VPRO Gids 36

3 september t/m 9 september
Pagina 17 - ‘‘Natuurlijk ben ik zenuwachtig’’
papier
17

Cadeautje!

Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →

‘Natuurlijk ben ik zenuwachtig’

Hugo Hoes

Journalist en schrijver Femke van der Laan (Middenbeemster, 1978) volgt vanaf 1 september Pieter van der Wielen op als presentator van het nachtelijke VPRO-cultuurprogramma Nooit meer slapen op Radio 1. ‘Een meisje uit de Beemster werd niets.’

Femke van der Laan

Gisteren werd je dagwinnaar in de veelbekeken quiz De slimste mens.

Femke van der Laan (fluisterend): ‘Vanavond vlieg ik eruit.’

Werd je onderweg vaak herkend?

‘Het is hier Amsterdam, hè. Hier doen we allemaal normaal en laat niemand iets merken. Af en toe heb ik ook het idee dat ik een huis-tuin-en-keukenhoofd heb. Dat ik niet zo opval en mensen me gewoon niet zien. Maar als je twee avonden op televisie bent, zoals nu en vanavond weer, zijn er op sociale media wel allerlei mensen die iets van je vinden en daarover twitteren. Dat gaat vooral over uiterlijkheden. Bij radio heb je daar gelukkig geen last van.’

Vanwege het verschijnen van je boek Aan de randen van de dag was je op 3 februari zelf gast in de 2000ste jubileumuitzending van Nooit meer slapen.

‘Ja, mooi hè?’

Dacht je toen: ik wil op de stoel van Pieter van der Wielen zitten?

‘Nee nee, helemaal niet. Ik dacht wel: wat is het fijn hier. Die studio ’s avonds laat. Alles bijna donker op het Mediapark. Dat voelde heel erg goed. Het was een gesprek waar ik met veel genoegen op terugkijk, maar ik dacht niet: geef mij jouw baan. Wél: ik wil hier een mooi gesprek neerzetten.’

Hoe ben je presentator van Nooit meer slapen geworden?

‘Ik werd gebeld door de VPRO. Toen ik las dat Pieter ermee ophield, dacht ik wel: wat een gave baan, niet vermoedend dat die naar mij zou kunnen gaan. Niets mee gedaan dus. Kort daarna werd ik gebeld met de vraag of ik belangstelling had. Voordat diegene was uitgesproken riep ik al: “Jazeker.”’

Geen seconde getwijfeld.

‘Nee.’

Zonder ervaring met radio- of televisie-interviews.

‘Heb ik niet en daar kan ik niet meer van maken dan het is. Wel heb ik veel interviews gedaan voor geschreven media. Ik ben heel erg van de vragen. Niet voor niets heb jij voordat dit interview begon meer gezegd dan ik.’

Vervolgens.

‘Na dat belletje moest ik een proefuitzending opnemen met journalist Bram Vermeulen als gast. Gingen we radiootje spelen. Werd ik aan een redacteur gekoppeld die mij hielp met de voorbereiding en ik heb allerlei artikelen van Bram gelezen, evenals zijn boek. Voorbereiden dus, net zoals jij hebt gedaan. Daarna in een studio kijken of ik het kon, een uur lang.’

De eerste keer ook met al die techniek.

‘De techniek viel reuze mee. Er was een knop waar ik op moest drukken als ik zou moeten hoesten en dat was het wel zo’n beetje. Het is een uur praten en luisteren. Je hoeft ook geen plaatjes te draaien of files aan te kondigen.’

Er moet wel een uur lang iets te horen zijn.

‘Klopt. Van Lotje IJzermans, die op vrijdag Nooit meer slapen presenteert, hoorde ik dat er een noodband wordt gestart als het achttien seconden stil is. Dan weten de luisteraars dat de verbinding met Hilversum is weggevallen. Lotje vertelde ook dat Arnon Grunberg tijdens een gesprek steeds zó lang nadacht dat zij vreesde dat die noodband zou starten.’

Bram Vermeulen is een geboren verteller. Die maakte het je vast niet moeilijk.

‘Nee, en dat was heel fijn, maar ik heb het gesprek natuurlijk wel gestuurd, anders wist men niet of ik dit zou kunnen. Het was een aangenaam gesprek, al stopte ik wel twee minuten te vroeg. Omdat het zo mooi rond was, dacht ik: ja, klaar. Maar normaal gesproken kan dit niet bij een live-uitzending en dat kreeg ik wel te horen.’

‘Bij mediaoptredens denk ik vooraf: oké, mag ik dood? Maar die zenuwen helpen je ook verder’

Femke van der Laan
Wiedes, anders start de noodband.

‘Mag je in een live-uitzending nooit doen. Weet ik dat ook weer. Verder las ik mijn introductietekst te gedragen voor. Het was ook het eerste wat ik zei, dus misschien was het beginstress. Maar dat kon wel spontaner. Eenmaal begonnen sta je helemaal aan, luister je zo goed mogelijk en blijf je je gast steeds aankijken.’

Hebben veel mensen je voor gek verklaard omdat je vier nachten gaat werken?

‘Nee, maar sommige vroegen wel of de VPRO wist dat ik altijd om tien uur naar bed ga. Ik zei: nee, dat weten ze nog niet, maar het zou zonde zijn om dit door praktisch gemiezemuis aan me voorbij te laten gaan.’

Wat zijn jouw culturele voorkeuren?

‘Podiumkunsten vind ik fantastisch. Ik ga graag naar het theater en ik lees graag, al heb ik natuurlijk ook lacunes.’

Vertel.

‘Ik weet niet zo veel van jazz.’

Jammer.

‘Er zullen gasten en onderwerpen langskomen waar ik minder over weet, maar ik ben de interviewer, dus ik kan alles vragen. Ik hoef ook niet te laten zien wat ik allemaal wel niet weet, want dat is een recept voor paniek.’

Wie staat er bovenaan je gastenlijst?

‘Echt helemaal niemand.’

Je moet wel íemand uitnodigen.

‘Dat doet de samensteller. Zij regelt met de redactie de gasten voor het programma. Ik kan wel van alles willen, maar ik ga eerst kijken hoe het allemaal werkt.’

Wat wilde je als kind worden?

‘Ik kom uit Middenbeemster, hè. Daar werd je boer of, als je een meisje was, niets. Dan ging je trouwen en kreeg je kinderen – je werd al helemaal geen schrijver of radiopresentator.’

Maar nu dus toch. Dat wordt een spannende zomer.

‘Natuurlijk ben ik zenuwachtig en ik weet niet of ik 1 september nog nagels over heb. Ik kan een gesprek voeren, ben nieuwsgierig en belangstellend en ik maak graag mooie dingen. Bij al mijn mediaoptredens denk ik van tevoren: oké, mag ik dood? Wat zou het fijn zijn als dit werd afgezegd. Ik kan dit helemaal niet. Waarom ben ik geen buschauffeur? Dat soort gedachten. Maar die zenuwen hebben mij nog nooit belemmerd, ze helpen je ook verder. Het is emotie. Het hoeft ook niet meteen perfect. Pieter van der Wielen appte mij dat hij de eerste jaren vaak te horen kreeg dat het vroeger, vóór hem, veel beter was op de radio. Een nostalgische hang naar De avonden. Dat zal bij mij ook wel zo gaan. En als het toch niet lukt ligt het aan de gasten, altijd. Grapje. Ik zie de kop al voor me. “Femke van der Laan: ‘Het is altijd de schuld van de gasten.’”’