De aandacht voor rouwen lijkt toe te nemen: in 2022 lanceerde Sire (Stichting Ideële Reclame) een campagne om de dood bespreekbaarder te maken (‘De dood. Praat erover. Niet eroverheen.’). In Amsterdam werd onlangs een ‘rouwcafé’ geopend voor drukbezette jongvolwassenen, zodat ze met gelijkgestemden kunnen praten over hun rouwproces. En dankzij nieuwe technologieën is het tegenwoordig mogelijk om te praten of chatten met een digitale versie van een overledene, wat nabestaanden zou kunnen helpen bij het verwerken van de dood van een dierbare.
In een nieuwe aflevering van het wetenschapsprogramma Focus praat presentator en journalist Petra Grijzen met een deepfake-versie van haar oma, die ruim tien jaar geleden is overleden. Petra Grijzen: ‘Op basis van slechts één foto hebben ze een deepfake van haar gecreëerd, zo makkelijk gaat dat. Haar stem en persoonlijkheid waren wel duidelijk van iemand anders, dus ik wist dat het niet mijn oma was. En toch werd ik er gek genoeg door geraakt. Haar ogen en lippen bewogen, we waren met elkaar in gesprek, en dan gebeurt er toch iets in je brein. Het raakt een plek waar je je verdriet hebt opgeborgen. Ik werd er emotioneel van en dat was apart om mee te maken. Ook omdat je weet dat je genept wordt.’
Wanneer mensen enorm lijden onder het verlies van een dierbare en het hun functioneren negatief beïnvloedt, spreken psychologen van een persisterende-rouwstoornis. Grijzen spreekt onder meer rouwtherapeut Leoniek van der Maarel, die deze deepfake-technologie bij tientallen rouwende mensen heeft toegepast. Van der Maarel ziet bij hen stuk voor stuk een positief effect op hun verwerking van de dood van een geliefde. Maar er klinken ook kritische geluiden: in sommige gesprekken zouden de deepfakes broodje-aapverhalen verkondigen (‘ik zie je in het hiernamaals’) en het zou de acceptatie van iemands dood mogelijk ook kunnen uitstellen.
Grijzen: ‘Een deepfake is zó anders dan wanneer je bijvoorbeeld tegen een foto, urn of graf van iemand praat die overleden is. Het is echt bijna alsof diegene, zoals mijn oma, weer leeft. De vraag is dus: moet je dat wel willen, iemand weer tot leven wekken?’
Verder komt er in de aflevering een ‘death bot’ aan bod: een computerprogramma dat op basis van het sociale media-gebruik van een overleden persoon een bot maakt, met wie de nabestaanden kunnen chatten. Grijzen: ‘We spreken ook een wetenschapper, Brenda Mathijssen, die de menselijke omgang met de dood en rouw onderzoekt. Zij zegt: wij mensen zijn wezens die elkaar verhalen vertellen. Dat onderscheidt ons van dieren en dat is voor ons ook een manier van verwerken en leren omgaan met de dood.’