woensdagetalage
Breinseks
Weinigen kunnen beter uitleggen waar kunst goed voor is dan Ann Demeester.
Nooit meer slapen
De Vlaamse kunsthistoricus Ann Demeester vertrekt op 1 februari als directeur van het Frans Hals Museum Haarlem. Ze wordt directeur van het Kunsthaus Zürich, het grootste kunstmuseum van Zwitserland, met een collectie die loopt van de dertiende eeuw tot nu. Dat past goed bij Demeester (Brugge, 1976), die in Haarlem naam maakte met transhistorische tentoonstellingen. Daarin confronteerde ze werken uit verschillende eeuwen met elkaar en legde ze stilistische of thematische dwarsverbanden in de kunstgeschiedenis. Die originele benadering leverde haar een hoogleraarschap op in Nijmegen. Ook maakte ze grote indruk als voorvechter van kunst en cultuur in Nederland, vooral tijdens de coronacrisis. Toen minister De Jonge had gezegd dat kunt ‘niet essentieel’ was, schoof Demeester aan in Buitenhof om die visie te weerleggen. Ze hield een vurig pleidooi voor het belang van kunst, niet als ‘discodip’ op het ijsje, maar als onderdeel van ‘de schijf van vijf’. En nee, vindt Demeester, musea zijn niet elitair. Ze zijn er juist voor iedereen. ‘De elite heeft ons niet nodig,’ zei ze in Buitenhof, ‘die kan zelf kunst verzamelen.’