Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →
Streamer met een missie
De Nederlandse streamingdienst New Faith Network wordt wel ‘de christelijke Netflix’ genoemd. Wat verklaart het succes, wat drijft de initiatiefnemers en wat wordt de gelovige doelgroep zoal voorgeschoteld? ‘De grenzen zijn niet altijd helder.’
De vrolijke April werkt als arts in een ziekenhuis in New York. Haar nieuwe vriend Jesse lijkt de ideale partner: hij is lief en knap en ook nog eens dierenarts. Maar Jesse heeft een geheim: hij is opgegroeid in een streng religieuze amishgemeenschap. Wanneer zijn broer gaat trouwen, speelt hij open kaart en neemt de overrompelde April mee naar zijn oerconservatieve familie. Zal zij deze kant van hem zomaar accepteren?
Hoe dit afloopt is te zien in Plus One at an Amish Wedding (trailer), een Amerikaanse zwijmelfilm die begin dit jaar verscheen. De productie was in Nederland niet te zien op tv of bij een van de grote streamingplatforms, en zeker niet in de bioscoop, maar werd hier toch een hit. Hoe dat kan? Dankzij New Faith Network (NFN), een in Hilversum gevestigde streamingdienst die zich richt op Bijbelgetrouwe christenen.
‘Plus One at an Amish Wedding is voorlopig onze best bekeken titel van dit jaar,’ vertelt Machiel Copier (26), hoofdredacteur van het platform. ‘Films en programma’s over de amish doen het sowieso opvallend goed bij ons publiek. Waarom? Ik denk dat christenen genieten van de eenvoud van die gemeenschap: het leven verloopt er rustig en relatief onschuldig, het geloof is nog iets vanzelfsprekends. Toen de producent van deze film een paar maanden van tevoren belde om hem aan te kondigen, dacht ik: mooi, dan is onze voorjaarspiek alvast binnen.’
Groei
Volgens Copier wordt New Faith Network in de mediawereld weleens ‘het best bewaarde geheim van Hilversum’ genoemd. En daar is best iets bij voor te stellen. Wie gokt dat de organisatie wel zal bestaan uit een handjevol ex-EO’ers in een of ander achterafkantoor komt bedrogen uit. NFN is de meest succesvolle tak van het mediabedrijf Beyond Dutch (voorheen Dutch Channels), dat sinds kort opereert vanuit het voormalige kantongerechtsgebouw van Hilversum. Copier geeft een enthousiaste rondleiding door het monumentale pand. In de oude rechtszalen bevinden zich de IT-afdeling en de kantine. Er is een eigen studio, waar talkshows voor NFN worden opgenomen. En er staan nog diverse ruimten leeg. ‘Het gebouw is uitgekozen op de groei,’ licht de hoofdredacteur toe. ‘Er werken hier nu ongeveer veertig mensen, maar naar verwachting worden dat er snel meer.’
En dat terwijl NFN vijf jaar geleden begon als een experiment. Een jaar eerder, in 2016, had een groepje mediaondernemers het video-on-demandbedrijf Dutch Channels opgericht, dat zich exclusief zou richten op niches – doelgroepen die onvoldoende werden bediend door streamers als Netflix, Videoland en NPO Start. Het concept was slim: diverse zelfstandige merken onder één dak, met gedeelde techniek en financiën. Tot de eerste kanalen die werden gelanceerd, behoorden Voorstelling Gemist (voor theaterliefhebbers, inmiddels geschrapt), With Love (romantische films en series, een succes) en dus New Faith Network.
Bijbelstudies
Het idee voor een behoudend christelijk platform werd Dutch Channels aangereikt door Hans Groeneveld, een Doetinchemse evangelist die droomde van een soort Netflix vol inspirerende geloofsprogramma’s. Machiel Copier: ‘Ik werd in die tijd benaderd door een kennis die bij Dutch Channels werkte. Hij wist dat ik gelovig ben en als freelanceredacteur aan een paar EO-programma’s had meegewerkt, dus vroeg hij of ik wilde helpen bij het opzetten van zo’n kanaal. Het leek mij op zich een interessant project, omdat zoiets nog niet bestond – je had natuurlijk wel christelijke media als de EO en Family7, maar die zijn echt tv-georiënteerd. Ik was alleen niet erg overtuigd van het aanbod, dat toen nog goeddeels bestond uit eigen filmpjes met Bijbelstudies en gospelmuziek en zo. Het enige waar ik wél potentie in zag, waren tien à vijftien christelijke speelfilms uit de VS, die als een soort bonusmateriaal waren toegevoegd. Want ik wist dat zulke films in Nederland amper te zien waren – vroeger werden ze wel geïmporteerd op dvd, maar die markt was intussen ingestort. En jawel: uit de eerste kijkcijfers bleek inderdaad dat die films massaal werden bekeken. Toen hebben we direct besloten om ons daar primair op te gaan richten. De eigen programma’s blijven daarnaast vooral belangrijk voor ons profiel. We worden vaak aangezien voor een Amerikaans bedrijf, mensen denken: wat is dat voor club, waar staan ze voor? Dan helpt het als ze vertrouwde gezichten zien: Nederlandse sprekers en presentatoren die goed bekendstaan in de christelijke wereld. Maar uit de data blijkt dus wel dat de meeste abonnees komen voor de films.’
Mel Gibson
Even voor de duidelijkheid: over wat voor films (en in toenemende mate series) hebben we het nu precies? In principe is ‘faith-based’ cinema, zoals het in de VS wordt genoemd, er in alle gangbare genres: van drama tot komedie, actie, incidenteel zelfs horror. Maar er komt per definitie geen grove taal, bloot of bruut geweld in voor, en de boodschap is Bijbels verantwoord. Ook bestaan er wat exclusieve genres: Bijbelfilms en bekeringsverhalen, maar ook amishdrama’s dus, en zogenaamde eindtijdthrillers, waarin gelovigen het steevast aan de stok krijgen met de antichrist.
Nu zijn relifilms uiteraard geen nieuw fenomeen, maar de markt is de laatste jaren wel geëxplodeerd. Opmerkelijk genoeg is dat rechtstreeks te danken aan Mel Gibson. Diens zelf gefinancierde paasfilm The Passion of the Christ (2004) bleek zo populair onder orthodoxe christenen dat Hollywood ervan wakker schrok: hoe kon het dat zo’n lucratieve doelgroep zo lang over het hoofd was gezien? Al gauw hadden bijna alle grote filmmaatschappijen een christelijke tak opgericht of aangekocht. Dankzij studio’s als Fox Faith, Affirm Films (Sony) en Lightworkers Media (MGM) kregen vrome filmmakers die voorheen afhankelijk waren van collectezakken plots behoorlijke budgetten ter beschikking. Zo kon het bijvoorbeeld gebeuren dat de door seculiere critici verfoeide propagandafilm God’s Not Dead in 2014 een ongekende bioscoophit werd. En dat de evangelische boekverfilming Left Behind in datzelfde jaar kon pronken met Hollywoodster Nicolas Cage (die naar verluidt wat villa’s en sportwagens moest afbetalen).
Cultuurverschillen
Toen New Faith Network destijds ging proberen al die films voor de Nederlandse markt aan te kopen, bleek dat nog niet mee te vallen, memoreert Copier. ‘De Amerikaanse distributeurs hadden duidelijk geen zin om met ons te praten. Ze waren wel vaker benaderd met dit soort initiatieven, maar daar zaten dan steeds ideële organisaties achter die hun zaken slecht op orde hadden. Uiteindelijk zijn we maar op het vliegtuig gestapt om ze persoonlijk uit te leggen dat wij wél een gezond businessmodel hanteren. Daar kwamen wat voorzichtige eerste deals uit voort, en vervolgens kwam het vanzelf goed.’
Inmiddels heeft NFN ruim 50.000 abonnees, verdeeld over negen landen – voor moederbedrijf Beyond Dutch genoeg om alle kosten te dekken. Dat NFN een internationale speler zou worden, was eigenlijk nooit gepland, vertelt de hoofdredacteur met een grijns: ‘We bestonden amper een jaar toen we op een filmbeurs in Cannes in gesprek raakten met een Amerikaanse producent. Die vertelde ons dat de Europese markt voor christelijke films min of meer was afgeschreven, omdat Amerikanen te huiverig zijn voor cultuurverschillen en het ondertitelingsproces. “Waarom pikken jullie dat niet op?” vroeg hij toen. In die startfase voelde dat nogal absurd, maar het zaadje was wel geplant. Dus zijn we toch maar onderzoek gaan doen: in welke landen wonen veel christenen? En hebben die ook eigen media waarin we kunnen adverteren? Zijn er ter plekke producenten die lokale programma’s voor ons kunnen maken? Zo zijn we onder meer in Noorwegen, Engeland en Australië terechtgekomen. Het liefst zou ik ook uitbreiden naar Duits- en Spaanstalige landen, daar zit een enorm potentieel publiek. Maar dan moeten we alles gaan nasynchroniseren, vooralsnog een te grote investering.’
Republikeins
Over cultuurverschillen gesproken: gaat al die Amerikaanse kost er zomaar in bij het Europese publiek? Stelt een Texaanse evangelical geen andere eisen dan een Barneveldse refo? Hoe gaat NFN überhaupt om met gevoelige inhoud?
‘In principe richten wij ons op alle christenen,’ zegt Copier, ‘maar dat is zeker weleens lastig. Controversiële thema’s proberen we te mijden. Ik heb het nog niet meegemaakt, maar als een van onze sprekers een extreme mening zou verkondigen, zouden we die niet zomaar plaatsen. En je hebt Amerikaanse films die net reclames zijn voor de Republikeinse Partij – als ik de producent dan uitleg dat we die niet hoeven, dat ons publiek zoiets niet slikt, ontstaan er soms verhitte gesprekken. Ook geweld kan ingewikkeld zijn, daar hebben Amerikanen toch minder moeite mee. Maar de grenzen zijn niet altijd helder. Wij bieden bijvoorbeeld ook The Passion of the Christ aan, toch een uiterst bloedige film, die van ons een zeldzaam achttienplusadvies krijgt. Maar daar komen geen klachten over.’
Opvallend genoeg komt het vaker voor dat een film wordt geweigerd om de vorm dan om de inhoud, vertelt Copier. ‘Bijna de helft van het aanbod valt bij ons af omdat de artistieke kwaliteit te laag is. Dat is echt wel een probleem in de christelijke cinema: de bedoelingen zijn vaak goed, maar qua budget en deskundigheid valt er nog veel te winnen. Gelukkig zit daar duidelijk wel een stijgende lijn in. Ook een beetje dankzij ons natuurlijk, want wij stoppen ook weer geld in die markt.’
En zelf films produceren, zoals de grote streamers? ‘Dat zit er nu nog niet in, maar die wens is er absoluut.’
Het zou op z’n minst wat variatie toevoegen aan de Nederlandse cinema: een kuise feelgoodfilm vol gelovige personages. Te gast op een Urker bruiloft wellicht?