Vanavond de steven achterwaarts gewend naar de zestiende eeuw, toen de ontdekkingsrace tussen Spanje, Portugal en Holland naar profijtelijke wingewesten in volle gang was. De grootste maritieme prestatie komt op het conto van de Portugese zeevaarder Ferdinand Magellaan, die leidinggaf aan de eerste Europese zeiltocht rond de wereld (1519-1522). Hij deed dat linksom en in Spaanse dienst, en dat behoeft enige uitleg. Gestimuleerd door zijn neef en makker Francisco Serrao, die als eerste Europeaan voet aan wal zette op de Specerijeneilanden (Molukken), drong Magellaan er bij zijn koning Emanuel I op aan hem als kapitein op een expeditie daarheen te sturen.
Deze weigerde, waarna Magellaan na maanden soebatten wel permissie kreeg van keizer Karel V van Spanje. Dat betekende echter dat Magellaan een zeeroute westwaarts moest zien te vinden, want in het Verdrag van Tordesillas (1494) was bepaald dat de wereld ten westen van een meridiaan die dwars door Brazilië loopt aan Portugal toebehoort, en ten oosten aan Spanje. Columbus had de Nieuwe Wereld aanvankelijk aangezien voor Indië – aan Magellaan nu de opgave om achter het Amerikaanse continent een doorgang naar het westen te ontdekken.
Hij vertrok 1519 met zijn Armada de Moluccas, vijf schepen met 237 manschappen, waarvan precies drie jaar later slechts één schip met achttien overlevenden Spanje weer wist te bereiken. Magellaan zelf was er toen niet meer bij; na het bereiken van de Filipijnen en het leggen van contacten met lokale heersers aldaar beging hij de veelgemaakte fout hen met geweld te willen bekeren tot het christendom, waarna hij dan ook met een bamboespeer werd gedood.