‘Zeg, maar een beetje vrij tekenen zoals we dat nu kennen, dat was er niet bij?’ vraagt een interviewer buiten beeld aan acteur en kunstenaar Jeroen Krabbé in de eerste aflevering van Krabbé zoekt Matisse. Krabbé: ‘Lieve schat. Het is de negentiende eeuw. Het is Saint-Quentin, in de provincie in Noord-Frankrijk. Vrij tekenen, zelfs iets bedenken? No way.’ Krabbé’s antwoord klinkt als een zucht – wat denkt ze zelf? – en alsof hij de negentiende eeuw zelf heeft meegemaakt, zij aan zij met zijn kameraad Matisse. Het is een toon die hij vaker aanslaat in wat alweer het zesde seizoen is van de AvroTrosreeks waarin Krabbé in het levensverhaal van een beroemde schilder duikt.
Van Gogh, Picasso, Gauguin, Chagall en Kahlo kwamen al aan de beurt en nu is daar dus Henri Matisse (1869-1954), de schilder wiens dood Krabbé’s vader in treurnis achterliet. ‘Het sneed er echt in.’ Alle reden om het nieuwe seizoen te wijden aan de kunstenaar die uitgroeide tot een van de grootste schilders allertijden maar er bij leven van werd beticht een charlatan te zijn, een ‘epileptisch schilder’ die maar wat kliederde en met zijn werk je ogen verpestte. Genoeg om recht te zetten, moet Krabbé gedacht hebben, alvorens hij in zijn rode houtje-touwtjejas in zijn oude rode Volvo stapte, op weg naar plekken die belangrijk zijn geweest voor Matisse.
Via Bohain-en-Vermandois, waar Matisse opgroeide, reist Krabbé naar de plek van zijn eerste tekenles (maar vrij tekenen, no way) en Parijs, waar de intelligente, balorige Matisse het aan de Sorbonne binnen een jaar tot gediplomeerd jurist schopte. Hij keerde terug naar Bohain en ging, tegen zijn zin, aan het werk bij een advocatenkantoor. Matisse, die zijn hele jeugd niet in aanraking kwam met schilderijen, wist niet wat hij wilde, maar wel wat hij niet wilde: zijn vader opvolgen, met wie hij doorlopend in de clinch lag, in diens succesvolle zadenhandel.
‘Hij lijkt wel een jongen die overal ontevreden mee is,’ oppert de interviewer. Krabbé schudt zijn hoofd. ‘Nee, dat vind ik niet. Eigenlijk is het stress.’ De druk om te slagen als jurist, of anders het ongelukkige vooruitzicht van een leven tussen de zaden, ‘die stress kan-ie niet aan.’ Gelukkig, voor Matisse en Krabbé, keert het tij als Matisse van zijn moeder een verfdoos cadeau krijgt. ‘En wat denk je nou dat er werkelijk in hem geraakt werd door dat schilderen?’ vraagt de interviewer. Krabbé: ‘Zijn ziel, zijn fantasie, zijn vrijheid.’