Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →
Boekentips
Drie aanraders
Boekentips in de week van 4 juni
Mijnramp
Lavery & Zoon - Jo Browning Wroe
Vroeg in Lavery & Zoon (Nieuw Amsterdam), debuutroman van Jo Browning Wroe, wordt op het diploma-uitreikingsdiner van het Instituut voor Balsemers een noodtelegram voorgelezen: ‘Dringend balsemers nodig in Aberfan. Breng benodigdheden en doodskisten mee.’ In Groot-Brittannië weten ze dan genoeg: negentienjarige hoofdpersoon William gaat op weg naar de mijnramp in dat Welshe plaatsje, anno 1966, waarbij een school bedolven raakte en 116 kinderen omkwamen. Maar al worden de gruweltaferelen daar indringend beschreven, feitelijk draait dit verhaal om kleinere, persoonlijke trauma’s. Om hoe William zijn vader verloor, een carrière als koorknaap zag stranden en in dezelfde (schandaal)scène vervreemd raakte van zijn moeder. Knap: dat die ramp in Aberfan als narratieve springplank dient, voelt níét als ongepast effectbejag.
DIRK-JAN ARENSMAN
Zedenschets
Buitenleven - Nina Polak
Amsterdammers Rivka en Esse dromen van een stresslozer leven. Dus verhuizen ze naar het noorden, naar een huis met een diepe tuin – ‘een sappig stuk toekomst’. Met dit modieuze gegeven weet Nina Polak wel raad in haar vermakelijke en scherpe roman Buitenleven (Prometheus). Op de streekmarkt (viltkunstenaars en gevaarloze gitaarmuziek) ontmoeten ze psychiater Eva Alta, die bestsellers scoort met haar ‘opgedirkte meningen’. Dit intimiderende orakel drijft algauw een wig tussen Rivka, die moeite heeft met haar nieuwe buitenleven, en Esse, die het juist omarmt. Polak schrijft meesterlijke dialogen en grossiert in snedige terzijdes over zaken als ‘bibliotheekporno met protserige trapjes’ en een muf dorpscafé dat is opgeluisterd met ‘Friese doorlopers en koperen poffertjespannen’. Een sappige zedenschets.
KATJA DE BRUIN
Opbouwjaren
Hoe Tarzan de Tour de France - Guus Luijters
Het schijnt dat op vergevorderde leeftijd herinneringen aan je vroegste jeugd zich aandienen. Guus Luijters (1943) heeft ze innig en geestig verwoord in de roman Hoe Tarzan de Tour de France won (Nieuw Amsterdam), vanuit het perspectief van een kind uit Amsterdam-West in het tijdvak 1949-1953. Opbouwjaren vol klein geluk en onschuld waarin werkelijkheid en jongensfantasie nog moeiteloos in elkaar overgaan en een groter wordende wereld nog één groot nauwelijks te bevatten avontuur vormt. Je had de Haarlemmertram, DWS, sigarenzaken, het Olympisch Stadion, de gasfabriek, melkinrichtingen, Arendsoog, Dik Trom, postzegels. En vaders Buick waarmee het naar Frankrijk gaat. De Tour is nog mythisch en de jongen vereenzelvigt zich met zijn held Hein van Breenen, alleen op kop.
MAARTEN VAN BRACHT