Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →
Zo kan het ook
In vier korte VPRO-documentaires bevragen jonge filmmakers de ongeschreven regels in onze maatschappij. We vroegen het viertal hoe ze tot hun onderwerpkeuze kwamen. ‘Waarom moet een minderheid zich altijd aanpassen aan de meerderheid?’
Roos Wijnen: Niet zoals het hoort
‘Ik ben zelf mijn leven lang al slechthorend en ik was al langer bezig met de vraag wat dit betekent voor mij, voor mijn omgeving en voor de maatschappij. Tijdens dat zelfonderzoek dacht ik steeds vaker: waarom schaam ik me eigenlijk voor mijn gehoorapparaat? Een gehoorapparaat is een heel klein ding, maar het voelt alsof er een veel groter probleem achter schuilgaat. Ik vroeg me ook af of ik de enige ben die dat zo ervaart en waar dit precies vandaan komt. Nu ben ik helemaal niet oud, maar het idee overheerst dat vooral oude mensen een gehoorapparaat dragen. Daarom ben ik gaan onderzoeken wat die stigmatisering rondom gehoorapparaten precies is en hoe we daar iets aan kunnen doen.
Mensen zijn vaak positief over gehoorapparaten omdat ze zo klein zijn dat je ze bijna niet ziet. Alleen negeer je daarmee héél veel gevoelens, wat een dialoog lastig maakt. Gehoorapparaten zijn voornamelijk ondersteunend, maar de buitenwereld ziet ze als een soort wondermiddel, alsof doven en slechthorenden daardoor weer kunnen “meedoen” met de horende wereld. Tegelijkertijd worden gebarentaal en ondertiteling nauwelijks gefaciliteerd, terwijl je doven en slechthorenden daarmee juist tegemoet zou kunnen komen.
Als dove of slechthorende moet je je vaak verhouden tot een norm waaraan je niet kan voldoen of waarin je je niet herkent. Wij moeten op een andere manier informatie verzamelen en aangezien die informatie vaak alleen auditief wordt aangeboden, kost dit ons veel meer moeite. Met mijn film wil ik vooral bewustwording creëren bij horende mensen en een dialoog op gang brengen. Want waarom moet een minderheid zich altijd aanpassen aan de meerderheid? Ik hoop dat ik op deze manier wat onwetendheid kan wegnemen en deze onzichtbare groep – er zijn minstens anderhalf miljoen doven en slechthorenden in Nederland – een groter platform kan bieden.’
Mo Jouhri: Boeman
‘Als het buiten donker wordt en de lichten gaan aan dan zijn er veel mensen die denken: nu is het onveilig. Het is natuurlijk absurd dat dit gevoel van onveiligheid bijna normaal is geworden in onze samenleving. Een van de mensen in mijn film leeft zo erg in die angst dat ze een vast ritueel heeft als ze ’s avonds de straat op moet: altijd haar sleutels vasthouden, altijd een telefoon in de hand, altijd een vriendin onder de sneltoets. Er is nooit iets met haar gebeurd, maar ze voelt zich wel heel erg bang.
Voor iedereen in de film is het normaal om dagelijks met die angst te leven – en dit zijn niet alleen vrouwen, ook de mannen die aan het woord komen worstelen met dit ongemak. Daarom heb ik gekozen voor een vrij confronterende aanpak: sommige hoofdpersonen hebben we bewust op locaties gezet waar ze bang voor zijn. Dat is natuurlijk extreem heftig, maar ik denk dat het nodig was om het verhaal te vertellen.
Tegelijkertijd beweren we niet dat die angst zal verdwijnen. Dat gevoel zal altijd wel een beetje blijven, vrees ik. Het gaat vooral om bewustwording: dat sommige mensen gewoon op straat lopen al als intimiderend kunnen ervaren.
Welke les kijkers verder uit de film trekken, laat ik aan hen over. Maar ik vind Liv [een van de hoofdpersonen uit de film, red.] bijvoorbeeld erg inspirerend omdat zij voortdurend heel erg in angst leeft, terwijl ze zich daar toch niet door laat tegenhouden. Als dat mensen helpt, is de film voor mij al geslaagd.’
Bo Hanna: Oh mijn tweet
‘Ik ben journalist en voor mijn werk zijn sociale media steeds belangrijker geworden. Steeds vaker merk ik dat ik dat lastig vind, omdat mijn artikelen vaak over gevoelige thema’s gaan. Op sociale media zoeken mensen steeds vaker de extremen op, terwijl veel van hen juist ergens tussen zwart en wit zweven. Die groep is groter dan we denken, maar nuances doen het veel minder goed in de algoritmes. Hierdoor ontstaan steeds meer dogma’s op sociale media en dit herken ik uit het orthodox-christelijke milieu waarin ik ben opgegroeid. Daar kende men ook een strikt onderscheid tussen goed en kwaad. Ik probeer deze ideeën te bevragen door ertussenin te gaan zitten, zo kwam ik op het idee voor deze film.
Ik heb ooit een documentaire gezien die uit één enkel telefoongesprek bestond. Dat vond ik enorm sterk en daarom wilde ik die vorm ook gebruiken in mijn film, maar dan met twee gesprekken. Ik vond het bij dit onderwerp passen omdat je wel stemmen hoort, maar nooit iemand in beeld ziet. De film moest ook niet te snel zijn, zodat je als kijker de tijd hebt om te bedenken hoe je je zelf eigenlijk verhoudt tot die nieuwe scheidslijnen op sociale media.
Uiteindelijk vind ik het vooral belangrijk dat mensen zelf blijven nadenken en alles vanuit verschillende perspectieven willen bekijken. Een dogma is gewoon iets giftigs, want als je een enorm sterke overtuiging hebt voelt iets al snel als tegenstand. Maar twijfel is juist goed, als je gaat twijfelen durf je misschien ook meningen los te laten. Dat wil ik de kijker echt meegeven: durf buiten je eigen groep te kijken en te luisteren.’
Esmée van Loon: Coming-in
‘Ik ben zelf lesbisch en heb veel vrienden die ook in de queer gemeenschap zitten. Als queer persoon voer je vaak gesprekken over hoe je coming-out precies is verlopen en daarom dacht ik voor de film aan de ongeschreven regels die vaak gelden bij zo’n coming-out. Er zijn veel verschillende soorten coming-outs, en het is bijvoorbeeld ook weer anders als je een non-binair of transgender persoon bent. Daarom vond ik het belangrijk om meerdere perspectieven te laten zien.
Door de buitenwereld wordt de coming-out vaak gezien als een soort “bevrijding”, iets wat je als queer persoon moet doen om je vrij te voelen en jezelf te kunnen zijn. Maar het is lang niet altijd een bevrijding. Niet iedereen wil bijvoorbeeld zomaar breken met familie, mocht zoiets nodig zijn. Het is heel makkelijk om te zeggen dat een ander maar “uit de kast moet komen” als je daar zelf nooit mee te maken hebt gehad. Die hele coming-out leidt bovendien tot een erg vereenvoudigd begrip van iemands identiteit, die dan eigenlijk wordt gecategoriseerd in het belang van anderen. Ik wil met de film vooral duidelijk maken dat een coming-out niet iets is wat je móet doen. Je moet het alleen doen als het veilig voelt.
Een coming-out is dus geen bevrijding, dat zal het pas zijn als coming-out een woord uit het verleden is. Nu benadrukt heteronormativiteit in onze samenleving nog altijd dat je als queer persoon niet aan de norm voldoet. De focus ligt daardoor nog altijd op de coming-out, terwijl het volgens mij veel belangrijker is dat queer mensen zich gaan bezighouden met een “coming-in”, waarbij zelfacceptatie veel belangrijker wordt dan wat de buitenwereld vindt. Hopelijk is dat uiteindelijk de belangrijkste les voor de kijker.’