zondagetalage

Schaterlachend voor de tv blies hij zijn laatste adem uit. De ernstig zieke Charlie Parker had zojuist een veilig onderkomen gevonden bij de schatrijke jazzmecenas, barones Kathleen Pannonica de Koenigswarter. Een al te kolderieke tv-show van The Dorsey Brothers benam de zeer fragiele Parker uiteindelijk zijn laatste adem. Hij stierf op 12 maart 1955. Toen de lijkschouwer Parker onderzocht, schatte hij hem zo halverwege de vijftig. Jazzgenie en altsaxofoongigant Charlie ‘Bird’ Parker bleek 34. Hij had er alles uitgehaald wat erin zat. Een leven lang was hij verslaafd aan drugs, seks en alcohol. ‘Ik kan niet anders,’ zou Parker meermaals tegen zijn jazzcollega’s opbiechten, min of meer als waarschuwing. Maar zijn extreme levensstijl was ook de motor achter een ongekende jazzrevolutie. Parker bundelde de rauwe poëzie van de blues met de bijtende ritmiek en razendsnelle tempi van de bebop. Zijn kristalheldere saxofoongeluid herken je uit duizenden.