Ruud ten Wolde was een reporter en redacteur die mijn leven en dat van heel veel andere mensen heeft veranderd. Hij is 29 geworden. Online ontdekte ik dat zijn kanker, waarover hij net een boek had geschreven, hem fataal is geworden. In diezelfde week verscheen het essay ‘The Great Beyond’, over digitale rouw. Daarin schrijft Sara Reinis dat we een parasociale samenleving zijn geworden. Een volk dat in contact is met zowel levende als dode mensen. Iets wat misschien spiritueel klinkt, maar dankzij het internet een normale gang van zaken is geworden.
Ze heeft gelijk. Een van de rituelen die het internet permanent veranderde is onze rouwtraditie. Online rouwen we anders. We maken nieuwe pelgrimstochten met ons verdriet. De belangrijkste daarvan is het bezoeken van socialemediaprofielen van doden. Op de Instagrampagina van Ruud ten Wolde staan bijvoorbeeld reacties van mensen die niet kunnen geloven dat hij dood is. Ze delen hun herinneringen en woorden alsof Ruud ze zelf zal lezen. Hetzelfde gebeurt nog wekelijks bij Feis. Het laatste Instagrambericht van de Rotterdamse rapper die in 2019 van zijn leven werd beroofd, was een eenvoudige ‘fijne feestdagen’-foto vanuit zijn flatportiek. Die post is zijn gedenksteen geworden. Elke week verschijnen er hartemoji’s en kreten van gemis onder.
In haar essay vraagt Reinis zich af of we socialemediaplatforms wel kunnen vertrouwen als hoeders van digitale doden. Ik zou daaraan willen toevoegen: zijn we zelf goede hoeders van onze onlinegraven? Het idee dat mijn tweets, domme grapjes of flashy foto’s ooit de rol van gedenksteen kunnen krijgen vind ik ongemakkelijk.
Het Oxford Internet Institute voorspelt dat er in 2070 meer ‘dode’ dan ‘levende’ profielen zullen zijn. Dat van Ruud is er een van. Dat van mij en dat van u zullen het ook worden. Vaak fantaseer ik over het verlaten van alle sociale media. Nu weet ik: zelfs als we dood zijn kan dat niet.