maandagetalage

De eerste keer dat zwemtalent Inge de Bruijn (1973) aan de Olympische Spelen deelnam, was ze zeventien. Ze werd achtste in de finale op de vijftig meter vrije slag. Daarna begonnen de problemen. ‘Of ik toen onzeker was? Compleet. Ik had faalangst. Het kwam omdat ik er niet alles voor had gedaan,’ zei ze over deze periode in de NOS-documentaire Keerpunt van een Kampioen (2004). Nadat De Bruijn, die destijds regelmatig niet op trainingen verscheen, in 1996 de Spelen van Atlanta had afgezegd, trainde ze zo’n zes jaar in Amerika onder het regime van ‘wondercoach’ Paul Bergen. En met succes. Want tijdens de Olympische Spelen van Sydney in 2000 won ze drie keer goud, een keer zilver én boekte ze twaalf wereldrecords. Het jaar erna won ze wederom met drie gouden medailles op de WK in Fukuoka. In Athene, tijdens de Olympische Spelen in 2004, zwom ze wederom naar goud, zilver en twee keer brons.