Zanger Nick Cave is in boekhandel Indigo aan Yonge Street voor een signeersessie ter gelegenheid van het verschijnen van zijn boek The Death of Bunny Munro. De rij wachtenden slingert door de hele boekhandel, en gaat zelfs door tot op de tweede verdieping. Een week geleden sprak ik met Cave in Londen over zijn nieuwe boek, maar mijn beroepseer verbood mij toen om de man om een handtekening te vragen, hoewel ik al ruim twintig jaar een fan ben van zijn muziek.
Dat hij en ik samen in Toronto zijn is toeval. Ik ben er niet voor Cave, maar voor het filmfestival. Stomtoevallig las ik die ochtend dat hij in Toronto is om zijn boek te promoten. Het leek mij een goede gelegenheid hem te vragen zijn roman dan toch maar te signeren. Totdat ik de rij wachtenden zie. De Indigo-medewerker schat hun aantal op zo’n driehonderd. En mijn kansen zijn volgens hem eerder ‘remote’ dan ‘reasonable’. Een enkele keer blijft een schrijver wel zitten tot na sluitingstijd (negen uur), maar meestal verdwijnt hij eerder. Cave neemt bovendien uitgebreid de tijd voor zijn fans, die ook nog eens allemaal met hem op de foto willen. De rekensom is snel gemaakt: driehonderd wachtenden à – in het gunstigste geval – dertig seconden per opdracht, dat is tweeënhalf uur. Kansloze zaak, ik verlaat Indigo en ga eten.
Zanger en schrijver Nick Cave heeft na twintig jaar weer een roman afgeleverd. 'The Death of Bunny Munro' is doordrenkt van drugs, alcohol en vluchtige seks. De VPRO Gids sprak de auteur in Londen en – heel even – in Toronto.
Londen, 9 september, 14.30 uur
Zanger Nick Cave is in het sjieke Gore hotel aan Queen’s Gate voor een interviewsessie over zijn boek The Death of Bunny Munro. Ik ben de laatste interviewer die dag. Vooraf is met zijn agent overeengekomen dat we het niet over zijn muziek zullen hebben, maar over het boek, zijn tweede boek, opvolger van het zeer persoonlijke en ‘bijna onleesbare’ (Cave’s eigen woorden) And the Ass Saw the Angel twintig jaar eerder.
In The Death of Bunny Munro beschrijft Cave de neergang van handelsreiziger Bunny Munro, verslaafd aan drank, drugs en bovenal seks. Als een konijn vol viagra bespringt Bunny iedere vrouw die zijn pad kruist. En dat zijn er nogal wat. Bunny is getrouwd en heeft een zoon, Bunny Jr, maar trekt zich van beiden weinig aan. Totdat zijn vrouw zelfmoord pleegt en Bunny de zorg voor Bunny Jr op zich moet nemen. Gedwongen in de vaderrol probeert Bunny er het beste van te maken en hij sleept Junior mee naar alle bezoekjes die hij aflegt. Nick Cave ontvangt de pers in de grote bibliobibliotheek van het Gore hotel. Tussen duizenden boeken zit de zanger, in een zwart krijtstreeppak boven gepunte cowboylaarzen en een half open overhemd, op een antiek bankstel. Aan zijn vingers blinken een stuk of wat grote gouden ringen, maar de druipsnor van de bijna groteske foto op de achterflap van het boek is verdwenen. Het maakt zijn gezicht zachter en jonger. Cave schuimt al bijna dertig jaar de poppodia af, maar zijn 51 jaar zou je hem niet geven. Al kan dat laatste ook te maken hebben met het feit dathij zijn haar al vanaf zijn twintigste ravenzwart verft. ‘I’ll dye till I die,’ zei hij eens in een interview. Maar we zijn niet in Londen om over zijn haar te praten.
Wanneer besloot je dat het verhaal van Bunny te groot was voor een song?
Nick Cave: ‘Weet je, songs kunnen ook groter dan een song zijn. Ik denk dat ik van nature expansief ben. De meeste van mijn songs lijken uit hun voegen te barsten, en dat vind ik niet per se iets goeds. Ik vind dat ik in die vier minuten wel eens te veel informatie stop. In een roman kun je overal wat dieper op ingaan. Maar ik zou waarschijnlijk van al mijn songs wel een roman kunnen schrijven.’
Waarom is dan toch Bunny’s verhaal een boek geworden. Je tweede boek in twintig jaar?
‘Het was aanvankelijk een filmscript. En dat schreef ik alleen omdat regisseur John Hillcoat, voor wie ik eerder het scenario voor 'The Proposition' (2005) had geschreven, mij had gevraagd nog een script te schrijven. Het was zijn idee dat het over een handelsreiziger moest gaan. We hebben samen die wereld onderzocht en kwamen tot de conclusie dat dat beroep doordrenkt is van drugs, alcohol en vluchtige seks. Hoe meer ik me er in verdiepte, hoe interessanter het werd.’
Waarom werd het geen film?
‘Financiële redenen. We konden geen geld vinden om het te maken.’
Bunny is een zelfbenoemde vaginaman en het boek zit vol seks en vagina’s, was dat ook een van de redenen?
‘Er zaten ook wel wat vagina’s in het script, maar natuurlijk niet zoveel als in het boek. Het boek is veel donkerder geworden. Maar het bleef belangrijk voor mij dat ik een personage zou creëren waarin we ons zouden kunnen herkennen.’
Hoe ben je erin geslaagd om Bunny, ondanks al zijn fouten, sympathiek te maken?
‘Er zijn verschillende manieren omdat voor elkaar te krijgen. Een daarvan is om het mooi op te schrijven.’
Maar dan vind je de taal mooi, niet per se het personage sympathiek… ‘
Bij mij werkt het vaak wel zo. Neem Humbert Humbert in Lolita. Die vond ik enorm innemend: de manier waarop hij naar de wereld kijkt en de dingen om zich heen beschrijft. Maar als je de taal weghaalt is hij gewoon een pedofiel.’
Ook Bunny is erg ziek. Hij geilt op een gegeven moment op een driejarig meisje met een strak T-shirtje…
‘Hoho, wacht even. Hij stelt zich dat meisje voor als ze ouder is. Het is niet zo dat hij met haar wil neuken. Steady on...
Weet je wat het is, kinderen worden tegenwoordig totaal geseksualiseerd door hun ouders. Ik zie meisjes van drie met nagellak, met fucking lippenstift. En er is natuurlijk een komisch element. Je moet toch gelachen hebben als die moeder zegt dat ze drie is…’
Zeker.
‘Wat ik met het personage van Bunny Munro wil laten zien is dat hij geen enkele controle heeft over zijn lustgevoelens. Jij en ik worden door die lustgevoelens bepaald. Dat heeft te maken met ons prehistorische reptielenbrein. Het ligt vast in ons dna. Bunny heeft nooit geleerd om die lusten te beteugelen zoals de maatschappij dat van hem verwacht. En tot zekere hoogte heb ik daar bewondering voor. Niet voor de hele man, maar dat bepaalde stukje, die overtuiging.’
Wie van de Bunny’s staat het dichtst bij jou?
‘Ik ben gek op Junior. Het was heerlijk om over hem te schrijven. Hij is zo’n mooi rustpunt, naast die monstrueuze creatie van mannelijkheid die zijn vader is.’
Je gebruikt geen drugs meer, drinkt niet, rookt niet. En Bunny doet vrijwel niet anders. Is hij een manifestatie van je eigen verlangen?
‘Eehhhh. (Cave denkt lang na) Nee. Ik kom regelmatig in situaties waarvan ik denk, fuck, nu zou ik er wel eentje lusten, maar ik doe het niet. Ik heb al meermalen moeten meemaken dat alles mis gaat als ik weer begin.’
We hebben in Nederland een komiek die min of meer in zijn eentje een alcoholvrij biermerk de nek heeft omgedraaid. Wat denk je dat jouw boek zal doen met zangeres Avril Lavigne? [Bunny heeft regelmatig fantasieën over haar vagina–GB]
‘Nou, ik hoop niet te veel. Ik heb haar niet belachelijk willen maken. Ik geeft toe dat wat ik over haar schrijf behoorlijk gewaagd is, maar ik heb enorm veel respect voor Avril en vind haar muziek goed. Ik zou ook niet over iemand kunnen schrijven die ik niet leuk vind. Misschien word ik wel doodgeschoten door een Avril Lavigne-fan als ik naar Amerika kom. We zullen zien.’
Heb je al een reactie gekregen?
‘Nee.’
Stuur je wel exemplaren naar mensen die in het boek voorkomen? ‘
Ik heb er een naar Kylie gestuurd [Minogue, die ook hoog op het verlanglijstje van Bunny staat en regelmatig voorkomt in het boek–GB], maar nog niets gehoord. Het is een drukke meid, ze heeft het boek waarschijnlijk nog niet gelezen.’
Is alles geoorloofd in een boek?
‘In feite wel. Totdat de rechter bepaalt dat het smaad is. Het voelde goed toen ik het opschreef en het voelt nog steeds goed. Maar ik zou het echt vervelend vinden als ik iemand gekwetst heb. Hopelijk kunnen ze er met een beetje gevoel voor humor naar kijken.’
Humor speelt een belangrijke rol in je boek. Waarom?
‘Ik ben gewoon een grappige gozer denk ik.’
Er zitten veel moppen in het boek, zijn die van jou?
‘Ik heb ze ooit gehoord. Volgens mij verzint niemand moppen, je geeft ze gewoon door.’
Ken je nog een goeie mop?
‘Wacht even… wil jij dat ik nu een mop ga vertellen?’
Nou ja, als je een goeie hebt…
(stilte en met een milde glimlach) ‘Ik kan ook een ei breken, maar dat wil niet zeggen dat ik een omelet voor je ga bakken.’
Touché. Je hebt het hele boek voorgelezen voor iPhone. Hoe was dat?
‘Het was een hypnotiserende ervaring. Ik heb het in twee dagen gelezen. Het enige waar je aan denkt is dat je geen fouten mag maken. Ik ben zelf een grote fan van audioboeken en weet hoe ze het meestal aanpakken. Eerst een riedeltje klassieke muziek, dan een acteur die de tekstvoorleest, en aan het eind weer een stukje klassiek. Dit is totaal anders. Je kan het boek gewoon lezen, en als je je iPhone kantelt dan scrollt de tekst langzaam door. Als je geen zin meer hebt om te lezen druk je op een knop en dan hoor je mij. Spacialized, wat wil zeggen dat de geluidseffecten van alle kanten komen, en met een soundtrack die speciaal door mij en Warren Ellis voor dit project is gecomponeerd. Als je daar genoeg van hebt druk je weer op een knop en kan je mij ook zien lezen. En als je denkt dat dat eng is moet je de Duitse versie kopen. Die wordt voorgelezen door Blixa Bargeld [Cave’s voormalige collega uit zijn band The Bad Seeds–GB]. Haha.’
Is dit de toekomst van de roman?
‘Geen idee. Audioboeken zijn niet erg populair. Die liggen altijd ergens in een hoekje van Waterstone’s. Maar deze verdient het om gehoord te worden.’
Zie je het schrijven van romans als een uitweg; een manier om waardig oud te worden?
‘Zie ik eruit alsof ik mijn best doe om waardig oud te worden? Haha. Ik zal de muziek nooit opgeven. Het windt me nog steeds op. Ik vind touren nog steeds heerlijk, in een band zitten. Het is de beste baan ter wereld. Maar… intussen valt wel de bodem onder de muziekindustrie weg. Met dank aan de illegale downloads. De verwachting is dat de muziekindustrie over een paar jaar dood en begraven is, en niemand weet hoe het dan verder moet. Wat dat betreft voel ik me wel prettig bij het idee dat ik altijd nog een andere kant op kan. De roman is nog lang niet dood. Mensen kopen nog steeds boeken.’
Wat wilde je onderzoeken in dit boek?
‘Om te beginnen wilde ik ontdekken of ik überhaupt nog in staat was om een boek te schrijven. Dat was het belangrijkste. Ik wilde ook entertainen, een boek vol energie schrijven waar je ook daadwerkelijk doorheen kwam, in tegenstelling tot mijn eerste boek.’
En, hoe beviel het schrijven?
‘Het was een genot. Makkelijker dan een eitje bakken.’
Toronto, 16 september 20.30 uur
Na het eten ga ik toch nog even terug naar boekhandel Indigo. Nick Cave zit er nog steeds. Het colbertje is uit, zijn overhemd hangt open en het zweet staat op zijn voorhoofd. Er is nog steeds een rij, maar je kan het einde zien. Ik schat een man of honderdvijftig. Er is dus een theoretische kans dat ik nog aan de beurt kom. Ik koop een boek en sluit achter aan.
21.00 uur
De zaak gaat dicht, maar Cave blijft zitten. Er staat nog een man of honderd voor me. 21.45 uur. Nog drie man en ik ben aan de beurt. Gek, tijdens het interview in Londen was ik helemaal niet zenuwachtig, maar hier in Toronto voel ik mijn maag ineens kriebelen. Ik sta hier ook meer als fan dan als journalist. Wat als hij me niet herkent, dat zou behoorlijk pijnlijk zijn. 21.50 uur. Mijn beurt. Het kijkt me aan en het duurt even, maar dan: ‘Hey, I know you. Jij was die journalist die wilde dat ik een mop vertelde!’ Inderdaad, prevel ik opgelucht, dat was ik.
Nick Cave: De dood van Bunny Munro (oorspr.: The Death of Bunny Munro, vertaling Paul Witte, uitgever Meulenhoff)