VPRO Gids 9

4 maart t/m 10 maart
Pagina 10 - ‘Onze mannen in de stannen’
papier
10

Cadeautje!

Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →

Onze mannen in de stannen

Cecile Elffers

In ‘Langs de nieuwe zijderoute’ bundelen VPRO-reisseriesterren Ruben Terlou en Jelle Brandt Corstius hun krachten. Samen doen ze verslag vanuit de ‘stannen’: Oezbekistan, Tadzjikistan, Kazachstan, Kirgistan en Pakistan. “Zelfs voor ons is dit onbekend terrein.”

Jelle en Ruben bij het Registanplein in de Oezbeekse stad Samarkand, het hart van de oude zijderoute.

Noem eens een paar landen in Centraal-Azië, en hun hoofdstad. Breekt het zweet je al uit? Centraal-Azië is voor bijna iedereen in het Westen een blinde vlek. Met vaak als enige gênante associatie Borat, het nep-Kazachse typetje van Sacha Baron Cohen. En dat terwijl Centraal-Azië eeuwen geleden al een cruciaal gebied was vanwege de Zijderoute – wat anno 2023 weer het geval is door de enorme voorraden olie en gas.

Veel Centraal-Aziatische landen waren decennialang ingenomen door de Sovjet-Unie. Die viel weliswaar al meer dan dertig jaar geleden uiteen, maar toch voelen deze ‘stannen’ nu pas het zelfvertrouwen om hun eigen identiteit en cultuur – vaak nomadisch en/of islamitisch – te vieren. Terwijl de Russische invloed tanende is, stelt China zich steeds meer op als de nieuwe grote broer.

‘Al die stannen hebben Rusland en China nodig, maar willen ook zonder hen’

Ruben Terlou

Geen gek idee dus om juist Ruben Terlou (1985) en Jelle Brandt Corstius (1978) zich op dit gebied te laten storten in de serie Langs de nieuwe zijderoute. Journalist, fotograaf en arts Terlou verkende eerder zijn grote liefde China in VPRO-reisseries als Chinese dromen, oud-Ruslandcorrespondent Brandt Corstius deed dat met Rusland in onder meer Van Moskou tot Moermansk.

Elk onderzoeken zij in Langs de nieuwe zijderoute vanuit hun eigen expertise wat er gaande is in Oezbekistan, Tadzjikistan, Kazachstan, Kirgistan en Pakistan. Ze stuiten op onbekende verhalen, zoals dat van Russische mannen die voor de dienstplicht op de vlucht zijn of van Kazachse vrouwen die gemarteld zijn in de Chinese ‘heropvoedingskampen’ in Xinjiang.

Terlou en Brandt Corstius volgen beiden hun eigen route, maar ze bellen in de serie af en toe met elkaar om te horen hoe het gaat – als echte collega’s. Dat collegaschap maakte Langs de nieuwe zijderoute voor de presentatoren ook zo aantrekkelijk, vinden ze: eíndelijk eens iemand die werkelijk snapt wat je doet.

De Pakistaanse meisjes Malaika en Alisha in het dorp Hassanabad, dat in 2022 deels verdween doordat de gletsjers in hoog tempo smolten.

Over dat bijzondere werk interviewen ze elkaar overigens in een speciale onlineproductie bij Langs de nieuwe zijderoute, die bedoeld is om ook tv-loze jongeren te bereiken via sociale media. Terlou en Brandt Corstius zaten tijdens de opnames daarvoor aan een tafeltje van het Amsterdamse feestcafé Ruk en Pluk en beantwoordden elkaars vragen met een fles wodka erbij. Toen dat erop stond, hadden de heren aansluitend gelukkig nog tijd voor een interview met de VPRO Gids. Een gesprek over democratische chaos, woke Kazachen en een domineescomplex.

Bij de VPRO ging jarenlang het gerucht dat er een serie kwam over de stannen. Die is er nu, maar wat is het idee achter Langs de nieuwe zijderoute?

Jelle Brandt Corstius: ‘Er was inderdaad al lang zo’n soort plan, maar dan ook nog met Thomas Erdbrink en Bram Vermeulen erbij, die het gebied dan vanuit de Iraanse en Turkse invalshoek zouden belichten. Na corona is dat veranderd in alleen Ruben en ik, wat ook wel logisch is omdat de invloed van Rusland en China het grootst is in Centraal-Azië.’

Ruben Terlou: ‘Al die stannen hebben Rusland en China nodig, maar willen ook zonder hen.’

Jelle Brandt Corstius: ‘Veel ervan zijn voormalige Sovjetstaten en hadden hechte banden met Moskou, maar die relaties zijn aan het afbrokkelen – de oorlog is daarbij een katalysator. Dan zie je al gauw dat China een logisch alternatief is voor Rusland, het is de uitdaging om dan niet wéér gekoloniseerd te worden. Dat is waar deze landen mee worstelen: ze zijn sinds 1991 onafhankelijk en ze willen graag economisch samenwerken, maar ze moeten oppassen dat ze niet opnieuw hun identiteit verliezen.’

Niet alle stannen zitten in de serie, bijvoorbeeld Turkmenistan niet. Hoe hebben jullie de landen gekozen?

JBC: ‘Turkmenistan hebben we bewust niet bezocht, want dat is gewoon een soort Noord-Korea; daar kun je niets als journalist. Maar omdat Centraal-Azië zo groot en zo divers is, hebben we niet de ambitie om op een encyclopedische manier kennis over dat hele gebied te verzamelen. Ik hoop desondanks dat we een gapend gat aan kennis kunnen aanvullen. Zelfs voor ons is dit redelijk onbekend terrein. Terwijl het een hartstikke belangrijk strategisch gelegen gebied is, dat nog een grote rol gaat spelen de komende eeuw.’

RT: ‘Ja, voor mij was bijvoorbeeld Pakistan een enorme verrassing. Ik wilde er al heel lang naartoe, ik wist wel dat China daar belangrijk was, maar niet hóé belangrijk: het blijkt echt by far de belangrijkste partner van dat land te zijn. En neem Tadzjikistan, waar ik in november was: ook superonbekend. Wat daar speelt, daar had ik echt geen idee van. Heel gaaf om dat te kunnen laten zien.’

Vertel, wat speelt er dan in Tadzjikistan?

RT: ‘Nou, veel: de repressie is daar enorm, er is oorlog met Kirgistan, er is enorme armoede en heel veel arbeidsmigratie naar Rusland. Ik heb er een aantal verhalen gemaakt over mensenrechten. Zo raakte ik tot tranen toe geroerd op het kantoor van een mensenrechtenadvocaat, waar allemaal jonge mensen bij elkaar kwamen, vol hoop op een betere toekomst.’

JBC: ‘Terwijl ze geen schijn van kans maken eigenlijk, des te dapperder dat ze er dan toch in geloven.’

‘Jonge mensen zeggen: laten we overschakelen op het Engels, want het Russisch is de taal van de bezetter’

Jelle Brandt Corstius

RT: ‘Ja. Ik was ook niet ontroerd omdat ik het zo erg vond, maar omdat ik het zo mooi vond: al die jonge mensen die aan het dansen waren. Juist zo aan het eind van de draaiperiode, juist nadat ik een paar hele treurige verhalen had gefilmd. Het gaf me hoop om te zien hoe fris en blij en uitgelaten die jongeren waren.’

Er zijn veel dictaturen in Centraal-Azië, of zie ik nu iets over het hoofd? Hoe staat het met het democratisch gehalte daar?

RT: ‘Ja, het zijn vrijwel allemaal dictaturen, met uitzondering van Kirgistan: dat is een redelijk vrije samenleving. En Kazachstan is ook wel iets minder repressief.’

JBC: ‘Kirgistan is helaas wel een heel instabiele democratie, dus om de zoveel jaar heb je daar een revolutie. Dat is ook een land waar Poetin vaak naar wijst, van: jongens, democratie is een slecht idee, want dan krijg je deze chaos.’

RT: ‘Democratische chaos.’

JBC: ‘Ja. Maar dat is ook het grote probleem van die hele regio, dat er niet echt een democratie is die lukt. Ik ben er ook niet van overtuigd dat je ons democratisch systeem zomaar kan transplanteren naar elk ander land. Hoewel ik heus wel hóóp dat het kan. Die jongeren over wie Ruben het net had: ik hoop dat die steeds meer te zeggen krijgen. Je merkt dat de jonge generatie van Centraal-Azië heel andere normen en waarden heeft dan de generatie die in de Sovjettijd is opgegroeid. Ze willen echt meer zelf te zeggen hebben.’

De etnisch Kazachstaanse Rahima vluchtte uit een Chinees heropvoedingskamp in Xinjiang waar ze werd gemarteld.

Hoe is de relatie met jullie respectievelijke lievelingslanden, Rusland en China, veranderd? Is het lastig om ervan te blijven houden sinds de inval in Oekraïne, Jelle? En hoe is dat voor jou, Ruben, nu je bijvoorbeeld Kazachse vrouwen hebt gesproken die gemarteld zijn in Chinese kampen?

JBC: ‘Ik spreek vaak andere Ruslandcorrespondenten en sinds de oorlog zijn we allemaal in de war en ontgoocheld, alsof het uit is met onze verkering. We realiseren ons ook wat voor steken we hebben laten vallen: níemand had die oorlog in Oekraïne zien aankomen – en Oekraïne deden zelfs wij af als toch een beetje onderdeel van Rusland. Aan het begin van de oorlog had ik heel erg in mijn hoofd: dit is Poetins oorlog, niet de oorlog van de Russen. Daar begin ik steeds meer van terug te komen. Maar ik denk dat dat voor Ruben anders is met China.’

RT: ‘Klopt. Mijn interview met de Kazachse vrouwen die in China gemarteld zijn raakte me enorm. Wat daar plaatsvindt is culturele genocide, sterker nog: veel van die vrouwen worden gedwongen gesteriliseerd. Toch vind ik het niet moeilijk om van China te blijven houden. Want China is veel meer dan het regime en de repressie: een heel rijke cultuur, die superoud is. En zoveel megalieve mensen die altijd heel goed voor me zijn geweest. China is ontzettend divers en het verandert snel, het heeft zo veel gezichten. Wat er mis is in dat land geeft ook, op een verdrietige manier, maar toch, verdieping aan de relatie die ik met China heb. Want ik hoop gewoon zo dat het beter wordt: dat het in de toekomst wél een land is waar minderheden hun eigen identiteit kunnen vieren, dat het op een of andere manier een vrije samenleving wordt. Ik wil niet beweren dat mijn liefde voor China onuitputtelijk is, hoor, en zij is ook zeker niet onvoorwaardelijk. Het is meer zo dat het een gelaagde liefde is.’

JBC: ‘Het grote verschil tussen Rusland en China is dat de Chinezen er wél op vooruitgaan, in elk geval wat betreft de infrastructuur, sociale voorzieningen en economische groei. Er zit schot in dat land. Terwijl de Russische regering echt niks anders doet dan zo veel mogelijk geld achteroverdrukken. Eigenlijk staat dat land al 23 jaar stil, en dat is denk ik ook de achterliggende reden voor die oorlog: gewoon een ouderwets avontuur in het buitenland om af te leiden van de interne problemen.’

Malika, alleenstaande moeder en dagloner langs de weg met vriendinnen.

In Langs de nieuwe zijderoute zien we hoe de nomadische volken in Centraal-Azië hun oorspronkelijke cultuur en taal in ere herstellen, ze spreken zelfs van dekolonisatie. Wat merkten jullie van die ontwikkeling?

JBC: ‘In Kirgistan werd het Kirgizisch vroeger gezien als een provinciaalse taal, de ontwikkelde mensen spraken Russisch; dat draait nu helemaal om. Hetzelfde zie je in Kazachstan, er is een enorme revival – of eigenlijk een vival – van: wat is onze cultuur? Wie zijn we eigenlijk als land? Vooral jonge mensen daar zeggen tegen me: laten we overschakelen op het Engels, want het Russisch is de taal van de bezetter.’

RT: ‘Mensen beginnen in te zien dat Rusland een kolonisator was. Ook wij in het Westen hadden altijd zo’n beeld van “het Groot-Russische Rijk”, maar al die tijd was dat misschien wel gewoon de Russische versie van onze koloniale geschiedenis.’

JBC: ‘Ja, daar heb ik zelf ook niet genoeg bij stilgestaan tijdens mijn periode in Rusland. En wat in gang had moeten worden gezet in 1991, namelijk dat die landen onafhankelijk worden, dat proces begint eigenlijk nu pas. Ik stoor me eraan dat veel Nederlanders Oekraïne of Kazachstan zien als de achtertuin van Poetin, als “toch eigenlijk ook wel Rusland”. Maar het ís niet eigenlijk ook wel Rusland! Het is overigens nog wel een selecte groep mensen in Centraal-Azië die het over dekolonisatie heeft. Ik denk dat het gros van de mensen in bijvoorbeeld Kazachstan pro-Russisch is: zij kijken elke dag Russische televisie en zijn net zo geïndoctrineerd als Russen in Rusland. Wij gaan in zo’n serie altijd op zoek naar mensen die het niet eens zijn met het systeem, want dat geeft interessante gesprekken. Maar het is niet representatief voor de hele bevolking.’

‘Jelle en ik laten allebei ons oordeel thuis als we gaan filmen’

Ruben Terlou
Wat vinden jullie van elkaars stijl als maker?

JBC: ‘We verschillen daarin niet heel veel, vind ik. Ruben en ik hebben allebei niet zo’n domineescomplex, iets wat je bij veel Nederlandse journalisten wel ziet: dat je heel duidelijk maakt wat je mening is, terwijl dat eigenlijk niet zo interessant is. Het werkt ook averechts, want mensen klappen dicht als je zelf gaat zeggen wat je ervan vindt. Sommige mensen die ik interview vind ik misschien totale eikels, maar dat ga ik heus niet met ze delen.’

RT: ‘Jelle en ik laten allebei ons oordeel thuis, ja; ik zie ook vooral overeenkomsten. Natuurlijk zijn we qua karakter wel anders. Ik vind Jelle doorgaans grappiger dan ik zelf ben, en lichter van toon.’

JBC: ‘We hebben ook drie dagen samen gefilmd voor deze serie, en wat ik toen heel fijn vond was dat Ruben net als ik een instelling heeft van: op een gegeven moment moet je stoppen met lullen en gaan filmen. Want ja, het wordt donker en je hebt niks, dus die camera moet aan.’

RT: ‘Ja, je moet maar gewoon ergens instappen, want bijna altijd als je dat doet ontstaat er iets. En vaak is dat veel beter dan wat je voorbereid hebt.’

JBC: ‘Al moet je daar wel altijd op terug kunnen vallen. Kijkers hebben soms een al te romantisch beeld van dit werk: alsof we zomaar wat door een land trekken en alles spontaan maken. Maar dat gaat natuurlijk niet.’

RT: ‘Nee, er moet een wel een plan staan. Om daar vervolgens weer van af te kunnen wijken.’

extra: video-interview

Naar aanleiding van hun nieuwe serie Langs de nieuwe zijderoute praten Jelle en Ruben na in café Ruk en Pluk in Amsterdam. Hier beantwoorden ze vragen over hun reizen voor deze en eerdere series. Bekijk de video hier: