VPRO Gids 36

3 september t/m 9 september
Pagina 22 - ‘Vernieuwde Formule’
papier
22

Vernieuwde Formule

Radha Ramdhan

De Formule 1 is altijd een mannenbolwerk geweest, maar de coureurs Beitske Visser en Jamie Chadwick zien dat het aantal vrouwen in de autosport gestaag toeneemt. ‘Jongens vonden het soms lastig om te verliezen van een meisje.’

Beitske Visser op het circuit van Silverstone

Honderdduizenden raceliefhebbers bezoeken vanaf vrijdag 2 september drie dagen lang het circuit in Zandvoort om de Formula 1 Dutch Grand Prix bij te wonen. Nog eens tientallen miljoenen mensen volgen op hun televisie of smartphone de titanenstrijd tussen de twintig beste coureurs van de wereld. Formule 1 (F1), de hoogste klasse in formuleracing, is hot. Niet alleen in Nederland, dankzij het ongekende succes van Max Verstappen, maar bijvoorbeeld ook in de VS, waar de Netflixserie Drive to Survive onder meer bijdroeg aan de populariteit van de koningsklasse.

Wereldwijd blijft het kijkersaantal stijgen. In 2021 werd het Grand Prixseizoen in totaal gevolgd door ruim anderhalf miljard mensen. De wereld is dus klaar voor Formule 1. Maar is de door mannen gedomineerde Formule 1 eigenlijk wel klaar voor de wereld van nu? Achter elk F1-team gaan – afhankelijk van de grootte ervan – tientallen, soms honderden werknemers schuil: monteurs, technici, datastrategen. Het aandeel van vrouwen is echter nog altijd bedroevend laag, zeker als het gaat om topposities binnen de F1-teams of personeel van de kernraceteams, dat tijdens Grand Prixs vanuit de pit wall opereert. Om maar te zwijgen over vrouwelijke coureurs. Sinds de start van Formule 1 in 1950 kwamen slechts zeven vrouwen in actie als F1-coureur. Met haar Maserati 250F was de Italiaanse Maria Teresa de Filippis in 1958 de allereerste. Zij behaalde de tiende plek op het circuit van Spa-Francorchamps. Pas in 1975 deed er opnieuw een vrouw mee: Lella Lombardi finishte als zesde in de Spaanse Grand Prix en scoorde bovendien punten in de Formule 1.

‘In 2012 won ik een F4-kampioenschap. Wel met een gebroken rug, bleek achteraf’

Beitske Visser

Geen enkele vrouwelijke coureur heeft deze prestaties ooit weten te evenaren. In de decennia die volgden lukte het andere vrouwen – de laatste naam in het rijtje was Susie Wolff, die van 2012 tot 2015 coureur was voor het Britse F1-team Williams Racing – niet om via een kwalificatie een startplaats op een Grand Prix te bemachtigen.

Toch lijkt het tij nu te keren. Het Amerikaanse mediabedrijf Liberty Media nam de Formule 1 in 2017 over van de conservatieve F1-baas Bernie Ecclestone en voerde direct enkele veranderingen door. Zo haalde het concern – dat zich ten doel heeft gesteld de sport aan zo veel mogelijk betalende kijkers te slijten, mannen én vrouwen – een streep door het fenomeen ‘pitspoes’. Liberty Media vond de schaars geklede grid girls niet passen bij de eigen merkwaarden en oordeelde dat de traditie ook niet meer strookte met de maatschappelijke normen. Daarnaast richtte de internationale autosportbond FIA, verantwoordelijk voor alle technische regelgeving en de sportieve organisatie rondom F1, in 2009 de commissie Women in Motorsport op. De bond lanceerde vijf jaar geleden ook het trainingsprogramma Girls on Track, dat bedoeld is om jong vrouwelijk racetalent klaar te stomen voor de autosport. En dan is er nog de in 2018 opgezette W Series, een volledig gefinancierd F3-racekampioenschap voor vrouwen [F3-auto’s hebben minder vermogen en een lagere snelheid dan F1-wagens, red.]. Dergelijke initiatieven moeten uiteindelijk de weg vrijmaken voor vrouwen die de ambitie hebben een Formule 1 te racen. We spraken hierover door met twee vrouwelijke topcoureurs: de Nederlandse Beitske Visser (27) en de Brits-Indiase Jamie Chadwick (24).

Beitske Visser

trackrecord

2019 Tweede plaats W Series
2012 Winnaar ADAC Fomrel Masters
2010/2011 Beste vrouwelijke kartcoureur ter wereld

Waar begon het raceverhaal voor jou, Beitske?

Beitske Visser: ‘Mijn ouders hadden een autobedrijf in Lelystad en op het bedrijfsterrein reed ik vroeger al rondjes in speelgoedauto’s. Toen ik op mijn vijfde verjaardag een kart kreeg, kwam mijn leven in het teken van karten te staan. Vervolgens ontwikkelde ik mezelf door veel wedstijden in binnen- en buitenland te racen. Vaak was ik het enige meisje, maar als je jong bent heb je dat nauwelijks door. Je kart met een groep kinderen en daarna speel je samen een potje voetbal. Rond mijn twaalfde begon dit te veranderen. Jongens vonden het soms lastig om te verliezen van een meisje. Zij reden mij vaak van de baan. Ik probeerde er vervolgens altijd voor te zorgen dat ik in de kopgroep zat en degenen die mij van de baan duwden reed ik ook van de racetrack af. Dat dwong respect af. Inmiddels zit ik op een niveau waar respect afdwingen niet meer nodig is.’

Sinds vorig jaar werkt Formule 1 samen met de W Series. Zo racen W Series-coureurs dit seizoen tijdens acht Grand Prixs op hetzelfde circuit als F1-coureurs. Hoe belangrijk is dit?

BV: ‘Tijdens de drukbezochte Grand Prixweekenden zien tienduizenden mensen onze race. Wij laten zien wat vrouwelijke coureurs in huis hebben. Die zichtbaarheid kan andere jonge meiden inspireren. Op die manier maken we de racesport laagdrempeliger en toegankelijker. Verder is het heel prettig dat wij ons in de W Series geen zorgen hoeven te maken over financiën. De racesport is geen inclusieve sport, omdat er zo veel geld mee gemoeid is. Dat is altijd al zo geweest. Op mijn zeventiende maakte ik de overstap naar raceauto’s. Ik werd omringd door mensen die vertrouwen in mij hadden en bereid waren om in me te investeren. Alleen worden raceauto’s wel steeds duurder. Ruim tien jaar geleden kostte een Formule 2-racewagen rond de zes ton, maar als ik nu in een F2-auto wil rijden kost me dat twee miljoen euro [F2-auto’s hebben allemaal hetzelfde chassis en dezelfde motor, red.]. De racesport groeit enorm. Ik denk dat dit op den duur positieve gevolgen zal hebben, bijvoorbeeld op het gebied van sponsoring. Daardoor wordt het voor meer mensen mogelijk om aan de sport deel te nemen, al kost dit wel tijd. Uiteindelijk pluk je pas na een aantal jaren de vruchten van alle initiatieven die de racerij toegankelijk moeten maken voor vrouwen. Kijk, ik ben een coureur in hart en nieren. Ik wil liefst zo vaak en zo lang mogelijk over de hele wereld racen. De 24 uur van Le Mans en de elektrische Formule E-klasse, races die voor coureurs heel hoog op het lijstje staan, heb ik allemaal gereden. Veel coureurs dromen van een F1-race, maar voor mij is het geen doel op zich.’

Wat is jouw meest memorabele race?

BV: ‘In 2012 reed ik een F4-kampioenschap [categorie voor coureurs die van karting overstappen op formulewagens, red.] in Zandvoort. Door een technisch probleem met de remmen schoot ik van de baan en belandde ik in het ziekenhuis. Toen ik de volgende dag opstond besloot ik toch door te racen. Die dag won ik. Wel met een gebroken rug, die had ik door de crash opgelopen, bleek achteraf. Ik heb een gigantische drive en zet alles opzij voor de racerij. Uitgaan zit er niet in en mijn opleiding heb ik niet afgemaakt. Ik train veel, in de simulator en in de sportschool, en ik analyseer oude races. Door te fitnessen en gezond te eten bereid ik mij fysiek voor. Ik heb geen rolmodellen, maar ik heb wel enorm veel respect voor topsporters in het algemeen vanwege de offers die zij moeten brengen.’

Jamie Chadwick

trackrecord

2019/2020 Winnaar W Series
2015 Winnaar British GT Championship
20202-heden Ontwikkelingscoureur F1-team Williams Racing

Heb jij wel rolmodellen, Jamie?

Jamie Chadwick: ‘Toen ik begon niet, maar nu vind ik Lewis Hamilton [de eerste zwarte F1-coureur en zevenvoudig wereldkampioen, red.] inspirerend. Niet alleen kan hij goed racen, hij gebruikt zijn positie ook om maatschappelijke thema’s aan te snijden, zoals inclusiviteit, gender en ras. Ik begon overigens pas op latere leeftijd met karten. Ik was twaalf toen ik met mijn broer meeging naar de kartbaan en ik bleek meer talent te hebben. Een paar jaar later kreeg ik een beurs, zodat ik verder kon groeien in de sport. Op mijn veertiende ging ik over op raceauto’s en stap voor stap klom ik op, via GT-sportauto’s naar eenzitters. Daarna volgden kampioenschappen, maar op zeker moment stokte mijn ontwikkeling. En toen kwam de W Series met kampioenschappen voor F3-wagens.’

‘Als vrouw ben je een risico voor investeerders, dus als ik groeikansen zie dan pak ik ze’

Jamie Chadwick
De Belgisch-Nederlandse autocoureur Maya Weug nam deel aan het talentenprogramma Girls on Track, wat een mooie opstap bleek. Vorig jaar, zij was toen zestien, werd ze als eerste vrouw ooit aangenomen bij de FDA, Ferrari Driver Academy. F1-topcoureurs als Charles Leclerc en Sergio Pérez gingen haar voor. Waarom zijn dergelijke initiatieven zo belangrijk?

JC: ‘Het is mijn streven om over vijf jaar Formule 1 te rijden. Dat gaat gepaard met uitdagingen en het kost veel geld. In de VS zijn meer financiële mogelijkheden en dus richt ik mij dit seizoen op kampioenschappen daar, zoals de IndyCar Series, de Amerikaanse equivalent van de F1. In 2019 werd ik aangesteld als ontwikkelingscoureur bij het Britse F1-team Williams Racing door de voormalige teambaas Claire Williams. Zo’n FDA biedt natuurlijk enorme ontwikkelingsmogelijkheden. In principe ben ik trouw aan het Williams-team, een familiebedrijf dat altijd oog heeft gehad voor vrouwelijk talent, maar als ik ergens groeikansen zie dan pak ik ze. Als vrouw ben je nu eenmaal een risico voor investeerders. De sport wordt nog altijd gedomineerd door mannen, waardoor de talenteninstroom van vrouwen veel kleiner is. En de competitie is moordend. Uiteindelijk zijn er voor een F1-race slechts twintig plekken te vergeven. Initiatieven zoals de FDA en de W Series zijn essentieel voor het vergroten van de influx van vrouwen. En het werkt, dat blijkt wel. De transitie is al gaande.’

Wat wordt jouw eerstvolgende race?

JC: ‘De W Series tijdens de Grand Prix van Singapore. De grote luchtvochtigheid en hoge temperaturen daar zullen de grootste struikelblokken zijn. Ik bereid mij daar goed op voor door te trainen in hittekamers. En daarnaast doe ik natuurlijk de gebruikelijke fitnesstrainingen. Je traint je nek op de enorme G-krachten die je lijf te verduren krijgt. En je armen en je schouders, omdat raceauto’s minder stuurbekrachtiging hebben. Beitske is overigens goed in vorm. In de vorige race eindigde zij vlak na mij. Ze zal het me niet makkelijk maken.’