Plotseling kreeg ik overal pijn en strompelde als een buik op pootjes over de Maliebaan, waardoor ik stil moest houden. Daar lag een auto ondersteboven. Hé, wat gek, daar ligt een auto ondersteboven. De film speelde zich niet chronologisch af, het was alsof ik alle beeldjes los van elkaar geserveerd kreeg en zelf maar moest zien in welke volgorde ik ze achter elkaar zou plakken. Op de brede groenstrook naast de ventweg waar de auto ondersteboven lag, stonden twee jongens van in de twintig naar het tafereel te kijken. Ik vroeg: ‘Alles oké?’ De montage die ik mijn hoofd nu aan het maken was van de twee beeldjes concludeerde alvast dat deze kleine auto vast van deze jongens was – en dat hij ondersteboven lag was natuurlijk te wijten aan onverantwoord rijgedrag.
Speculatie
Ik liep hard. Niet zo heel erg hard, want ik moest ook nog zes kilo koekjes, tosti’s en pizza’s meezeulen, maar ik paste nog in mijn hardloopkleren en ik hield vol.