Sanne Huysmans (1988) is bestuurder bij een ‘intiem filosofiehuis’, medeoprichter van een platenlabel, bakker, boswachter én schrijver van de romans Rafelen (2017) en Iemand moest het doen (Koppernik), dat deze week verschijnt. En dan woont en werkt ze ook nog in de vallei van de Grote Nete in België. Ze beschikt, kortom, over een cv dat ruimschoots tot de verbeelding spreekt en nieuwsgierig maakt. En dat is terecht, in elk geval waar het haar schrijftalent betreft. Moeilijk is het niet om te vallen voor Huysmans’ taal en stijl, die getuigen van originaliteit en een bevredigende merkwaardigheid.
In Iemand moest het doen volgen we de handel en wandel van een handjevol bewoners van de rurale Kapelstraat, door wier ogen we bezien we hoe de moderniteit zijn intrede doet in het dorp. Terwijl bouwvakkers met hun graafmachines in de grond wroeten om er lichtkabels, asfalt en, God verhoede, zelfs het internet te komen ‘brengen’, zien de dorpsgenoten – van wie sommigen elkaar het licht in de ogen niet gunnen – met lede ogen aan hoe deze vooruitgang als een rat aan het fundament van de ooit zo dienstbare gemeenschap begint te knagen.
Allereerst is er boerendochter Maria, die droomt van de stad maar niet verder lijkt te komen dan de zieltogende kapel bij de ingang van het dorp. Voorts maken we kennis met Pol, een vuilnisman met een grote liefde voor alles wat groeit en bloeit. Hij keuvelt graag hardop tegen wijlen zijn moeder, die hij ontwaart in allerhande witte dieren die zijn pad kruisen. Pols zachtmoedige inborst wordt hem allesbehalve in dank afgenomen door buurman Bert, een onprettig, grind-minnend sujet dat met vermakelijk chagrijn de doorgangsweg achter zijn huis poogt vrij te houden van een teveel aan grensoverschrijdend groen en voorbijgangers.
‘De basis van elk contact was verbeelding, want in de ogen van een ander traande mededogen en mededogen bleek altijd een soort begin,’ schrijft Huysmans. ‘Bert kon niet uit zijn ogen weg, zou niet weten hoe. Glazen schuddebollen waren het, waarin het altijd sneeuwde.’ Tel bij dit alles een stevig balende oude notelaar op, alsmede een koppel ‘zo carré als een pruimentaartje’, en het theater is compleet.
Niet voor niks is de roman opgebouwd als een tragedie in vijf bedrijven, culminerend in een verrassende apotheose. Het wachten is op de regisseur die tekent voor de toneelbewerking. Voor het zo ver is schuift Huysmans, samen met Groninger dichter en schrijver Lammert Voos, vanmiddag aan bij VPRO Boeken.