Zijn twaalfde roman begon voor hem zoals elke roman: met de laatste zin. En John Irving (1942) herinnert zich precies waar en wanneer die hem te binnen schoot: ‘Dat was in januari 2005. Ik was op weg naar een doktersafspraak in Vermont, het sneeuwde en in de auto hoorde ik een flard uit “Shelter From The Storm”, een liedje van Bob Dylan. “I had a job in the great north woods / Working as a cook for a spell / But I never did like it all that much / And one day the axe just fell.” Ik moet die tekst al honderd keer hebben gehoord, maar toen sprongen die regels er ineens uit.
Tegen de tijd dat ik in de wachtkamer zat, zag ik hem compleet voor me.’
Hij schreef de zin ter plekke op: ‘He felt that the great adventure of his life was just beginning – as his father must have felt, in the throes and dire circumstances of his last night in Twisted River.’ Vanaf zo’n slotakkoord terugwerken naar de openingsscène van een ruw manuscript duurde in het verleden een jaar, soms anderhalf. ‘Maar dit keer was ik er al na zeven maanden. En dan heb ik het werk eraan ook nog twee keer onderbroken om twee scenario’s te bewerken; en een derde keer, omdat er kanker bij me werd vastgesteld.’
De operatie verliep vlekkeloos, voegt hij er meteen geruststellend aan toe. ‘Maar de eerste diagnose was niet al te best. Ze zeiden dat ik prostaatkanker had, dat zelfs als de behandeling slaagde er dertig procent kans was dat de ziekte terugkwam. En, by the way, door de operatie kon ik incontinent en impotent worden…’ Irving lacht. ‘Als je mijn werk kent, kun je je voorstellen dat ik geneigd ben van het ergste uit te gaan. Dat gaat dus allemaal gebeuren, dacht ik. Binnen een jaar ben ik er geweest!’
Uiteindelijk bleek het tumortje dat de artsen op de scan hadden gezien, en waar ze hun doemdiagnose op baseerden, de enige plek waar de kanker zat. ‘Het ene moment voelde je je nog zo beroerd en wanhopig als maar kan, het volgende sta je bijna te dansen op tafel. De kogel heeft je gemist. Misschien ging het afmaken van deze roman daarna deels wel zo snel, omdat hij meevoer op die emotionele golf van opluchting.’
Voor 'Last Night In Twisted River' bleef John Irving dicht bij huis. ‘Voor vorige romans moest ik eindeloos reizen, me kunnen verplaatsen in een gynaecoloog, een tatoeagekunstenaar of een organist. Werelden leren kennen die me totaal vreemd waren. Dit keer niet.’
Vage contouren
Een andere reden was ongetwijfeld dat de vage contouren van Last Night In Twisted River al zeker twintig jaar in zijn hoofd zaten. ‘Ik wist dat er een kok en zijn zoon waren, die moesten vluchten omdat er iets gewelddadigs gebeurde. A kind of pionier violence. En wraakzucht die we kennen uit Amerikaanse westerns en de Griekse tragedies. Ze zouden beginnen in vissersdorp of een houthakkerskamp, ergens waar het werk gevaarlijk en zwaar was. Het verhaal zou breed uitwaaieren. En er was nog een derde personage, misschien wel het belangrijkste, dat op een mysterieuze manier met ze bevriend was…’
De jaren verstreken. Son of the Circus (1994), A Widow For One Year (1998) en Until I Find You (2004) drongen voor, gewoon omdat hij van die verhalen ‘meer wist’. Tot deze vertrouwd achtbaanachtige plot zich aan hem ontvouwde. De twaalfjarige Daniel Baciagalupo die op een fatale nacht in 1954 de indiaanse minnares van zijn vader, de manke Italiaanse kok Dominic ‘Cookie’ Baciagalupo in de houthakkersnederzetting Twisted River in New Hampshire, aanziet voor een beer (lang verhaal) en haar doodslaat met een koekenpan. Hoe ze moeten vluchten voor haar levenspartner, de psychopathisch schietgrage smeris Cowboy Carl, en ruim vijfhonderd pagina’s lang proberen uit zijn verbeten klauwen te blijven – een halve eeuw zwervend van Boston naar Vermont en van Toronto terug naar New Hampshire. Gevolgd en beschermd door de knoestige woodsman Ketchum, die ooit de derde punt was in een driehoeksverhouding met Cookie’s bij een tragisch ongeluk omgekomen vrouw Rosie.
Veel research hoefde Irving voor hun odyssee niet te plegen, voor de verandering. ‘Voor vorige romans moest ik eindeloos reizen, me kunnen verplaatsen in een gynaecoloog, een tatoeagekunstenaar of een organist. Werelden leren kennen die me totaal vreemd waren. Dit keer niet. Ik ben opgegroeid in New Hampshire en heb de logging camps van de jaren vijftig zelf gezien, omdat mijn oom in de houthandel zat. Mijn favoriete neef, een jongen van mijn leeftijd met wie ik op school zat, nam me mee naar die kampen en leerde me over drijvende boomstammen lopen. En ik woon nu nog op anderhalf uur rijden van Twisted River – niet dat dat een bestaande plek is, maar het stadje is gelegen tussen twee rivieren die wel degelijk bestaan.’
Doorbraak
Ook het levendige decor van de verschillende restaurants waar Cookie werkt, lagen voor het oprapen. ‘In mijn jeugd heb ik zelf een tijdje als kok gewerkt. Vier of vijf van mijn vrienden hebben restaurants, en gaven me van harte toegang tot hun keukens. En mijn oudste vriend is een Italiaanse kok in de North End in Boston, die me als het waren een rondleiding kon geven door de stad van zijn jeugd in de jaren vijftig. Dit was vroeger geen bibliotheek maar een school, vertelde hij dan. Hier zat vroeger een tent die zo en zo heette…’
Binnen een paar weken wist hij wat hij moest weten. ‘Het voelde bijna als vakantie.’ Een doorbraak, zegt Irving, was het moment waarop hij bedacht dat Danny een beroemd schrijver moest worden. Dat gaf hem de drosteeffectachtige vertelstructuur die in de laatste hoofdstukken opdoemt, en bovendien de ruimte om te spelen met zijn eigen loopbaan en oeuvre. ‘Ik realiseerde me dat die laatste zin zou gaan over de volgende roman waar die jongen aan begon, dat het de roman zou zijn die we net hadden gelezen en dat die deels zou gaan over zijn én mijn schrijfproces. Want ik heb wel eerder over schrijvers geschreven, in The World According to Garp en A Widow For a Year, maar ze nooit míjn werkwijze gegeven. Danny werkt precies zoals ik en zijn carrière loopt bijna volledig parallel aan de mijne.’ Het laatste levert vooral voor zijn fans aardige momenten op. Zoals de cameo van Kurt Vonnegut, die ook Danny’s mentor wordt op de Iowa Writers’ Workshop. ‘Alles wat hij tegen hem zegt, heeft hij letterlijk zo tegen mij gezegd. Ja, ook dat het kapitalisme me misschien ooit nog wel eens goedgezind zou zijn. Toen Garp een bestseller werd, stuurde hij me nog een cryptisch I-told-you-so-briefje. Alleen is Vonnegut veel langer onderdeel van mijn leven geweest dan in dat van Danny. Toen ik een jaar of tien in de Hamptons woonde, was hij mijn naaste buurman. Hij zat bijna elke ochtend op mijn veranda te wachten tot ik met een kop koffie naar buiten kwam.’
Politieke tirades
Leuk, om zo kort na Vonneguts dood een eerbetoon aan hem te brengen. Zoals het ook leuk was om de fatale pijpbeurt-in-een-auto uit Garp in Danny’s leven terug te laten komen en de jonge schrijver woest te laten reageren als zijn versie van The Ciderhouse Rules, East of Bangor, wordt gelezen als een pro-abortustraktaat. ‘Dat is uiteraard tongue-incheek, want toen ze dat over Ciderhouse schreven, was mijn eerste reactie: nou, dát hebben jullie in elk geval begrepen… Het wás een politieke roman, a soapbox novel, net als A Prayer for Owen Meany. Niet alleen omdat die boeken om politieke issues draaiden, abortus en de Vietnamoorlog, maar ook omdat de vertellers erin míjn overtuigingen verwoordden.’ Bij de politieke tirades die het sterkste personage in Last Night In Twisted River, Ketchum, regelmatig afsteekt, ligt dat toch anders. ‘Ik ben veel geëngageerder dan Danny, die compleet apolitiek is, maar lang niet zo’n radicaal als hij. Ik ben wel veel types zoals Ketchum tegengekomen op het platteland van Amerika, mannen die voortdurend boos zijn en zich afgesneden voelen van het land en de wereld. Soms klinken ze als linkse liberalen, soms als rechtse conservatieven, maar eigenlijk zijn het pure anarchisten die elke regering haten en heilig geloven in het motto dat op de nummerborden in New Hampshire staat: “Live free or die.” Ketchum is een aantrekkelijk en sympathiek figuur, maar ik zou niet graag in een land leven dat hij bestuurt.’
Opvallend zijn ondertussen de cartooneske oervrouwen die deze roman bevolken. Van Ketchums liefje Sixpack tot Rosie en de vrouw van Danny’s dromen, Lady Sky, ze lijken allemaal zo weggelopen uit de strips van Robert Crumb. ‘Nou, misschien zijn ze wat mooier,’ glimlacht de schrijver. ‘Crumb isn’t known for pretty. Maar ik ben inderdaad dol op de machovrouwen die hij tekent en de tegenstelling met zijn sullige, onzekere mannenfiguren.’ Dan ernstig: ‘Als mensen het over autobiografische elementen in mijn boeken hebben, noemen ze vaak nogal oppervlakkige dingen. Worstelen, kostschool… Ja, die dingen ken ik allemaal van nabij. Maar het is op een bepaalde manier ook autobiografisch dat je personages schept waarvan je zou wíllen dat je ze gekend had. Die je jeugd of je tienerjaren gelukkiger hadden kunnen maken. De vrouwen in dit boek, maar ook Melanie uit The Ciderhouse Rules of Hester uit Owen Meany, zijn allemaal agressieve, zelfverzekerde, fysiek imposante vrouwen die vaak als redster optreden voor de verteller. Ergens moet ik daar ook naar verlangd hebben...’ Naar een Emma uit Until I Find You bijvoorbeeld, die zich over de verteller ontfermt als die op zijn tiende wordt misbruikt door een oudere vrouw – een ervaring waarvan Irving destijds bekende dat hij hem zelf had gehad.
Duistere zaken
Zo’n zwaar, persoonlijk trauma verwerkte hij in Last Night In Twisted River niet. En er valt, zoals gewoonlijk, weer veel te lachen en te genieten van zijn buitenissige karakters en plotwendingen. Maar in het hart ervan schuilen opnieuw duistere zaken. ‘Het verlies van iemand van wie je houdt, of bang zijn diegene te verliezen staat, zoals in veel van mijn werk, centraal. Ketchum en Cookie hebben hun geliefde verloren, Danny verliest zijn moeder en een zoon, en hun vlucht wordt gedreven door de angst van vader Baciagalupo dat zíjn kind gedood wordt.’
Het noodlot ligt altijd op de loer, en slaat meestal ook toe. Gaat dat wereldbeeld veranderen nu hij zelf ontsnapte aan een vroegtijdig eind?
Irving lacht. ‘Of dat een optimist van me zal maken? Het lijkt me sterk. Direct na de operatie zei de chirurg dat er niet meer dan drie procent kans was dat deze kanker terug zou komen. Maar voor ik daar al te vrolijk over kon worden, voegde hij eraan toe: “Op jouw leeftijd is het veel waarschijnlijker dat je ergens anders aan doodgaat.” “Thanks!” zei ik. Ik stelde me meteen voor dat ze de controle over de brancard kwijt zouden raken, ik over het parkeerterrein rolde en een onder een bus kwam!’
John Irving: Last Night In Twisted River (De Bezige Bij, vertaling van Molly van Gelder en Nicolette Hoekmeijer verschijnt januari 2010)