Ik vind het een prettig idee dat er ’s nachts ook nog een leven is, bij voorkeur op niet al te grote afstand. Zonder vind ik het maar grimmig, doods en een tikje eenzaam. Het is een geruststellend idee dat er mensen wakker zijn. In de verte. De enige nachtpersoon die ik tegenwoordig hoor is de krantenbezorger. Die duwt in het laatste restje nacht mijn overdag vergeten huissleutels samen met de krant door de brievenbus.
Je kunt je ergeren aan die achtergebleven resten van de nacht, maar je kunt er ook een heel leven uit halen. Nachtmensen laten nou eenmaal andere sporen na dan overdagmensen. Het ligt er wel aan waar je woont natuurlijk. Toen ik een appartement had op De Wallen verloren nachtpersonen andere dingen dan op alle andere plekken waar ik woonde. Lege portemonnees, zwangerschapstests, bankpassen en condooms bijvoorbeeld.