VPRO Gids 49

4 december t/m 10 december
Pagina 22 - ‘Holocausthoaxoverlevende’
papier
22

Cadeautje!

Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →

Holocausthoaxoverlevende

Lieke van den Krommenacker

In 2008 bekende Misha Defonseca dat haar bestseller 'Misha: A Mémoire of the Holocaust Years' verzonnen was. De documentaire Misha and the Wolves is een reconstructie van haar geschiedenis, maar veel vragen blijven onbeantwoord.

Misha Defonseca in Misha and the Wolves

‘Misha was heel anders dan andere mensen. Mijn eerste indruk was dat ze een dier had moeten zijn,’ zegt de Amerikaanse wolvendeskundige Joni Soffron in de documentaire Misha and the Wolves, die vanaf 7 december te zien is bij de NPO. De anderhalf uur durende documentaire vertelt het bijna mythische verhaal van de in België geboren Misha Defonseca (1937). Als zevenjarig Joods meisje weet ze te ontkomen aan de nazi’s, waarna ze begint aan een ijzingwekkende voettocht door bezet Europa, op zoek naar haar ouders in Duitsland. Onderweg overkomt Misha wat in de regel slechts in kinderboeken waar kan zijn: ze wordt opgenomen door een roedel wolven. ‘Ik weet niet hoelang ik bij ze ben geweest,’ verklaart Defonseca, die sinds 1985 in Amerika woont, voor de camera van regisseur Sam Hobkinson. ‘Ze accepteerden en beschermden me.’

Het is een gedroomde wending in het verhaal en daarmee ook de droom van degenen die erop toezien dat uitzonderlijke verhalen hun weg vinden naar het publiek. Niet zo verwonderlijk dus, dat uitgever Jane Daniel met haar oren staat te klapperen van ongeloof – en perspectief – als ze Defonseca voor het eerst over haar Holocaustverleden hoort spreken in Temple Beth Torah, de plaatselijke synagoge. Net als Defonseca is Daniel er aanwezig vanwege Jom Hasjoa, de Joodse herdenkingsdag van de Shoah. ‘Ik kan er wel iets groots van maken,’ stelt Daniel, die wel een succes kan gebruiken.

Ze haalt Defonseca over om haar herinneringen op te schrijven. In 1997 verschijnt Misha: A Mémoire of the Holocaust Years, een internationale bestseller waar zelfs Oprah Winfrey en Disney voor warmlopen. Dat wolvenexpert Soffron al vroeg in de documentaire als enige nogal lauw reageert op Defonseca’s getuigenissen lijkt dan ook eigenaardig. ‘Wauw, wat een verhaal,’ zijn weliswaar haar woorden, maar haar uitgestreken gezicht is een subtiele voorbode van de huiveringwekkende waarheid waarop Misha and the Wolves afstevent: Defonseca blijkt de boel bij elkaar te hebben gelogen.

Wantrouwen

Via een hele reeks betrokkenen reconstrueert Hobkinson Defonseca’s geschiedenis. Zes jaar eerder had de affaire zijn aandacht getrokken, toen hij een artikel las over de juridische miljoenenstrijd om copyright en royalty’s waarin Defonseca en Daniel een jaar na publicatie verwikkeld raakten. Geïntrigeerd door de vraag waarom we zo graag geloven in de dingen waarvan ons wordt verteld dat ze waar zijn, tekenden in Hobkinsons hoofd de eerste contouren van de documentaire zich af. ‘In het tijdperk van nepnieuws, waar de waarheid een glibberig concept is geworden, zou dit heel passend zijn. Ik begon meer en meer onderzoek te doen naar de achtergrond van de rechtszaak en kon niet geloven wat voor verhaal erachter zat,’ aldus Hobkinson in een interview in The Guardian.

Het openlijk twijfelen aan herinneringen van hen die zeggen het allergruwelijkste te hebben overleefd is een hachelijke zaak

Een verhaal te mooi om waar te zijn, weten we sinds 2008, het jaar waarin Defonseca de fraude bekende. Maar vooral ook: een verhaal te mooi om niet te geloven, getuige onder meer de radiopresentator, de buurvrouw, de vriendin en de uitgever die Hobkinson aan het woord laat. Zonder enige terughoudendheid lieten zij zich overtuigen door de ‘semiberuchte episode in Holocaust-toe-eigening’, zoals The New York Times de kwestie typeerde.

En neem het ze eens kwalijk; in een wereld vol alternatieve feiten en lawaaierige Holocaustontkenners is het openlijk twijfelen aan herinneringen van hen die zeggen het allergruwelijkste te hebben overleefd een hachelijke zaak. Toch heerste er al voor publicatie van Defonseca’s memoir het nodige wantrouwen, onder anderen bij gerenommeerd historicus Raul Hilberg en de Joods-Duitse schrijver Henryk M. Broder. De laatste maakte in 1996 gewag van zijn twijfels in een artikel in Der Spiegel. Criticus Lawrence L. Langer, gespecialiseerd in Holocaustliteratuur, stelde in 2001 in The Boston Globe zijn aarzelingen te hebben gedeeld met ‘een vrouw’ die hem opbelde voor advies. Zijn antwoord: doe het niet. Maar Jane Daniel liet zich niet weerhouden, ook niet door Holocaustdeskundige Déborah Dwork die, zo leert de documentaire, publicatie afraadde na lezing van het manuscript.

Losse eindjes

Defonseca is niet de eerste die op z’n zachtst gezegd creatief is omgegaan met herinneringen aan de Holocaust. In 1965 schreef Jerzy Kosinski zijn sensationele en controversiële roman The Painted Bird (De geverfde vogel), over een Joods jongetje op de vlucht voor woii. Mettertijd rees de achterdocht over het autobiografische gehalte van het werk en de integriteit van de auteur. De waarheid is nog altijd in nevelen gehuld. Kosinski sloeg in 1991 de hand aan zichzelf en werd dood gevonden in zijn bad met een plastic zak over zijn hoofd. Eveneens notoir: Binjamin Wilkomirski, de Zwitserse klarinetleraar die met Bruchstücke. Aus einer Kindheid 1939-1948 (Brokstukken: Een jeugd 1939-1948) een prijswinnende maar bedrieglijke Holocaustmemoir neerpende.

Hoe is het mogelijk dat Defonseca tijdens een veldopname voor The Oprah Winfrey Show een aanval van een wolf weet af te wenden? 

Wilkomirski’s ontmaskering, door journalist Daniel Ganzfried in 1999, deed de uitgeverswereld huiveren. Zo ook Jane Daniel. Ze komt in contact met genealoog Sharon Sergeant, die de eerste losse eindjes van Defonseca’s verhaal ontrafelt. Aan de andere kant van de oceaan ontpopt de Belgische Holocaustoverlevende Evelyne Haendel zich na enige aarzeling als een bewonderenswaardige rechercheur. Ze getroost zich de grootste moeite om te achterhalen wie Misha Defonseca in werkelijkheid is: Monique De Wael, een kind van katholieke ouders die allebei lid waren van het Belgische verzet en wegens verraad naar Duitsland werden gedeporteerd.

Wat bezielde Defonseca om haar Holocausthoax de wereld in te helpen? Als deze evidente vraag al aan de orde komt in Misha and the Wolves is het zijdelings en indirect. Veel meer legt Hobkinson zich toe op een gedramatiseerde true-crime-achtige hervertelling, inclusief indringende muziek, een fraai bepruikte Defonseca-stand-in en plottwists die stapsgewijs naar de onthulling en de nasleep voeren.

Intrigerend én onbevredigend. Want wat je na afloop toch ook wilt weten: hoe is het mogelijk dat Defonseca tijdens een veldopname voor The Oprah Winfrey Show – waarin ze uiteindelijk weigert te verschijnen – een aanval van een wolf koelbloedig weet af te wenden? En hoe kan het feit dat Defonseca in de Franse vertaling van het boek een andere naam gebruikt dan in de Amerikaanse alle belanghebbenden ontgaan zijn?

Slachtoffer

Holocaustdeskundige Déborah Dwork vraagt zich in de documentaire af waarom Jane Daniel überhaupt besloot tot publicatie over te gaan. ‘Het was duidelijk dat ze hoopte dat het manuscript waar was, maar dat ze bang was van niet. Ik denk dat hebzucht de doorslag heeft gegeven. Bij Misha en bij Jane Daniel.’ Maar het blijft gissen. Het vermoeden rijst dat Defonseca, net als andere onttoverde zwendelaars, dusdanig getroebleerd is geraakt, dat alleen vluchten in de wreedste fantasie onvoorstelbaar genoeg iets van soelaas kon bieden.

In een stuk over Binjamin Wilkomirski in het Nederlands literair tijdschrift Parmentier (inmiddels ter ziele) citeert universitair docent literatuur en kunst Jan de Roder uit het essay ‘De Olympische Spelen van het lijden’ (1999) van historicus Ian Buruma: ‘Immers, vrijwel elke gemeenschap, of het nu een natie is of een religieuze, etnische of seksuele minderheid, heeft wel een appeltje te schillen met de geschiedenis. Stuk voor stuk is hun onrecht aangedaan, en in toenemende, in mijn ogen verontrustende mate, willen zij allemaal dat dat onrecht erkend wordt, publiekelijk, ritueel en soms ook financieel. (…) Het verontrustende is de mate waarin naties en minderheden zichzelf tegenwoordig in de eerste plaats definiëren als slachtoffer van de geschiedenis.’

Daarbij maken wij, de omstanders, onszelf maar al te graag wijs dat wij het geloofden omdat zij het geloofden, concludeert Dwork in Misha and the Wolves. ‘Maar dat is onzin,’ helpt ze ons uit de droom. ‘We waren zelf zo naïef.’