‘Goede verhalen worden alleen gemaakt van de emoties van de schrijver,’ zei Patricia Highsmith (1921-1995). Dat gold ook voor haar boek The Price of Salt (1952, in het Nederlands verschenen als Carol), de eerste lesbische roman met een goede afloop. Inspiratie vond Highsmith in een persoonlijke ervaring. Begin jaren vijftig woonde Highsmith in New York. Er waren volop lesbische bars, die ze veelvuldig bezocht. Ze werkte toen in een warenhuis, waar ze poppen verkocht. Op een dag kwam er een mooie vrouw binnen gewandeld in een bontjas. ‘De vrouw leek licht uit te stralen,’ schreef Highsmith in The Price of Salt. ‘Ik voelde me vreemd en duizelig, alsof ik bijna flauwviel.’
Haar uitgever zag niets in het liefdesverhaal tussen twee vrouwen. Highsmith liet de roman onder een pseudoniem, Claire Morgan, uitbrengen door een kleine uitgeverij. In 2015 werd het verfilmd door Todd Haynes onder de titel Carol, met Cate Blanchett en Rooney Mara. Dat Highsmiths werk zich goed liet verfilmen bleek ook uit haar Ripley-romans, die ze onder haar eigen naam publiceerde en waarmee ze internationaal doorbrak. De eerste was The Talented Mr. Ripley (1955). Vanaf dat moment werd ze tegen wil en dank misdaadschrijver genoemd. ‘Moord is niet mijn thema,’ zei ze daarover, ‘het is eerder schuld, de aanwezigheid of afwezigheid daarvan.’ In de documentaire Loving Highsmith (2020), vandaag te zien in Close up, vertellen familieleden en ex-geliefden over de schrijfster die geboren werd in Texas als dochter van veehouders en rodeoliefhebbers.