‘Jij bent de enige met wie ik tijdens zo’n lange vergadering nog eens een verbaasde/verontwaardigde/ironische blik kan wisselen.’ Zo werd het natuurlijk niet gezegd, met al die adjectieven. Dat waren latere toevoegingen toen we bespraken wat nou precies de mores zijn van vergaderingen en hoe die per tafel kunnen verschillen. Degene die dit tegen mij zei, had wel gelijk. Ik zoek bij vergaderingen, zeker als ze langer dan een uur duren, altijd oogcontact met iemand. Het moet iemand zijn die de vergadering an sich serieus neemt, maar niet per se alles wat door iedereen wordt gezegd.
Vijlen
Tien jaar geleden kreeg ik een twijfelachtig compliment over mijn gedrag tijdens vergaderingen.