Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →
Winteronderhoud
Na bijna tien lange winters keert het programma Wintergasten terug. In de laatste week van het jaar gaat Janine Abbring in gesprek met vier internationale gasten. Om goed beslagen ten ijs te komen, introduceren we ze alvast.
Yuval Harari
Hij schreef de bestsellers Sapiens: Een kleine geschiedenis van de mensheid, Homo deus: Een kleine geschiedenis van de toekomst en 21 lessen voor de 21ste eeuw. Maar toch zegt Yuval Noah Harari (1976) het leven nog steeds niet te begrijpen. ‘Toen ik jong was, dacht ik dat ik ooit wel iemand zou vinden die dat wel deed,’ vertelde de historicus en filosoof in oktober 2021 tegen The Guardian. ‘Maar ik ben nu 45. De kans is groot dat ik zo iemand nooit meer ga ontmoeten.’
Harari specialiseerde zich aan de Universiteit van Oxford in wereldgeschiedenis en in middeleeuwse en militaire geschiedenis. In zijn boeken, waarvan er meer dan 35 miljoen werden verkocht, stelt hij de grote vragen des levens, en die beantwoordt hij met vlotte pen en vol zelfvertrouwen. Hoe het ons apen in hemelsnaam gelukt is om naar de maan te vliegen, het atoom te splitsen en de genetische code van het leven te manipuleren, bijvoorbeeld. Twee boeken van Harari zijn ook als graphic novel verschenen.
Harari is naast auteur ook docent aan de geschiedenisfaculteit van de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem. Daar woont hij in een coöperatieve landbouwnederzetting, samen met zijn echtgenoot en zonder smartphone. Janine Abbring spreekt Yuval Harari in Tel Aviv.
Grayson Perry
Een ‘pottenbakkende travestiet’ noemde Grayson Perry (1960) zichzelf, toen hij in 2003 de Turner Prize in ontvangst nam. Zijn gedecoreerde potten en vazen zijn een humoristisch commentaar op hedendaagse kunst, Britse vooroordelen en zijn eigen jeugd. Maar inmiddels bestaat zijn werk uit veel meer dan alleen keramiek. Perry maakt houtsneden, wandtapijten, prenten en jurken, maar schrijft ook boeken en presenteerde een succesvolle lockdownserie op de Britse televisie.
Deze maand zal Perry, als corona dat toelaat, de Erasmusprijs in ontvangst nemen in het Koninklijk Paleis in Amsterdam. In een door hemzelf ontworpen Hollands-oranje jurk, zoals hij vorig jaar al beloofde. Met zijn alter ego Claire en zijn teddybeer Alan Measles bewijst Perry ‘dat kunst een platform kan zijn voor een open en inclusief debat’, schreef de jury. En dat debat voert van Brexit naar democratie en van seks naar gender. ‘Hang gerust de macho uit op het boorplatform als dat nodig is,’ zei Perry vorig jaar in de Volkskrant, ‘maar niet thuis bij je gezin, dat slaat nergens op.’
In 2002 bracht het Stedelijk Museum in Amsterdam de eerste overzichtstentoonstelling van zijn werk op Nederlandse bodem, wat zijn internationale doorbraak betekende. Janine Abbring gaat in gesprek met Grayson Perry op de plek waar het allemaal begon, aan het Amsterdamse Museumplein.
Colson Whitehead
Racisme, New York, zombies en poker. Het oeuvre van Colson Whitehead (1969) laat zich niet in één woord omschrijven. Hij maakt vaak gebruik van historische feiten en zijn romans wisselen elkaar af in stijl en genre. ‘Zo bijzonder is dat niet,’ zei Whitehead eerder dit jaar in Trouw. Stanley Kubrick en David Bowie deden het immers ook. ‘Of je nu muzikant, schrijver of filmmaker bent, waarom zou je hetzelfde nog eens doen?’
In 2016 brak Whitehead door met De ondergrondse spoorweg, in 2020 won hij met De jongens van Nickel zijn tweede Pulitzerprijs. Het zijn boeken over slavernij, Jim Crow en hoe het is om zwart te zijn. In zijn nieuwste boek, Harlem Shuffle, een misdaadroman die zich afspeelt in het New York van de vroege jaren zestig, slaat hij een lichtere toon aan. Toch is ook dit verhaal geworteld in een zwaardere thematiek, vertelde Whitehead in Brommer op zee. ‘In 1964 doodt een witte agent een zwarte jongen. Mijn hoofdpersonages gebruiken de rellen die daarop volgen als dekmantel voor hun misdaad.’
Schrijvers zijn buitenstaanders, vindt Whitehead. Soms begrijpen mensen wat je schrijft, soms niet. ‘En de laatste tijd begrijpen steeds meer mensen waar ik het over heb.’ Janine Abbring en Colson Whitehead spreken elkaar in New York.
Marina Abramović
‘De grootmoeder van de performancekunst’ wordt Marina Abramović (1946) liefkozend genoemd. Voordat haar werken het grote publiek bereikten, werden body art en performancekunst nauwelijks serieus genomen. Tot 2010, toen Abramović in het MoMA in New York een overzichtstentoonstelling kreeg. In The Artist Is Present zat zij drie maanden lang acht uur per dag op een stoel in het atrium van het museum. Zonder te bewegen, te eten of naar het toilet te gaan.
De grenzen van het lichaam zijn er om op te zoeken, vindt Abramović. En om eroverheen te gaan. In 1973 hakte ze voor Rhythm 10 met twintig verschillende messen tussen haar uitgespreide vingers. Als ze zichzelf sneed, pakte ze een ander mes. ‘Mijn lichaam is wat mij verbindt met ieder ander,’ zei Abramović in 2018 al in de VPRO Gids. ‘Door mijn eigen lichaam te begrijpen, begrijp ik andere mensen.’
Abramović werd geboren in Belgrado en woonde een tijdlang in Amsterdam met haar partner en creatief evenbeeld Ulay, die in 2020 overleed. Nu woont ze in New York, al werkt ze voornamelijk in Europa. ‘Iedereen is hier [in de Verenigde Staten, red.] veel te bang om nog wat te zeggen. Politieke correctheid is een antiafrodisiacum voor creativiteit. En zeer onproductief.’ Janine Abbring ontmoet Marina Abramović in New York.
VPRO Wintergasten
Maandag 27 t/m donderdag 30 december
NPO 2 22.08-23.52 uur →