‘Ze was volkomen onopgesmukt, als een gereserveerd kind dat had geleerd zich met niemand te bemoeien. Haar lichaam was tenger. Haar haar was stijl en hing tot op haar schouders, en ze had het soort gezicht – met een lichte huid en een neus die in vergelijking met haar andere gelaatstrekken wat te groot was – dat ik de volgende keer dat ik haar zag waarschijnlijk weer zou zijn vergeten.’ Zo omschrijft Richard de muizige Sylvie als hij haar voor de tweede keer ziet. Een dag eerder heeft hij haar op een etentje bij vrienden ontmoet, maar ze is zo onopvallend, grijs, stil en bescheiden dat hij haar de volgende dag al niet meer herkent. Deze Sylvie groeit al snel uit tot een geweldig, griezelig en levensecht personage. Iedereen die haar ontmoet, raakt in haar ban en de lezer, die altijd meer weet dan de personen die in Sylvie’s netten verstrikt raken, voelt de toenemende aandrang al die sukkels wakker te schudden. Dit is het soort boek waarvan je stiekem halve bladzijdes overslaat, omdat je zo snel mogelijk wilt weten hoe het afloopt. Toch is het predikaat literair gerechtvaardigd. Joanna Briscoe, literair recensent voor The Guardian, is geen formuleschrijver die haar lezers handig voert wat ze zo graag lusten: een sappig, sexy, spannend verhaal over geslaagde grootstedelijke dertigers. Het hier zo populaire genre ‘literaire thriller’ is haar niet bekend.
‘Het is een genre dat ze hier gebruiken. In Engeland is 'Slaap met me' meer als literaire roman gepresenteerd met een donkere ondertoon. Ik weet dat Nicci French hier heel succesvol is, maar ik moet toegeven dat ik nog nooit een boek van haar gelezen heb. Ik heb zelfs nog nooit een thriller gelezen, ik lees nooit genrefictie. Het was geen bewuste keus om een spannend boek te schrijven. Ik denk er niet over na of iets wel of niet zal verkopen, maar ik wil mijn lezers niet vervelen dus ik denk goed na over een plot. Als lezer en recensent hou ik van heel literaire romans, maar ik wil wel een plot. Ik beschouw mezelf als literair schrijver, maar ik ben geen literaire snob. Vroeger wel, maar ik ben realistischer geworden. Ik wil dat mijn boeken worden uitgegeven, dus moeten ze ook verkocht worden. Maar dat betekent niet dat ik concessies doe tijdens het schrijven. Ik schrijf ook heel langzaam, over dit boek heb ik ruim drie jaar gedaan.’