alweer een pakketje, maar dat voelde niet zo goed meer.’
Eind 2015 kwam de definitieve omslag: genoeg is genoeg. ‘Ik besloot om een maand lang alleen maar eerlijke en duurzame kleding te kopen. Het bleek erg moeilijk om stijlvolle kleding te vinden. Ik was ervan overtuigd dat er meer mensen zijn zoals ik, die duurzaam én hip willen zijn. Zo is mijn blog begonnen.’ In eerste instantie sloeg Dubbeldam door naar de andere kant: minimalisme. ‘Ik probeerde zo min mogelijk te kopen, was heel streng voor mezelf. Maar dan houd je het niet vol. Nu heb ik een betere balans gevonden. Ik denk goed na of ik een kledingstuk echt nodig heb en tegelijkertijd gun ik mezelf ook wat.’
Op haar blog staan verhalen uit de duurzame modewereld. ‘Ik wil laten zien hoeveel prachtige merken er zijn die met respect voor de planeet en voor arbeidsomstandigheden produceren.’ Ook zet ze haar volgers aan tot actie. Tijdens de eerste zes maanden van dit jaar organiseerde ze een No Buy Challenge, waaraan 7500 van haar volgers meededen, inclusief haar eigen moeder. Vooral de afgelopen twee jaar is haar achterban explosief gegroeid. Dat mensen waarde hechten aan haar mening levert ook druk op. Dubbeldam: ‘Ik voel de verantwoordelijkheid om mensen goed te informeren. Vaak krijg ik de vraag: mag ik dit merk wel kopen? Ik geef dan aan wat mijn afwegingen zijn, maar benadruk dat een keuze moet passen bij iemands eigen idealen.’
Duurzame kleding is voor Dubbeldam veel meer dan het gebruik van biologische katoen. ‘Arbeidsomstandigheden vind ik heel belangrijk, maar ook transport en kwaliteit tellen mee. En of de mode tijdloos is en langer dan één seizoen meegaat.’ Het is een flinke klus om al die factoren te onderzoeken. ‘In de mode-industrie komt veel greenwashing voor. Ik benader bedrijven om te onderzoeken hoe duurzaam ze werkelijk zijn. Die kritische blik probeer ik anderen ook aan te leren. Regelmatig zie ik dat bedrijven meer informatie over hun duurzaamheidsbeleid op hun website zetten nadat ik vragen heb gesteld.’
Cadeautje!
Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →