Rowanda heeft twee gouden tanden. Op de ene staat ROW, op de andere ANDA. Ze draagt tijgerleggings en T-shirts waarop in rose letters SEXY BITCH staat. Rowanda heeft twee kinderen en cup 95F.
David is opgegroeid in Oud-Zuid. Zijn ouders en hun vrienden drinken Piper Heidsieck en eten fl ensjes met eendenlever van Limoges-servies aan hun Jan des Bouvrie-tafel. David zet zich af tegen dit milieu en gaat in de Bijlmer op zoek naar zijn droomvrouw, die zo zwart mogelijk moet zijn, met grote tieten en ‘een dikke bil’. En bij voorkeur nog onbedorven door contact met witmannen.
David wil de eerste zijn. Complicerende factor is dat David er met zijn zwarte krulletjes en lichtbruine huid uitziet als een Marokkaan. Over deze curieuze zoektocht gaat de debuutroman "Alleen maar nette mensen" van journalist Robert Vuijsje. Het boek is de afgelopen weken nagenoeg overal geprezen. En terecht, want zelden kregen nette mensen zo’n formidabel inkijkje in twee grotestadsbiotopen: die van Joods Oud-Zuid en die van zwart Zuid-Oost. Maar je kunt de roman ook lezen als een zedenschets over de realiteit van de multiculturele samenleving.
Robert Vuijsje doet niet kinderachtig en erkent dat zijn boek in hoge mate autobiografisch is, al is het beslist geen sleutelroman. Ook hij groeide op in Oud-Zuid, in een intellectueel Joods milieu met een Amerikaanse moeder en vader Bert Vuijsje, gerenommeerd journalist. Vuijsje junior ontziet niemand in zijn boek, dat aangenaam politiek incorrect is en waarin veel te lachen valt. Maar het is ook een verontrustend boek. ‘Waarom zou je een negerin nemen als je een blanke vrouw kunt krijgen?’ riep Daan. ‘Ik eet iedere dag fi let mignon, waarom zou ik frikadellen vreten? Ik ga mijn lul toch niet in een vuilnisbak stoppen? En wat als je kinderen krijgt? Dan zit je met een kansloze koffi eboon.’
Vuijsje chargeert, maar de gevoelens die hij beschrijft kwam hij zelf ook tegen. ‘Ik heb zelf toevallig in het echte leven ook een voorkeur voor donkere vrouwen. Het verbaast mij hoe mensen daar over denken. Veel blanke Hollanders zullen het niet zo letterlijk zeggen, maar allochtonen staan lager in de hiërarchie dan Hollanders. Ikzelf denk niet op die manier en ik was verbaasd dat mensen zeiden: het lukt jou niet om een normale vrouw te krijgen, dus je verlaagt je niveau.’
"Alleen maar nette mensen" van Robert Vuijsje is een formidabel inkijkje in twee milieus en een zedenschets over de multiculturele samenleving.
Je dialogen klinken erg authentiek en er zit veel mooie straattaal in. Ging je zelf ook een beetje zo praten als je in de Bijlmer was?
Vuijsje: ‘Ik heb mensen zich vaak op die manier zien aanpassen. Ik vind dat altijd eenbeetje een zielige indruk maken. Ik praat altijd zoals ik nu ook met jou praat. Maar ik ben natuurlijk wel bezig met taal en schrijven, dus ik heb wel een goed oor voor hoe mensen praten. Sommige dialogen zijn letterlijk geciteerd, maar ik liep niet rond met een notitieblokje om aantekeningen te maken.’
Er zullen niet veel mensen zoals jij zijn die in beide werelden rondlopen.
‘Ik ken er niet veel. Wat mij anders maakt is dat ik ben opgegroeid in Oud-Zuid, maar vaak word aangezien voor Marokkaan. Daardoor kan ik me min of meer inleven in zowel de bevoorrechte autochtoon als de allochtoon.
Ik ben niet alleen bij discotheken geweigerd, maar ook bij Sanoma, waar ik werkte. Daar zat een portier die vroeg wat ik kwam doen. Dat is een rare ervaring als je op je werk komt. Op Schiphol word ik standaard aangehouden.’
Heb je ook Marokkaanse vrienden?
‘Mijn kapper is een Marokkaan. Maar mijn interesse ligt meer bij Surinamers en Afro-Amerikanen. Daar heb ik veel vrienden onder. Ik heb niet zoveel met Marokkanen dus ik heb daar geen vrienden.’
Werd jouw interesse voor de zwarte gemeenschap nooit gewantrouwd?
‘Ik was meestal de enige in zo’n discotheek die geen neger was. De meeste mensen worden bang bij het ide de enige blanke tussen vijfhonderd negers te zijn, maar mijn ervaring is dat ze het wel grappig en interessant vonden. Ze vroegen wel wat ik kwam doen.’
En wat zei je dan?
‘Nou ja, dat is ook wel een lastige vraag. Waarom komen mensen naar een discotheek? Mannen om vrouwen te ontmoeten en vrouwen om mannen te ontmoeten. Dus dat kwam ik daar doen.’
Heb je je Barlaeus-vriendjes ooit mee kunnen krijgen naar zo’n discotheek?
‘Nee. Mijn argument was natuurlijk: ik ben al honderd keer met jullie meegeweest, terwijl daar voor mij niks te vinden is, maar ik ga mee omdat jullie mijn vrienden zijn. Maar jullie gaan nooit met mij mee. Hun redenering was: ik heb daar niks te zoeken want ik hoef niet zo’n vrouw. En ook wel: wat gaan ze daar met ons doen? Gaan ze ons in elkaar slaan of beroven?’
Ben je wel eens in elkaar geslagen of beroofd?
‘Nooit. Volgens mij is de kans groter dat zoiets op het Leidseplein gebeurt, of in plattelandsdisco’s. Drugsgebruik zie je niet in zo’n zwarte discotheek. Er is veel minder agressie. Er worden wel cocktails gedronken in allerlei kleuren, maar bier drinkt niemand. Je bent een beetje simpel als je bier drinkt.’
Waren die vrouwen die jij daar ontmoette wel oprecht in jou geïnteresseerd?
‘Wat ik in het boek beschreven heb, is natuurlijk niet de volledige waarheid. De meeste dagen uit iemands leven zijn heel saai. Ik heb de hoogtepunten eruit gelicht.’
Maar je krijgt toch de indruk dat Rowanda David vooral ziet als mogelijkheid om aan nieuwe hairextensions te komen, niet dat ze zo gek op hem is.
‘Nee, maar als een relatie een paar maanden duurt, komt dit een paar keer ter sprake. Wanneer je dat in een boek opschrijft, laat je alle saaie gedeelten weg. Zo hou je alleen de extreme momenten over.’
Het zal wel een vooroordeel zijn, maar ik kreeg de indruk dat je toch niet heel veel gespreksstof hebt met die vrouwen.
‘Dat valt wel mee. Zelf lees ik wel elke dag de krant en ben ik maatschappelijk geïnteresseerd, maar ik heb niet per se de behoefte om iedere avond te bespreken wat er nu weer in NRC Handelsblad stond.’
Nee, maar er zijn nog veel meer onderwerpen waar je ook niet ver mee komt.
‘Ik ben zelf erg geïnteresseerd in de relaties tussen mannen en vrouwen, en daar weten zij misschien nog wel meer van af dan jij en ik. Er zijn heel veel andere onderwerpen die buiten de actualiteit staan. Er zijn best veel raakvlakken die je ook kunt hebben, maar uiteindelijk, en dat komt ook letterlijk in het boek voor, heb ik natuurlijk het liefste iemand met wie je ook een diepgaand gesprek kunt voeren. Die combinatie is niet altijd even makkelijk.’
Was je niet bang voor de reacties op je boek? Er zitten hier en daar shockerende passages in.
‘Nee, niet echt. Mensen halen er wel steeds dezelfde dingen uit. Die kelderbox bijvoorbeeld. [Er komt een passage in voor waarin David toekijkt terwijl een vriend seks heeft met een min of meer willekeurig en niet al te gewillig meisje in een kelderbox, kdb]. Ik snap wel dat het misschien een beetje extreem is, maar iedereen begint daarover.’
Dat is toch niet zo gek? Kelderboxen hebben nogal een negatieve connotatie en ik denk niet dat er veel lezers van jouw boek zijn die ooit zo’n kelderbox van binnen hebben gezien.
‘Het zou kunnen dat mensen die daar komen geen boeken lezen inderdaad.’
Of is dat weer een vooroordeel?
‘Dat is een vooroordeel waar misschien wel een kern van waarheid in zou kunnen zitten. Dus voor de meeste lezers is het misschien inderdaad nieuw.’
Vind je het niet jammer dat in Zuid- Oost nu niet massaal jouw boek wordt gelezen?
‘Bij sommige mensen zit lezen gewoon niet in hun cultuur. Ik heb zelf een huis met een boekenkast en sommige vrienden vragen meteen of ik al die boeken gelezen heb. Jij en ik denken er niet over na, maar om boeken die je ooit gelezen hebt te bewaren, is een hele rare gewoonte. Van de honderd boeken ga je er 99 niet nog een keer lezen, dus waarom staan ze daar nog?Voor sommige mensen maakt boeken lezen gewoon geen deel uit van hun manier van denken.’
Toch zou het leuk zijn als ze het nu wel deden.
‘Ja, ik zou het ook leuk vinden als ze mijn boek lazen, maar als ze het niet doen: even goeie vrienden.’